Inhoudsopgave Instellen ................................3 ................................4 Hoofdfuncties ........................5 Verplichte voorbereidingen vóór gebruik ..........................7 Onbevoegde toegang voorkomen ....................9 Instellen met behulp van de installatiehandleiding ............................11 De datum en tijd instellen ..........................13 De netwerkomgeving instellen ......................15 Bekabeld LAN of Draadloos LAN selecteren .......................
Pagina 3
................90 Communicatie-instellingen voor E-mail/I-Fax configureren ................94 Procedure om een gedeelde map in te stellen als een opslaglocatie ..................... 95 Een gedeelde map instellen als een opslaglocatie ................98 Procedure om een FTP Server in te stellen als een opslaglocatie Basishandelingen ............................
Pagina 4
......................180 Bestemmingen opslaan in het adresboek ..................183 Meerdere bestemmingen registreren als een groep ................185 De opgeslagen bestemmingen in het adresboek bewerken ........................186 Een USB-geheugenapparaat gebruiken Kopiëren ................................189 ....................... 191 Scherm voor Basisbewerkingen voor kopiëren ........................... 193 Basisbewerkingen voor kopiëren ............................
Pagina 5
............. 265 Een document afdrukken dat is beveiligd met een pincode (beveiligd afdrukken) ......................... 266 Documenten beveiligd afdrukken ............269 Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat (afdrukken via geheugenmedia) Scannen ................................278 ........................ 280 Scherm voor basisfuncties voor scannen ....................283 Basisbewerkingen voor het scannen van originelen ........................
Pagina 6
........................369 De netwerkinstellingen configureren ....................371 Communicatie beperken door firewalls in te stellen ....................372 IP-adressen opgeven voor firewallinstellingen .................... 375 MAC-adressen opgeven voor firewallinstellingen ............................ 378 Poortnummers wijzigen ............................380 Een proxy instellen ..................... 382 De sleutel en certificaat voor TLS configureren ................
Pagina 8
......................... 644 Maatregelen bij iedere foutcode ............................ 655 Papierstoringen verhelpen ........................... 657 Papierstoringen in de aanvoer ........................659 Papierstoringen in de hoofdeenheid ........................665 Papierstoringen in de papierlade ......................667 Als een probleem niet kan worden opgelost Bijlage ................................. 669 .............................
Pagina 9
Instellen Instellen Instellen ................................... 3 ................................ 4 Hoofdfuncties ......................5 Verplichte voorbereidingen vóór gebruik ........................7 Onbevoegde toegang voorkomen ................... 9 Instellen met behulp van de installatiehandleiding ..........................11 De datum en tijd instellen .......................... 13 De netwerkomgeving instellen ....................15 Bekabeld LAN of Draadloos LAN selecteren .......................
Pagina 10
Instellen ................80 Het faxnummer en de naam van het apparaat registreren ........................81 De ontvangstmodus selecteren ..........................82 De telefoonlijn aansluiten ........................... 84 Scaninstellingen configureren ................. 85 Het gebruik van het apparaat als een scanner voorbereiden ............. 86 Instelprocedure voor e-mail verzenden / I-Faxen verzenden & ontvangen ....................
Instellen Instellen 2LFC-000 Voordat u de functies van het apparaat gebruikt, moeten eerst de omgevingsvoorwaarden zijn ingesteld. Om te beginnen, controleert u de vereiste reeks om de instelling te voltooien, en realiseert u vervolgens de actuele instellingen. Verplichte voorbereidingen vóór gebruik(P. 5) ●...
Copy Card Reader-F * Barcode Printing Kit * Send PDF Security Feature Set * Dit is een optioneel item. ● Voor de beschikbare stuurprogrammatypes, raadpleegt u de bij het apparaat geleverde CD-ROM/DVD-ROM met gebruikerssoftware, of de Canon website (http://www.canon.com/). KOPPELINGEN Gebruikershandleiding inzien(P. 713)
Instellen Verplichte voorbereidingen vóór gebruik 2LFC-002 Volg stappen 1 tot en met 5 om het apparaat in te stellen. Als u meer wilt weten over een bepaalde stap, klikt u op de koppeling om naar het desbetreffende gedeelte te gaan. Om de machine veilig te gebruiken, moet u bovendien Onbevoegde toegang voorkomen(P.
