Deze instelling vergroot of verkleint het originele document zodanig dat het in het afdrukvlak van het papierformaat past.
<Afdrukgebied vergroten>
Met deze instelling kunt u opgeven of het afdrukvlak op het papier moet worden vergroot.
<Uit>
Het gebied tot 4 mm vanaf de boven-, onder-, linker- en rechterrand van het papier kan niet worden bedrukt.
<Aan>
Het afdrukvlak wordt vergroot naar de boven-, onder-, linker- en rechterrand van het papier.
Als u <Aan> selecteert, worden afbeeldingen aan de rand van het papier mogelijk niet goed afgedrukt.
<Opmerkingen afdrukken>
Met deze instelling kunt u opgeven of aantekeningen in het PDF-bestand moeten worden afgedrukt.
<Wachtwoord om document te openen>
U kunt een door een wachtwoord beveiligd PDF-bestand afdrukken door het juiste wachtwoord in te voeren.
<Overige>
<Halftonen>
Geef de methode van gegevensverwerking op voor het reproduceren van halftinten.
Zie
Halftonenvoor de beschrijving van de instelling.
<Puur zwarte tekst>
Als het tekst voorwerp zwart is (R=G=B=0%, C=M=Y=100% of Bk=N%, C=M=Y=0% of Bk=100%), geeft deze
instelling op of de tekst wordt afgedrukt met alleen zwart.
Zie
Puur zwarte tekstvoor de beschrijving van de instelling.
<Zwarte overdruk>
Met deze instelling kunt u een specifieke manier voor het afdrukken van zwarte tekst kiezen wanneer zwarte tekst op
een gekleurde achtergrond of illustraties wordt afgedrukt.
Zie
Zwarte overdrukvoor de beschrijving van de instelling.
<RGB-bronprofiel>
Geef het bronprofiel op voor kleurafstemming voor het afdrukken van RGB-gegevens, voor de monitor die u gebruikt.
Zie
RGB-bronprofiel voor de beschrijving van de instelling.
<CMYK-simulatieprofiel>
Met deze instelling kunt u het simulatiedoel opgeven voor het afdrukken van CMYK-gegevens (Cyan Magenta Yellow
blacK).
Het apparaat converteert CMYK-gegevens naar het apparaatafhankelijke CMYK-kleurmodel op het simulatiedoel dat is