Starten van de motor<IXE>
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
X@
● ● ● ● ●
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties
1
en hun werking voordat u gaat
rijden. Informeer bij een Yamaha
2
dealer als u de werking van een
schakelaar of functie niet volko-
3
men begrijpt.
● ● ● ● ●
Start de motor nooit in een af-
gesloten ruimte en laat deze
4
hierin ook niet lange tijd aaneen
draaien. Uitlaatgassen zijn giftig
5
en het inademen ervan kan al
binnen korte tijd leiden tot be-
6
wusteloosheid en dodelijk letsel.
Controleer altijd of er voldoende
ventilatie is.
7
● ● ● ● ●
Start de motor om veiligheids-
redenen te allen tijde met de
8
middenbok naar beneden.
9
DAU15980
DWA10870
Starten van de motor
<>
Zie pagina 5-3 voor instructies over
het inrijden van de motor alvorens
de machine in gebruik wordt geno-
men.
1. Draai de sleutel naar "ON".
<>
De waarschuwingslampjes voor
motorstoring en de koelvloeistof-
temperatuur moeten enkele secon-
den oplichten en daarna weer uit-
gaan. Als deze waarschuwingsla-
mpjes niet uitgaan, laat hun elektri-
sche circuits dan controleren door
een Yamaha dealer.
2. Sluit de gasklep volledig.
3. Start de motor door de startknop
in te drukken terwijl de voor- of
achterrem wordt bekrachtigd.
OPMERKING:
Als de motor niet wil starten, laat dan
de startknop los, wacht een paar se-
DAUT2250
conden en probeer het dan opnieuw.
Iedere startpoging moet zo kort moge-
DCA10250
lijk duren om de accu te sparen. Laat
de startmotor nooit langer dan 5 secon-
den aaneen draaien. Probeer de kick-
starter als de motor niet via de start-
motor wil aanslaan.
<>
DCAT1070
Trek nooit snel op terwijl de motor
nog koud is, dit verkort de levens-
duur van de motor!
5-1
DAU15942
DAU15942
DCA11040