ALGEMENE INFORMATIE
78
knippert terwijl dit systeem is ingescha-
keld en er kan een verandering in het
geluid van de motor worden opgemerkt.
Voor informatie over de werking van het
indicatielampje van de tractiecontrole,
zie pagina 29.
KENNISGEVING
Tractiecontrole is mogelijk niet altijd
actief, afhankelijk van de geselec-
teerde rijmodus.
Tractiecontrole
voor optimaal bochtenwerk (indien
gemonteerd) werken mogelijk niet als
er een storing is in het ABS-systeem.
In dat geval kan waarschuwingslampje
voor het ABS, de tractiecontrole en het
storingslampje gaan branden.
en
Tractiecontrole
Tractiecontrole voor optimaal
bochtenwerk (indien gemonteerd)
WAARSCHUWING
Als een storing optreedt in de Tractie-
controle voor optimaal bochtenwerk,
brandt het waarschuwingslampje Trac-
tiecontrole uitgeschakeld en wordt een
bericht weergegeven op het display.
In dit geval blijft het TC-systeem
werken, maar zonder de functie voor
optimaal bochtenwerk, mits:
- er geen andere fouten zijn in het
tractiecontrolesysteem.
- de tractiecontrole niet is uitge-
schakeld door de bestuurder (zie
Motorfietsinstellingen op pagina 56
of
Configuratie
pagina 38).
Wees voorzichtig bij het accelereren
en het nemen van bochten op een nat
of glad wegdek, om doorslippen van
het achterwiel te voorkomen.
Indien
er
een
brandt
het
waarschuwingslampje
Tractiecontrole uitgeschakeld mogelijk
tegelijkertijd met het storingslampje
voor het motormanagementsysteem
en/of het ABS-waarschuwingslampje.
Rijd niet langer door dan noodza-
kelijk wanneer een of meer van de
bovenstaande waarschuwingslampjes
branden. Neem contact op met een
deskundige
met
technische kennis van motorfietsen,
zoals een erkende Triumph-dealer.
rijmodus
op
storing
optreedt,
specialistische
en