wAfdrukken
e Afdrukeffecten aanpassen
Helderheid
Hier stelt u de helderheid van de opname in.
Levels aanp.
kVerhelderen
Effectief bij tegenlicht. Door tegenlicht kan het gezicht van de gefotografeerde persoon er donker
uitzien. Als [Aan] is ingesteld, wordt het gezicht voor het afdrukken helderder gemaakt.
Rode ogen co.
Effectief bij rode ogen op foto's die met een flitser zijn gemaakt. Als
[Aan] is ingesteld, worden rode ogen voor het afdrukken gecorrigeerd.
De effecten [kVerhelderen] en [Rode ogen co.] worden niet
weergegeven op het scherm.
Selecteer [Detail inst.] om het [Contrast], de [Verzadiging], de
[Kleurtoon] en de [Kleurbalans] aan te passen. Gebruik <9> om de
[Kleurbalans] aan te passen. B staat voor blauw, A is amber, M is
magenta en G is groen. De kleur verschuift in de desbetreffende richting.
Als u [Wis alle] selecteert, worden de standaardinstellingen van alle
afdrukeffecten hersteld.
144
Selecteer het afdrukeffect als is beschreven
bij stap 4 op pagina 142. Druk op de knop
<B> als naast <z> het pictogram
<e> wordt weergegeven. Vervolgens kunt u
het afdrukeffect aanpassen. De selectie die u
bij stap 4 hebt gemaakt, bepaalt wat u kunt
aanpassen en wat er wordt weergegeven.
Als u [Manual] selecteert, kunt u de spreiding
van het histogram wijzigen en de helderheid
en het contrast van de opname aanpassen.
Wanneer het scherm voor aanpassing van de levels
wordt weergegeven, drukt u op de knop <B> om
de positie van <h> te wijzigen. Draai aan het instelwiel
<5> om de niveaus voor schaduw (0 - 127) en lichte
plekken (128 - 255) naar wens aan te passen.