Banden<IXE>
Banden
Let ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een opti-
male prestatie, levensduur en veilige
werking van uw machine.
Bandspanning
De bandspanning moet voor elke rit
worden gecontroleerd en indien nodig
worden bijgesteld.
X@
● ● ● ● ●
De bandspanning moet worden
gecontroleerd en afgesteld ter-
wijl de banden koud zijn (wan-
neer de temperatuur van de ban-
den gelijk is aan de omgevings-
temperatuur).
● ● ● ● ●
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en
het totale gewicht van rijder, pas-
sagier, bagage en accessoires
dat voor dit model is vastge-
steld.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAUT2140
Bandspanning (gemeten op koude
banden):
Tot 90 kg (198 lb):
Voor:
175 kPa (25 psi) (1.75 kgf/cm
Achter:
175 kPa (25 psi) (1.75 kgf/cm
90 kg (198 lb)<->maximale:
Voor:
175 kPa (25 psi) (1.75 kgf/cm
Achter:
175 kPa (25 psi) (1.75 kgf/cm
DWA10500
Maximale belasting*:
177 kg (390 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, pas-
sagier, bagage en accessoires
X@
De aanwezigheid van bagage heeft
grote invloed op het weggedrag, de
rem- en rij-eigenschappen en de vei-
ligheid van uw machine. Neem
daarom de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht.
● ● ● ● ●
DE MACHINE NOOIT OVER-
BELADEN! Rijden met een over-
beladen machine kan leiden tot
beschadiging van de banden,
controleverlies of ernstig letsel.
2
)
2
)
2
)
2
)
DWA11200
6-13
Zorg dat het totale gewicht van
de bestuurder, de passagier, de
bagage en de gemonteerde ac-
cessoires nooit het voorge-
schreven maximumlaadgewicht
voor de machine overschrijdt.
Vervoer geen los verpakte spul-
len die tijdens de rit kunnen
gaan schuiven.
Bevestig de zwaarste spullen op
veilige wijze dicht bij het midden
van de machine en verdeel het
gewicht over beide zijden.
Pas de luchtdruk in de wiel-
ophanging en de bandspanning
aan op het te vervoeren gewicht.
Controleer vóór iedere rit de
conditie en spanning van de
banden.
DAU17226
1
2
3
4
5
6
7
8
9