Controle- en waarschuwingslampjes<IXE>
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
Om het stuur te ontgrendelen
1
1
2
3
ZAUM00**
4
1. Draaien.
2. Loszetten.
5
Druk de sleutel in en draai hem dan naar
"OFF" terwijl de sleutel ingedrukt wordt
6
gehouden.
7
X@
Draai de contactsleutel nooit naar
8
"OFF" of naar "LOCK" terwijl de ma-
chine rijdt; elektrische systemen
worden dan afgeschakeld en moge-
9
lijk zult u zo de macht over het stuur
verliezen of een ongeval veroorza-
ken. Zorg altijd dat de machine stil-
staat voordat u de sleutel naar "OFF"
of naar "LOCK" draait.
Afdekplaatje sleutelgat
2
ZAUM00**
Afdekplaatje sleutelgat openen
Steek de sleutel in het gat van het afdek-
plaatje (zie afbeelding) en draai de sleu-
tel naar "OPEN" om het afdekplaatje te
openen.
DWA10060
Afdekplaatje sleutelgat sluiten
Steek de sleutel in het gat van het afdek-
plaatje (zie afbeelding) en draai de sleu-
tel naar "SHUT" om het afdekplaatje te
sluiten.
DAUT2120
Controle- en waarschuwing-
slampjes
(15P1/15P2/15P4)
ZAUM00**
(15P3)
ZAUM00**
1. Controlelampje richtingaanwijzers "5"
2. Controlelampje grootlicht "&"
3. Waarschuwingslampje motorstoring "
4. Waarschuwingslampje
temperatuur "
3-2
3
1
2
2
3
1
koelvloeistof-
"
DAU1044D
DAU11003
4
4
"