<Menu>
Gecomprimeerde beelduitvoer
Met deze optie kunt u aangeven hoe afdrukgegevens moeten worden verwerkt als deze te groot zijn voor het geheugen van de machine.
U kunt instellen dat de gegevens dan met een lagere beeldkwaliteit worden afgedrukt (<Uitvoer>) of dat het afdrukken moet worden
geannuleerd en er een foutbericht moet worden weergegeven (<Fout weergeven>).
Uitvoer
Fout weergeven
<Menu>
weergeven>
PCL
*2
Kies deze optie om instellingen op te geven voor PCL-afdrukken, zoals paginalay-out en afdrukkwaliteit.
Papierbesparing
Selecteer of u papier wilt besparen door lege pagina's in documenten niet uit te voeren. Als u <Aan> selecteert, worden er geen lege
pagina's uitgevoerd. Als u alle gegevens van een document wilt uitvoeren, dus ook lege pagina's die aan het document zijn
toegevoegd, tikt u op <Uit>.
Uit
Aan
<Menu>
Afdrukstand
Selecteer <Staand> (verticale richting) of <Liggend> (horizontale richting) voor de paginarichting. De instelling Portret wordt bijna
overal in deze handleiding Staand genoemd. De instelling Landschap wordt bijna overal aangeduid als Liggend.
Staand
Liggend
<Menu>
<Printerinstellingen>
<Gradatie-instellingen>
*2
<Printerinstellingen>
<Gecomprimeerde beelduitvoer>
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Printerinstellingen>
<PCL>
Geef de gradatieinstellingen op
Selecteer <Uitvoer> of <Fout
<Papierbesparing>
Selecteer <Uit> of <Aan>
<Afdrukstand>
Selecteer <Staand> of <Liggend>