6
7
8
9
U kunt opnamen maken als er een CF-kaart of een SD-kaart in de camera zit.
Zie "Opnamen weergeven" (pag. 116) voor het bekijken van de
opnamen die u tot nu toe hebt gemaakt.
Ga voor meer informatie over het verwijderen van een opname
naar "Opnamen wissen" (pag. 128).
Stel de camera in op de
standaardinstellingen.
In het menuscherm onder tabblad [7]
selecteert u [Wis alle camera-instellingen].
• Druk op de knop <M>. en draai het
instelwiel <6> <5> om dit te
selecteren en druk vervolgens op <0>.
• De modus Program AE <d> wordt ingesteld.
Stel scherp op het onderwerp.
(pag. 36)
Richt het AF-gebied op het
onderwerp. Druk de ontspanknop half
in; de camera stelt vervolgens scherp
op het onderwerp.
Maak de opname.
Druk de ontspanknop helemaal in om
een foto te maken.
Bekijk de opname.
De opname wordt ongeveer 2
seconden lang op het LCD-scherm
weergegeven.
Verkorte handleiding
(pag. 49)
(pag. 36)
(pag. 129)
15