Download Print deze pagina

Canon i-SENSYS MF729Cx Gebruikershandleiding pagina 464

Advertenties

3
Geef instellingen op voor [Geldig voor] en [Authenticatie]/[Encryptie]/[DH-groep].
Een sleutelpaar en vooraf geïnstalleerde CA-certificaten gebruiken voor verificatie
1
Selecteer het keuzerondje [Methode digitale handtekening] bij [Authenticatiemethode] en klik op [Sleutel en
certificaat].
2
Klik op [Registreer standaardsleutel] naast het sleutelpaar dat u wilt gebruiken.
Details weergeven van een sleutelpaar of certificaat
U kunt de details van het certificaat controleren of het certificaat verifiëren door op de gewenste tekstkoppeling onder
[Sleutelnaam] te klikken of op het pictogram van het certificaat.
3
Geef instellingen op voor [Geldig voor] en [Authenticatie]/[Encryptie]/[DH-groep].
10
Geef de IPSec-instellingen op.
[Gebruik PFS]
Schakel dit selectievakje in om PFS (Perfect Forward Secrecy) in te schakelen voor sleutels van IPSec-sessies. Als u PFS
inschakelt, wordt de beveiliging verbeterd maar wordt de communicatie ook extra belast. Zorg ervoor dat PFS ook is ingeschakeld
voor de andere apparaten.
[Geef tijd op]/[Geef formaat op]
Geef hier de voorwaarden op voor het beëindigen van een sessie voor IPSec SA. IPSec SA wordt gebruikt als een
communicatietunnel. Schakel beide selectievakjes in of één van de twee, naargelang de voorwaarden die u wilt instellen. Als u
beide selectievakjes inschakelt, wordt de IPSec SA-sessie beëindigd als aan één van de beide voorwaarden wordt voldaan.
[Geef tijd op]
[Geef formaat
op]
[Selecteer algoritme]
Schakel het selectievakje [ESP], [ESP (AES-GCM)] en/of [AH (SHA1)] in, afhankelijk van de gebruikte IPSec-header en algoritme.
AES-GCM is een algoritme voor zowel verificatie als codering. Als [ESP] is geselecteerd, moet u ook algoritmen voor verificatie en
codering selecteren in de vervolgkeuzelijsten [ESP-authenticatie] en [ESP-encryptie].
[ESP-
authenticatie]
[ESP-encryptie]
[Verbindingsmodus]
Typ het aantal minuten voor de tijdsduur van een sessie.
Typ een grootte in MB om aan te geven hoeveel gegevens er in een sessie kunnen worden
getransporteerd.
Als u ESP-verificatie wilt inschakelen, selecteert u [SHA1] als het hash-algoritme. Selecteer [Niet
gebruiken] als u ESP-verificatie wilt uitschakelen.
Selecteer het coderingsalgoritme voor ESP. U kunt [NULL] selecteren als u het algoritme niet wilt opgeven
of selecteer [Niet gebruiken] als u ESP-codering wilt uitschakelen.
Sleutelparen en digitale certificaten verifiëren

Advertenties

loading