4
Geef het papierformaat op.
1
Geef de lengte van de zijde <X> op (de korte zijde).
Tik op <X>.
Voer de lengte van de zijde <X> in met
2
Geef de lengte van de zijde <Y> op (de lange zijde).
Tik op <Y>.
Geef de lengte van de zijde <Y> op en tik op <Toepassen>.
3
Tik op <Toepassen>.
5
Selecteer het papiertype.
Opgeslagen instellingen voor afwijkend papier selecteren
De papierformaten die u met de bovenstaande procedure registreert, worden weergegeven in het scherm voor het selecteren van het
papierformaat.
Het papierformaat voor de papierlade selecteren
Op het scherm waarop u het papierformaat kunt opgeven dat in de papierladen is geplaatst, ziet u de opgeslagen papierformaten.
Het type en formaat papier opgeven dat in de papierlade is geplaatst
U ziet alleen de opgeslagen papierformaten die in de papierlade kunnen worden geplaatst.
Het papierformaat voor de sleuf voor handmatige invoer selecteren
Als er papier wordt geladen in de sleuf voor handmatige invoer, verschijnt het scherm voor het selecteren van het papierformaat
voor de sleuf voor handmatige invoer. Dit scherm bevat de geregistreerde papierformaten.
opgeven dat in de sleuf voor handmatige invoer is geladen
/
of de numerieke toetsen, en tik op <Toepassen>.
Papier
Het type en formaat papier