Gegevens van een ander apparaat importeren om tijd te besparen ● Zolang het hetzelfde model is, kunt u instelgegevens die zijn geregistreerd op een andere Canon printer / multifunctioneel apparaat op een computer opslaan (exporteren) en de instelgegevens in dit apparaat laden (importeren).
Instellen Onbevoegde toegang voorkomen 2LFC-003 Dit gedeelte beschrijft de veiligheidsmaatregelen voor het voorkomen van onbevoegde toegang vanuit een extern netwerk. Dit moet absoluut worden gelezen voor alle gebruikers en beheerders voordat zij het apparaat, andere printers en multifunctionele apparaten die op het netwerk zijn aangesloten, gaan gebruiken. In de afgelopen jaren zijn printers/multifunctionele apparaten ontwikkeld die op het netwerk worden aangesloten en die u een uiteenlopende reeks van nuttige functies kunnen bieden, zoals het afdrukken vanaf een computer, bedienen vanaf een computer met de functie op afstand en het verzenden van gescande documenten via internet.
IP-adres van het externe netwerk te beperken. Deze functie die is geïnstalleerd op een Canon-printer/multifunctioneel apparaat, biedt u de mogelijkheid een IP-adresfilter op te zetten. Zie voor informatie over hoe u een IP-adresfilter kunt opzetten adressen opgeven voor firewallinstellingen(P.
Instellen Instellen met behulp van de installatiehandleiding 2LFC-004 1660-009 Als het apparaat voor de eerste keer wordt ingeschakeld ( De machine aanzetten(P. 116) ), start de instelhandleiding om u te helpen de begininstellingen van het apparaat te realiseren, door de scherm-leidraad te volgen.
Pagina 18
Instellen ● Als u <Nee> selecteert, wordt draadloos LAN niet ingesteld, en de instelhandleiding gaat verder naar stap 5. Selecteer <OK>. Selecteer de instelmethode. ● Raadpleeg Verbinding maken met een draadloos LAN(P. 17) voor meer informatie over het draadloos LAN. Stap 5 Application Library (Toepassingenbibliotheek) bekijken De sneltoets met referentie "Application Library (Toepassingenbibliotheek)"...
Instellen De datum en tijd instellen 2LFC-005 Stel de datum en tijd in voor het apparaat. De datum en tijd worden gebruikt als de referentie voor de functies die de tijd specificeren, en daarom moeten ze nauwkeurig worden ingesteld. De tijdzone instellen(P. 11) De huidige datum en tijd instellen(P.
Instellen Voer de datum en tijd in. ● Tik op het invoerveld, en stel de huidige datum en tijd in. Selecteer <Toepassen>. ● Selecteer een waarde voor <Tijdzone> voordat u de huidige datum en tijd gaat instellen. Als u de waarde voor <Tijdzone>...
Instellen De netwerkomgeving instellen 2LFC-006 Wanneer u de verbinding tot stand brengt van het apparaat met een bekabeld of draadloos lokaal netwerk (LAN), moet u een IP-adres instellen dat uniek is voor het geselecteerde netwerk. Kies voor "bekabeld" of "draadloos", afhankelijk van de communicatieomgeving en netwerkapparatuur.
Pagina 22
Instellen ● Om verbinding te maken met een IEEE 802.1X-netwerk, raadpleegt u IEEE 802.1X- verificatie-instellingen configureren(P. 401) . Kies voor een bekabeld of draadloos LAN. Bekabeld LAN of Draadloos LAN selecteren(P. 15) Maak verbinding met een bekabeld of draadloos LAN. ●...
Instellen Bekabeld LAN of Draadloos LAN selecteren 2LFC-007 Als u een beslissing hebt genomen ten aanzien van een bekabelde of draadloze verbinding tussen het apparaat en de computer, selecteert u Bedraad LAN of Draadloos LAN op het bedieningspaneel. Als u de instelling verandert van <Bedraad LAN>...
Instellen Verbinding maken met een bedraad LAN 2LFC-008 Sluit de machine via een router aan op een computer. Sluit de machine met een LAN-kabel aan op de router. Sluit een LAN-kabel aan. ● Sluit de machine met een LAN-kabel aan op een router. ●...
Instellen Verbinding maken met een draadloos LAN 2LFC-009 Als u een draadloze router (of een toegangspunt) gebruikt, loopt de verbinding tussen de machine en een computer via radiogolven. Als uw draadloze router ondersteuning biedt voor Wi-Fi Protected Setup (WPS), kunt u het netwerk automatisch en dus eenvoudig configureren.
