C.Fn IV -12
U kunt opgeven hoe lang functie-instellingen moeten worden
vastgehouden nadat u de desbetreffende hebt losgelaten.
Uitschakelen: De timerduur krijgt de standaardinstelling.
Inschakelen: De timerduur krijgt de instelling die is opgegeven met
[Registreer].
Registreer: U kunt 6 seconden en 16-seconden opgeven als timerduur en
een timerduur voor na het loslaten van de ontspanknop.
De timerduur kan worden ingesteld van 0 seconden tot en met
59 seconden of 1 minuut tot en met 60 minuten Selecteer
[Toepassen] na het opgeven van de instellingen.
• 6-sec. timer: werkt samen met de meting als u opnamen maakt
• 16-sec. timer: werkt als u op de knop <I> drukt voor multi-
• Timer na ontspannen: Gewoonlijk staat de timer ingesteld op
C.Fn IV -13
Normaal gesproken wordt beeldstabilisatie uitgevoerd tijdens de
ontspanvertraging. Deze beeldstabilisatie kan worden uitgeschakeld zodat
de reactietijd korter wordt.
0: Uitschakelen
1: Inschakelen
Als het diafragma wordt ingesteld op hoogstens drie stops vanaf de
maximale diafragmaopening, wordt de reactietijd gereduceerd met maar
liefst 20 procent van de normale duur.
Timerduur voor timer
door de zoeker. Werkt ook als u op de knop <A>
drukt voor AE-vergrendeling.
spotmeting en flitsbelichtingsvergrendeling.
Werkt ook voor meting en het drukken op de
knop <A> voor AE-vergrendeling bij het maken
van Live View-opnamen.
2 seconden na het maken van de opname.
Een langere timerduur maakt het
gemakkelijker om bij dezelfde belichting
gebruik te maken van AE-vergrendeling.
Verkorte ontspanvertraging
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingen
177