Toerenteller
KENNISGEVING
Laat het motortoerental nooit hoger
worden dan het maximumtoerental,
omdat dit kan leiden tot ernstige
motorschade.
De toerenteller geeft het motortoe-
rental
weer
in
minuut - omw/min. Aan het einde van
het toerentellerbereik bevindt zich de
rode zone. Toerentallen in het rode
gebied liggen boven het aanbevolen
maximumtoerental en ook boven het
toerentalbereik waarbij de motor de
beste prestaties levert.
12:34
PM
5
0
4
3
N
2
1
0
RPM X1000
E
1
1.
Motortoerental (tpm)
2.
Rode zone
omwentelingen
per
15
°C
6
7
8
9
MPH
1 0
1 1
1 2
F
2
INSTRUMENTEN
Brandstofmeter
De brandstofmeter geeft de hoeveelheid
brandstof in de tank aan van E (lege
tank) tot F (volle tank).
12:34
PM
5
0
4
3
N
2
1
0
RPM X1000
E
1.
Brandstofmeter
Als het contact is ingeschakeld, wordt
de resterende brandstof in de brand-
stoftank aangegeven door het aantal
meetsegmenten dat vol wordt weerge-
geven.
Wanneer
de
brandstoftank
worden alle meetsegmenten vol weer-
gegeven. Wanneer de brandstoftank
leeg is, worden alle meetsegmenten leeg
weergegeven.
Andere
geven brandstofniveaus tussen vol en
leeg weer.
Na het tanken worden de gegevens van
de brandstofmeter en de resterende
actieradius pas bijgewerkt wanneer de
motorfiets weer rijdt. Afhankelijk van de
rijstijl kan het bijwerken tot vijf minuten
duren. Zie voor meer informatie over de
brandstofstatusinformatie pagina 59.
15
°C
6
7
8
9
MPH
1 0
1 1
1 2
F
1
vol
aanduidingen
35
is,