Instellen ◼ PIN-modus Sommige WPS-routers bieden geen ondersteuning voor de zogenaamde drukknop-modus. Als op de verpakking of in de documentatie van het netwerkapparaat over WPS en pincodes wordt gesproken, moet u de verbinding instellen door een pincode in te voeren. De verbinding instellen met behulp van de WPS pincodemodus(P.
Instellen De verbinding instellen met behulp van de WPS Drukknop-modus 2LFC-00A 1660-00J Als uw draadloze router ondersteuning biedt voor de drukknop-modus van WPS, kunt u eenvoudig een verbinding configureren via de WPS-knop. ● De instructies voor de draadloze router kunnen per apparaat verschillen. Raadpleeg de handleiding van de router voor hulp.
Instellen ● Selecteer <Sluiten> en ga terug naar stap 5. Wacht totdat het bericht <Verbonden.> wordt weergegeven. Selecteer <Sluiten>. ➠ Wacht enkele minuten totdat het IP-adres en andere items automatisch zijn ingesteld. Signaalsterkte ● Als voor een verbinding meerdere draadloze routers beschikbaar zijn, maakt de machine verbinding met het apparaat met het krachtigste signaal.
Instellen De verbinding instellen met behulp van de WPS pincodemodus 2LFC-00C Als uw draadloze router ondersteuning biedt voor de WPS PIN-modus, genereert u een pincode met de machine en registreert u deze code op het netwerkapparaat. ● De instructies voor de draadloze router kunnen per apparaat verschillen. Raadpleeg de handleidingen van uw netwerkapparaat voor hulp.
Pagina 30
Instellen Registreer de gegenereerde pincode op de draadloze router. ● Registreer de pincode in het installatiescherm zoals weergegeven in stap 1. ● U moet de pincode binnen 10 minuten registreren na het selecteren van <Ja> in stap 7. Als er een foutbericht verschijnt tijdens het installeren ●...
Instellen De verbinding instellen door een draadloze router te selecteren 2LFC-00E U kunt de beschikbare draadloze routers (of toegangspunten) zoeken en een keuze maken uit de display van het apparaat. Geef voor de netwerksleutel een WEP-sleutel op of PSK. Controleer en noteer de benodigde configuratiegegevens, zoals de SSID en netwerksleutel ( De SSID en de netwerksleutel controleren(P.
Pagina 32
Instellen ● Selecteer de router waarvan de SSID overeenkomt met de SSID die u hebt opgeschreven, en selecteer <Volgende>. De details van beveiligingsinstellingen weergeven ● Selecteer de Draadloos LAN router, en selecteer <Details>. Om terug te keren naar het vorige scherm, selecteert u Als uw draadloze router niet wordt gevonden ●...
Pagina 33
Instellen Het stroomverbruik verminderen ● U kunt instellen dat de <Energiebesparingsmodus> van het apparaat moet worden geactiveerd als er bepaalde signalen van de draadloze router worden ontvangen. <Energiebesparingsmodus>(P. 466) Als het IP-adres van het apparaat is gewijzigd ● In een DHCP-omgeving kan het IP-adres van het apparaat automatisch worden gewijzigd. Als dit gebeurt, wordt de verbinding gehandhaafd op voorwaarde dat het apparaat en de computer nog steeds deel uitmaken van hetzelfde subnet.
Instellen De verbinding instellen door gedetailleerde instellingen op te geven 2LFC-00F Als u gedetailleerde beveiligingsinstellingen wilt opgeven of geen draadloze verbinding tot stand kunt brengen via de andere procedures, kunt u alle benodigde gegevens voor de draadloze verbinding ook zelf invoeren. Controleer en noteer de benodigde gegevens voordat u de instellingen gaat opgeven.
Pagina 35
Instellen <Open systeem> Hiermee stelt u de verificatiemethode in op Open systeem, ook wel "open verificatie" genoemd. <Gedeelde sleutel> Gebruik de WEP-sleutel als wachtwoord. Wanneer <Open systeem> is geselecteerd ● Wanneer u verbinding maakt met een draadloos LAN, treedt er op het apparaat een verificatiefout op als op de draadloze router verificatie met een gedeelde sleutel is ingeschakeld.
