x Opnamen weergeven
u/y Vergrote weergave
Opnamen kunnen op het LCD-scherm 1,5 tot 10 maal worden uitvergroot.
Vergroot gebied
Startpositie van de vergrote weergave
Normaliter wordt vergroot vanuit het midden van de opname. Wanneer het menu [4
Schermvergroting] is ingesteld op [Vergroot vanuit gesel. AF punt], wordt
vergroot vanuit het geselecteerde AF-punt. Zo kunt u snel de scherpstelling controleren.
Tijdens de vergrote weergave kunt u aan het instelwiel <5> of <6> draaien om een andere opname te bekijken
met dezelfde vergroting en positie (de opnamesprong gaat verder op basis van de geselecteerde sprongmethode).
Bij opnamen die zijn gemaakt met automatische AF-puntselectie of die handmatig
zijn scherpgesteld <g>, wordt vergroot vanuit het midden van de opname.
U kunt het beeld dat direct na het nemen van een foto wordt weergegeven, niet vergroten.
Met [Vergroot vanuit gesel. AF punt]:
• De vergrotingsfactor waarmee u begint, hangt af van de ingestelde beeldgrootte.
• Wanneer C.Fn III -8-1/2 is ingesteld, wordt het scherpstelgebied uitgebreid, waardoor
het scherpgestelde AF-punt mogelijk niet binnen de vergrote weergave valt.
120
Vergroot de opname.
1
Druk tijdens de opnameweergave op
de knop <u>.
De opname wordt vergroot.
Houd de knop <u> ingedrukt om de opname
verder te vergroten. De opname wordt steeds verder
vergroot tot de maximale vergroting is bereikt.
Als u de vergroting wilt reduceren, drukt u
op de knop <y>. Als u de knop
ingedrukt houdt, wordt de opname steeds
verder verkleind totdat het normale
formaat van de opname is bereikt.
Schuif door de opname.
2
Schuif met <9> in elke willekeurige
richting door de vergrote opname.
Als u de vergrote weergave wilt beëindigen, drukt
u op de knop <x>. U keert dan terug naar de
weergave van een afzonderlijke opname.