C.Fn II: Beeld/Flitsbelichting/Weergave
C.Fn II -1
0: Uit
1: Automatisch
Bij een belichtingstijd van 1 seconde of langer wordt ruisreductie
automatisch uitgevoerd wanneer ruis veroorzaakt door lange belichting
wordt gedetecteerd. De instelling [Automatisch] is in de meeste
gevallen effectief.
2: Aan
Ruisreductie wordt uitgevoerd bij alle belichtingstijden van 1 seconde of
langer). De instelling [Aan] kan geschikt zijn voor ruis die niet kan
worden gedetecteerd of verminderd met de instelling [Automatisch].
Als bij instelling 2 lang wordt belicht tijdens het maken van Live View-opnamen,
wordt er niets op het LCD-scherm weergegeven (geen weergave van het Live
View-beeld), terwijl ruisreductie wordt toegepast na het maken van de opname.
Terwijl ruisreductie wordt uitgevoerd, kunnen er opnamen worden gemaakt.
U zult dan echter niets zien op het LCD-scherm en door de zoeker. Omdat u de
scherpstelling en compositie van de opname niet kunt controleren, is het
raadzaam geen opnamen te maken op het moment dat ruis wordt gereduceerd.
Bij de instellingen 1 en 2 duurt het reduceren van ruis na het maken van de
opname ongeveer even lang als het instellen van de juiste belichting Tijdens
het ruisreductieproces kunt u nog steeds opnamen maken zolang de indicator
van het maximale aantal opnamen in de zoeker "1" of hoger aangeeft.
C.Fn II -2
0: Uit
1: Aan
Vermindert de ruis die in een opname ontstaat. Hoewel ruisreductie
wordt toegepast bij alle ISO-waarden, is de functie vooral effectief bij
hoge ISO-waarden. Bij lage ISO-waarden wordt de ruis in
schaduwpartijen verder gereduceerd.
Bij de instelling 1 neemt de maximale opnamereeks voor continu-opnamen
in hoge mate af.
Ruisreductie lange sluitertijd
Hoge ISO-ruisreductie
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingen
163