Pagina 36
Instellen Selecteer <Ja>. Als er een foutbericht verschijnt tijdens het installeren ● Selecteer <Sluiten>, controleer of de opgegeven instellingen juist zijn en ga terug naar stap 5. Wacht totdat het bericht <Verbonden.> wordt weergegeven. Selecteer <Sluiten>. ➠ Wacht enkele minuten totdat het IP-adres en andere items automatisch zijn ingesteld. Signaalsterkte ●...
De SSID of de netwerksleutel is mogelijk gewijzigd. Als u de SSID of de netwerksleutel niet weet, kunt u deze gegevens opvragen met behulp van de 'Canon MF/LBP Wireless Setup Assistant'. Download de 'Canon MF/LBP Wireless Setup Assistant' van de Canon website (http://www.canon.com/), en start het op vanaf een computer die is verbonden met een draadloos LAN.
Instellen IP-adressen instellen 2LFC-00J Als u de machine wilt gebruiken in een netwerk, hebt u een uniek IP-adres nodig. Er zijn twee versies van IP-adressen beschikbaar: IPv4 en IPv6. Configureer het IP-adres afhankelijk van de netwerkomgeving. Als u IPv6-adressen wilt gebruiken, moet u de IPv4-adresinstellingen op de juiste manier configureren.
Instellen IPv4-adres instellen 2LFC-00K 1660-00W Het IPv4-adres van het apparaat kan automatisch worden toegewezen via een speciaal protocol zoals DHCP of het kan handmatig worden ingevoerd. Als u het apparaat verbindt met een bekabeld LAN, zorg er dan voor dat de stekker van de LAN-kabel stevig in de aansluiting zit ( Verbinding maken met een bedraad LAN(P.
Instellen Selecteer <DHCP>. Als u niet met DHCP / BOOTP / RARP een IP-adres wilt toewijzen ● Selecteer <Uit>. Als u <DHCP> selecteert wanneer deze diensten niet beschikbaar zijn, zal het apparaat tijd en communicatiemiddelen verspillen met het op het netwerk zoeken naar deze diensten. Controleer of <Auto IP>...
Pagina 41
Instellen ● Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u de juiste combinatie van ID en pincode in. Aanmelden bij het apparaat(P. 133) Selecteer <TCP/IP-instellingen> <IPv4-instellingen> <PING-opdracht>. Voer het IPv4-adres in van een ander apparaat in het netwerk en selecteer <Toepassen>. ➠ Als een werkende verbinding tot stand is gebracht, verschijnt het scherm <Respons ontvangen van de host.>.
Instellen IPv6-adressen instellen 2LFC-00L De IPv6-adressen van het apparaat kunnen worden geconfigureerd via de UI op afstand. Controleer voordat u IPv6-adressen gaat instellen de instellingen van het IPv4-adres ( IPv4-instellingen weergeven(P. 37) ). U moet de juiste IPv4- instellingen opgeven om te kunnen werken met IPv6-adressen. De scanfunctie die gebruikmaakt van het scannerstuurprogramma of MF Scan Utility is niet beschikbaar in een IPv6-omgeving.
Pagina 43
Instellen [Gebruik IPv6] Schakel dit selectievakje in om IPv6 te activeren op het apparaat. Als u IPv6 niet gebruikt, schakelt u het selectievakje uit. [Stateless adres 1] Schakel dit selectievakje in als u een stateless adres gebruikt. Als u geen stateless adres gebruikt, schakelt u het selectievakje uit.
Instellen Controleren of de instellingen juist zijn ● Controleer of het scherm Externe UI kan worden weergegeven op uw computer door het IPv6-adres van het apparaat te gebruiken. De UI op afstand starten(P. 422) Instellingen selecteren vanaf het bedieningspaneel ● De IPv6-instellingen zijn ook bereikbaar via <Menu>...
Instellen Netwerkinstellingen weergeven 2LFC-00R IPv4-instellingen weergeven(P. 37) IPv6-instellingen weergeven(P. 37) Het MAC-adres weergeven voor Bedraad LAN(P. 37) Het MAC-adres en informatie weergeven voor Draadloos LAN(P. 38) ● Het IP-adres is niet goed geconfigureerd als dit wordt weergegeven als "0.0.0.0". ● Als u het apparaat aansluit op een switching hub of bridge, kan er sprake zijn van een verbindingsfout, zelfs wanneer het IP-adres goed is geconfigureerd.
