Motorolie<IXE>
De bougie monteren
1. Meet de elektrodenafstand met
een draadvoelmaat. Stel de afstand
indien nodig af volgens de specifi-
catie.
Elektrodenafstand:
0.7 ~ 0.8 mm (0.028 ~ 0.031 in)
2. Reinig het opper vlak van de
bougiepakking en het pasvlak en
verwijder eventueel vuil uit de
schroefdraad van de bougie.
3. Breng de bougie aan met behulp
van de bougiesleutel en zet vast
met het correcte aanhaalmoment.
Aanhaalmoment:
Bougie:
13 Nm (1.3 m • kgf, 9.4ft • lbf)
OPMERKING:
Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4~1/2
slag verder te draaien. De bougie moet
echter zo snel mogelijk naar het juiste
aanhaalmoment worden aangedraaid.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
4. Installeer de bougiedop.
5. Monteer het paneel.
Motorolie en olieaanzuigzeef
Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de
olie worden ververst en de olie-aanzuig-
zeef worden gereinigd volgens de
intervalperioden vermeld in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controle-
ren
1. Zet de machine op de middenbok.
OPMERKING:
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het motorolieniveau.
Wanneer de machine iets schuin staat,
kan het niveau al foutief worden afgele-
zen.
2. Start de motor, laat hem een paar
6-7
minuten warmdraaien en zet hem
dan uit.
DAU17226
DAUT1460
1
2
3
4
5
6
7
8
9