j De zelfontspanner
Zorg ervoor dat u niet vóór de camera staat als u de ontspanknop indrukt om de zelfontspanner in
werking te stellen. Daarmee maakt u het de camera onmogelijk om op het onderwerp scherp te stellen.
Gebruik een statief als u de zelfontspanner gebruikt.
Voordat u de zelfontspanner start, kijkt u door de zoeker of dekt u deze af
met de oculairafsluiter (pag. 103).
Als u de zelfontspanner wilt uitschakelen nadat u deze in werking hebt
gesteld, zet u de aan-uitschakelaar op <2>.
Als u met de zelfontspanner een foto van uzelf maakt, vergrendelt u de scherpstelling (pag. 83)
op een onderwerp dat zich ongeveer op dezelfde afstand bevindt als u tijdens de opname.
De zelfontspanner op 2 seconden zetten is handig als u close-ups of foto's
van foto's wilt maken, omdat u op die manier bewegingsonscherpte
vermijdt (beweging van de camera bij het indrukken van de ontspanknop).
88
Druk op de knop <o>.
1
Selecteer <k> of <l>.
2
Kijk op het LCD-paneel op de
bovenzijde en draai het instelwiel
<5> om <k> of <I> te selecteren.
k : opname na 10 seconden
l : opname na 2 seconden
Maak de opname.
3
Stel scherp op het onderwerp en druk
de ontspanknop helemaal in.
Het lampje van de zelfontspanner
knippert en na 10 of 2 seconden
wordt de opname gemaakt.
Tijdens het gebruik van de zelfontspanner
wordt op het LCD-paneel op de
bovenzijde het aantal seconden afgeteld
totdat de opname wordt gemaakt.
Twee seconden voordat de opname wordt
gemaakt, gaat de lamp sneller knipperen.
9
(
)