Instellen Het MAC-adres en informatie weergeven voor Draadloos LAN Selecteer <Menu> in het scherm Start. Het scherm Start(P. 122) Selecteer <Voorkeuren> <Netwerk>. ● Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u de juiste combinatie van ID en pincode in. Aanmelden bij het apparaat(P. 133) Selecteer <Instellingen draadloos LAN>.
Instellen Configuratie-instellingen voor communicatie met een computer 2LFC-00S Specificeer het protocol en de poort als u het apparaat via het netwerk vanaf een computer gebruikt. Ga het apparaat pas configureren voor afdrukken of faxen vanaf een computer nadat u de basisprocedures hebt uitgevoerd. Voor meer informatie raadpleegt u de handleidingen voor de relevante stuurprogramma's op de website voor de handleidingen.
Instellen Afdrukprotocollen en WSD-functies configureren 2LFC-00U Configureer de protocollen die worden gebruikt voor het afdrukken van documenten vanaf een netwerkcomputer. ● Voor meer informatie over de basishandelingen die moeten worden verricht wanneer u het apparaat instelt via de externe UI, raadpleegt u Menuopties instellen via de UI op afstand(P.
Instellen Klik op [OK]. WSD configureren Selecteer [WSD-instellingen] [Bewerken]. Configureer de instellingen. [Gebruik WSD-afdrukken] Schakel dit selectievakje in om af te drukken via WSD. Als u niet afdrukt via WSD, schakelt u het selectievakje uit. [Gebruik WSD-bladeren] Schakel dit selectievakje in om via WSD informatie over het apparaat op te halen van een computer. Dit selectievakje wordt automatisch ingeschakeld wanneer u het selectievakje [Gebruik WSD-afdrukken] inschakelt.
Instellen <WSD-instellingen>(P. 472) WSD-netwerkapparaten configureren ● De WSD-netwerkapparaten kunnen worden toegevoegd vanuit de printermap. Open de printermap ( printermap weergeven(P. 714) ) , klik op [Een toestel toevoegen] of [Een printer toevoegen] en volg de aanwijzingen op het scherm. Voor meer informatie over het installeren van het stuurprogramma voor het WSD-netwerk, raadpleegt u de handleidingen voor de relevante stuurprogramma´s op de website voor de handleidingen.
Als u het apparaat in een IPv4-omgeving gebruikt, moet u normaal gesproken dit type poort selecteren. ● U kunt een MFNP poort uitsluitend toevoegen als u het stuurprogramma van de meegeleverde CD-ROM/DVD-ROM hebt geïnstalleerd, of als u het printer- of faxstuurprogramma van de website van Canon hebt opgehaald en geïnstalleerd.
Pagina 52
Een MFNP poort toevoegen Klik op [Poort toevoegen]. Selecteer [Canon MFNP Port] bij [Beschikbare poorttypen] en klik op [Nieuwe poort]. Selecteer [Automatisch detecteren], selecteer het apparaat als dit is gevonden en klik op [Volgende]. Als het apparaat niet wordt gevonden ●...
Pagina 53
Instellen ● Als het volgende scherm verschijnt, volg dan de aanwijzingen op het scherm. Als u het [Apparaattype] selecteert, selecteer dan [Canon Network Printing Device with P9100] onder [Standaard]. Klik op [Voltooien]. Klik op [Sluiten]. Het type poort of het poortnummer wijzigen...
Pagina 54
Instellen ● Als u [Raw] hebt geselecteerd, verandert u het [Poortnummer]. ● Als u [LPR] hebt geselecteerd, voer dan "lp" in in [Naam Wachtrij]. Klik op [OK]. Klik op [Sluiten]. KOPPELINGEN Een printserver instellen(P. 47)
Overleg met uw netwerkbeheerder als u een printserver wilt implementeren in een domeinomgeving. Afdeling ID beheer uitvoeren met een afdrukserver ● 'Canon Driver Information Assist Service' moet zijn toegevoegd tijdens de installatie van het printerstuurprogramma. Voor meer informatie raadpleegt u de handleidingen voor de relevante stuurprogramma´s op de website voor de handleidingen.
