WAARSCHUWING
Gebruik de motorfiets na afstelling
van het zadel eerst ergens waar geen
verkeer is, om vertrouwd te raken met
de nieuwe zadelstand.
Rijden op de motorfiets met het zadel
in een onbekende positie kan leiden tot
verlies van controle over de motorfiets
met mogelijk ernstig letsel of de dood
tot gevolg.
Het
bestuurderszadel
20 mm in hoogte worden versteld.
2
1
clgq
1.
Bestuurderszadel
2.
Hoogteverstelling voorzadel
3.
Hoogteverstelling passagierszadel
4.
Stand voor lage zithoogte (achterzijde
getoond)
5.
Stand voor hoge zithoogte (achterzijde
getoond)
Bestuurderszadel afstellen:
Verwijder het bestuurderszadel, zie
▼
pagina 88.
Stel de beide hoogteverstellingen
▼
van het zadel naar wens af in de
hoge of lage stand.
Zorg
ervoor
▼
volledig in de beugels op het zadel
vallen.
kan
ongeveer
5
4
3
4
dat
beide
stelrails
ALGEMENE INFORMATIE
Plaats het bestuurderszadel terug
▼
en zorg ervoor dat de lip van het
zadel in de sleuf in de zadelsteun
valt, dat de voorste rail van het
zadel
in
de
achterkant van de brandstoftank
valt en laat de achterste rail op de
achterste steunen van het zadel
zakken, zie pagina 89.
Zadelverwarming (indien
gemonteerd)
De schakelaars van de zadelverwarming
(indien gemonteerd) bevinden zich aan
de linkerkant van de motorfiets.
1
1.
Locatie schakelaar verwarmd
bestuurderszadel
2.
Locatie schakelaar verwarmd
passagierszadel
De zadelverwarming werkt alleen bij
draaiende motor. Wanneer de zadelver-
warming is ingeschakeld, verschijnt het
symbool van de zadelverwarming in het
display. Tevens wordt voor elk zadel het
verwarmingsniveau weergegeven aan
de hand van de kleur van het symbool.
Er zijn twee warmteniveaus beschikbaar:
laag en hoog.
1
1.
Symbool verwarmingsstand laag (oranje)
2.
Symbool verwarmingsstand hoog (rood)
zadelbrug
aan
de
2
2
91