Lange zijde
Korte zijde
U kunt geen bindmarge maken met alleen deze instelling. Gebruik deze instelling in combinatie met <Rugmarge> om de
bindmarge in te stellen voor de geselecteerde inbindpositie.
<Menu>
<Printerinstellingen>
Rugmarge
Geef hier de bindmarge op die u wilt toepassen op de inbindpositie die is geselecteerd bij <Inbindlocatie>.
-50,0 t/m ±0 t/m +50,0 (mm)
Als door deze instelling gegevens buiten het afdrukbare gebied komen te staan, wordt het gedeelte buiten het afdrukbare
gebied niet afgedrukt.
<Menu>
<Printerinstellingen>
Korte zijde verschuiven (voorkant)
Kies deze optie om de afdrukpositie in te stellen door voor de korte zijde aan de voorkant van het papier een verschuivingspercentage
op te geven. Een hogere waarde betekent dat de afdrukpositie naar rechts verschuift. Een lagere waarde betekent dat de
afdrukpositie naar links verschuift.
-50,0 t/m ±0 t/m +50,0 (mm)
Als door deze instelling gegevens buiten het afdrukbare gebied komen te staan, wordt het gedeelte buiten het afdrukbare
gebied niet afgedrukt.
U kunt deze instelling opgeven in combinatie met <Lange zijde verschuiven (voorkant)>, <Korte zijde verschuiven
(achterkant)> en <Lange zijde verschuiven (achterkant)>. Als u bijvoorbeeld alle vier de instellingen opgeeft, wordt de
afdrukpositie verschoven zoals hieronder aangegeven.
<Lay-out>
<Inbindlocatie>
<Lay-out>
<Rugmarge>
Selecteer <Lange zijde> of <Korte zijde>
Geef de inbindmarge op <Toepassen>