Pagina 56
Instellen ● Deze bewerking is noodzakelijk als u de stuurprogramma's via de printserver wilt installeren op computers met een andere bitarchitectuur. Klik op [Extra stuurprogramma's]. Schakel het selectievakje in van de bitarchitectuur van andere computers en klik op [OK]. ● Selecteer extra stuurprogramma's uit de volgende opties in overeenstemming met het besturingssysteem van de afdrukserver.
Pagina 57
Instellen Dubbelklik op de gedeelde printer. Volg de instructies op het scherm om de stuurprogramma's te installeren. KOPPELINGEN Afdrukken vanaf een computer(P. 257)
Instellen De machine configureren voor uw netwerkomgeving 2LFC-00Y De configuratie van een netwerk varieert naargelang de functie van het netwerk. Het apparaat is ontworpen voor compatibiliteit met zo veel mogelijk netwerkconfiguraties en ondersteunt om die reden verschillende technologieën. Overleg met de netwerkbeheerder en kies voor een configuratie die aansluit bij uw netwerkomgeving. Ethernet-instellingen configureren(P.
Instellen Ethernet-instellingen configureren 2LFC-010 Ethernet is een standaard voor het uitwisselen van gegevens in een lokaal netwerk (LAN). U kunt de communicatiemodus en het type Ethernet instellen. Over het algemeen is het zo dat u het apparaat kunt gebruiken zonder dat u de standaardinstellingen hoeft te wijzigen ( <Instellingen Ethernet- stuurprogramma>(P.
Pagina 60
Instellen <Full-duplex> In deze modus worden gegevens tegelijkertijd verzonden en ontvangen. Deze instelling kunt u voor de meeste omgevingen gebruiken. <Type Ethernet> selecteer het type Ethernet. Selecteer <Toepassen>. Selecteer <OK>. Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. KOPPELINGEN De maximale verzendeenheid wijzigen(P.
Instellen De maximale verzendeenheid wijzigen 2LFC-011 In de meeste Ethernet-netwerken is 1500 bytes de maximale grootte van een gegevenspakket dat kan worden verzonden. Een pakket is het blok met gegevens waarin de oorspronkelijke gegevens worden opgedeeld voordat ze worden verzonden. De maximale verzendeenheid (MTU) kan per netwerk verschillen. Wijzig de instellingen van het apparaat indien nodig.
Instellen Een wachttijd instellen voor verbinding met een netwerk 2LFC-012 Als in een netwerk redundante connectiviteit wordt aangeboden door de aanwezigheid van verschillende switching hubs of bridges, moet er een mechanisme zijn om te voorkomen dat pakketten in een oneindige lus terechtkomen. Een efficiënte oplossing is dus om voor elke switch-poort een bepaalde rol te definiëren.
Instellen DNS configureren 2LFC-013 DNS (Domain Name System) is een service voor naamomzetting waarmee de naam van een host (of domein) wordt gekoppeld aan een IP-adres. Configureer de benodigde instellingen voor DNS, mDNS of DHCP. De procedures voor het configureren van DNS zijn verschillend voor IPv4 en IPv6. ●...
Pagina 64
Instellen [Instellingen DHCP-opties] [Hostnaam verkrijgen] Schakel dit selectievakje in om Optie 12 in te schakelen en de hostnaam te verkrijgen van de DHCP- server. [DNS dynamische update] Schakel dit selectievakje in om Optie 81 in te schakelen en de DNS-records dynamisch bij te werken via de DHCP-server.
Instellen [DNS dynamische update] Schakel dit selectievakje in als u de DNS-records dynamisch wilt bijwerken wanneer het IP-adres van het apparaat verandert. Wanneer u een interval wilt instellen tussen updates, voert u de tijd in uren in het vak [DNS dynamisch update-interval] in. [mDNS-instellingen] [Gebruik mDNS] mDNS (multicast DNS) wordt ondersteund door Bonjour en is een protocol voor het koppelen van...
Instellen [Gebruik dezelfde hostnaam/domeinnaam als IPv4] Schakel het selectievakje in als u de host- en domeinnamen van IPv4 wilt gebruiken. [Hostnaam] Typ hier alfanumerieke tekens voor de hostnaam van het apparaat dat u wilt registreren op de DNS-server. [Domeinnaam] Typ hier alfanumerieke tekens voor de naam van het domein waarvan de machine deel uitmaakt, zoals "voorbeeld.com".
