De opnamekwaliteit instellen
U kunt de beeldgrootte (vastgelegde pixels), het afbeeldingstype
(JPEG, RAW, sRAW) en de JPEG-kwaliteit (compressie) instellen.
De beeldgrootte selecteren
Met 3/4/5/6 wordt het beeld als JPEG opgenomen. In de modi 1/9 moet de
opname worden bewerkt met de meegeleverde software. 9 is een kleine RAW-opname
die een kwart (ca. 5,2 megapixels) van het formaat van een normale RAW-opname inneemt.
RAW-/sRAW- en JPEG-afbeeldingen kunnen tegelijkertijd op de geheugenkaart worden opgenomen.
Overzicht beeldgrootte
Beeld formaat
(Groot)
3
(Middelgroot 1)
4
(Middelgroot 2)
5
(Klein)
6
1 (RAW)
9 (Klein RAW)
52
Druk op de knop <B>.
1
Selecteer de beeldgrootte.
2
Circa 21,0 megapixels
Circa 16,6 megapixels
JPEG
Circa 11,0 megapixels
Circa 5,2 megapixels
Circa 21,0 megapixels
Circa 5,2 megapixels
Druk één of twee keer op de knop <B>.
om de kaart en beeldgrootte weer te geven
op het LCD-paneel aan de achterzijde.
Beeldgrootte/kaart z WB
Draai aan het instelwiel <5> om de
beeldgrootte te selecteren.
Als 1 of 9 en 3/4/5/6
tegelijkertijd worden weergegeven,
worden er tegelijkertijd een RAW- of
sRAW-opname en een JPEG-
afbeelding op de kaart opgeslagen.
Draai aan het instelwiel <6> om de
kaart te selecteren waarop opnamen
worden opgeslagen of waarvan opnamen
worden weergegeven. (pag. 73)
Pixels
(5616x3744)
(4992x3328)
(4080x2720)
(2784x1856)
(5616x3744)
(2784x1856)
9
(
)
Afdrukgrootte
A2 of groter
Ongeveer A2
Ongeveer A3
Ongeveer A4
A2 of groter
Ongeveer A4