Instellen SMB configureren 2LFC-014 SMB (Server Message Block) is een protocol voor het delen van bronnen, zoals bestanden en printers, met meerdere apparaten in een netwerk. Het apparaat maakt gebruik van SMB om gescande documenten op te slaan in een gedeelde map. Afhankelijk van het netwerk, moet u de NetBIOS-naam en een werkgroepnaam instellen.
Pagina 68
Instellen [NetBIOS-naam] Gebruik alfanumerieke tekens voor de NetBIOS-naam van het apparaat. [Werkgroepnaam] Gebruik alfanumerieke tekens voor de naam van de werkgroep waarvan het apparaat deel uitmaakt. ● NetBIOS-namen of werkgroepnamen die beginnen met een sterretje ( ) kunnen niet worden geregistreerd op een WINS-server.
Instellen WINS configureren 2LFC-015 WINS (Windows Internet Name Service) is een service voor naamomzetting waarmee een NetBIOS-naam (de naam van een computer of printer in een SMB-netwerk) wordt gekoppeld aan een IP-adres. U moet de WINS-server opgeven om WINS in te schakelen. ●...
Pagina 70
Instellen Voer het IP-adres van de WINS-server in. ● Als het IP-adres van de WINS-server wordt verkregen van een DHCP-server, heeft het verkregen IP-adres prioriteit boven het IP-adres dat is ingevoerd in het vak [WINS-serveradres]. Klik op [OK]. Start de machine opnieuw op. ●...
Instellen LDAP-servers registreren 2LFC-016 Als er een LDAP-server is geïmplementeerd in het netwerk, kunt u faxnummers en e- mailadressen zoeken op de server. Deze nummers en adressen kunt u vervolgens als bestemmingen opgeven of in het adresboek opslaan. NB. als de authenticatie voor de zendfunctie ( LDAP-Server-authenticatie(P.
Pagina 72
Instellen [Servernaam] Voer de naam in die moet worden toegewezen aan de LDAP-server. [Serveradres] Typ het IP-adres van de LDAP-server of voer alfanumerieke tekens in voor de hostnaam van de server (voorbeeld: ldap.voorbeeld.com). [Serveradres] en DNS ● Let op de volgende punten om fouten te voorkomen bij het zoeken naar bestemmingen: - Als de hostnaam is opgegeven bij [Serveradres], moet er een DNS-server beschikbaar zijn in het netwerk.
Instellen [Inloggegevens] Selecteer [Niet gebruiken], [Gebruik] of [Gebruik (beveiligingsauthenticatie)], afhankelijk van het type verificatie dat wordt gebruikt door de LDAP-server. Als [Gebruik] of [Gebruik (beveiligingsauthenticatie)] is geselecteerd, moet u een gebruikersnaam en wachtwoord opgeven. Met deze optie wordt de machine niet geverifieerd met behulp van de [Niet gebruiken] aanmeldingsgegevens.
Pagina 74
Instellen [Servernaam] Voer de naam in die moet worden toegewezen aan de LDAP-server. [Serveradres] Typ het IP-adres van de LDAP-server of voer alfanumerieke tekens in voor de hostnaam van de server (voorbeeld: ldap.voorbeeld.com). [Serveradres] en DNS ● Let op de volgende punten om fouten te voorkomen bij het zoeken naar bestemmingen: - Als de hostnaam is opgegeven bij [Serveradres], moet er een DNS-server beschikbaar zijn in het netwerk.
Pagina 75
Instellen [Kenmerk gebruikersnaam] Voer de attribuutnaam in die moet worden vergeleken met een gebruikersnaam die is ingevoerd tijdens verificatie, en die bestaat uit alfanumerieke tekens (bijvoorbeeld: "sAMAccountName"). ● Niet vereist als [Gebruik (beveiligingsauthenticatie)] is geselecteerd in [Inloggegevens]. [Kenmerk e-mailadres] Voer de attribuutnaam in die moet worden gebruikt voor het verkrijgen van een e-mailadres van de verificatie- server, en die bestaat uit alfanumerieke tekens.
Instellen De machine bewaken en bedienen met SNMP 2LFC-017 SNMP (Simple Network Management Protocol) is een protocol voor het bewaken en aansturen van communicatieapparaten in een netwerk dat werkt met MIB (Management Information Base). De machine ondersteunt SNMPv1, en SNMPv3 met extra beveiliging. U kunt de status van de machine controleren vanaf een computer wanneer u documenten afdrukt of de UI op afstand gebruikt.
Pagina 77
De speciale community is een vooraf-gedefinieerde community die uitsluitend is bedoeld voor beheerders die met Canon-software werken, zoals iW Management Console. Schakel het selectievakje in als u de speciale community wilt gebruiken en specificeer [MIB-toegangspermissie]. Als u de speciale community niet wilt gebruiken, schakelt u het selectievakje uit.
Pagina 78
Instellen [Gebruik SNMPv3] Schakel dit selectievakje in om SNMPv3 in te schakelen. De overige instellingen voor SNMPv3 kunt u alleen opgeven als dit selectievakje is ingeschakeld. [Gebruiker inschakelen] Schakel dit selectievakje in om [Gebruikersinstellingen 1]/[Gebruikersinstellingen 2]/[Gebruikersinstellingen 3] in te schakelen. Schakel een selectievakje uit om de desbetreffende gebruikersinstellingen uit te schakelen. [Gebruikersnaam] Gebruik alfanumerieke tekens voor de gebruikersnaam.
Instellen Geef instellingen op voor het verkrijgen van informatie voor het beheren van printers. ● Met SNMP kunt u gegevens voor het beheren van printers, zoals afdrukprotocollen en printerpoorten, controleren en periodiek opvragen bij een computer in het netwerk. [Printerbeheerinformatie verkrijgen van host] Schakel het selectievakje in om via SNMP de gegevens voor printerbeheer van het apparaat te bewaken.
Instellen Andere netwerkinstellingen 2LFC-018 Configureer de volgende items, al naargelang uw netwerkomgeving. FTP PASV-modus configureren(P. 72) SNTP configureren(P. 72) Het apparaat beheren vanuit de Apparaatbeheersystemen(P. 74) FTP PASV-modus configureren PASV is een FTP-communicatiestand die wordt gebruikt voor bestandsoverdracht. U kunt alleen verbinding maken met een FTP-server via een firewall met de PASV-stand.
Instellen Klik op [Bewerken]. Schakel het selectievakje [Gebruik SNTP] in en geef de benodigde instellingen op. [Gebruik SNTP] Schakel het selectievakje in als u SNTP wilt gebruiken voor synchronisatie. Als u SNTP niet wilt gebruiken, schakelt u het selectievakje uit. [NTP-servernaam] Voer het IP-adres van de NTP of de SNTP-server in.
UI op afstand. Dit gedeelte beschrijft ook hoe u communicatie-instellingen tussen het apparaat en plug-ins voor iW Management Console configureert. Neem voor meer informatie over iW Management Console contact op met de officiële Canon-dealer ter plaatse. iW Management Console-plug-ins gebruiken ●...
Pagina 83
Instellen [Reageren op Discovery] Schakel het selectievakje in als het apparaat moet reageren op pakketten voor Multicast Discovery van software voor apparaatbeheer en u bewaking door software voor apparaatbeheer wilt inschakelen. ● Als u het poortnummer wilt wijzigen voor Multicast Discovery, raadpleegt u Poortnummers wijzigen(P.
Instellen Geef aan hoe vaak het apparaat informatie over de status van de stroomvoorziening moet verstrekken aan de software voor apparaatbeheer. Klik op [OK]. Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. ◼...
Als het apparaat een CD-ROM/DVD-ROM heeft, plaatst u de CD-ROM/DVD-ROM in het station op de computer. ● U kunt stuurprogramma's en software die u gaat gebruiken, ophalen van de Canon website (http:// www.canon.com/). ● Als er nieuwe versies van stuurprogramma´s en software beschikbaar komen, worden ze op de Canon website geplaatst.
Instellen Begininstellingen configureren voor faxfuncties 2LFC-01A 1660-01J Volg stappen 1 - 4 hieronder om de faxinstellingen te configureren. Bepaal eerst welke ontvangstmodus het best aansluit bij uw situatie en volg dan de aanwijzingen op het scherm om de bijbehorende instellingen te configureren. Als u meer wilt weten over een bepaalde stap, klikt u op de koppeling om naar het desbetreffende gedeelte te gaan.
Instellen Bepalen welke faxontvangstmodus u wilt gebruiken 2LFC-01C U kunt de faxinstellingen pas configureren als u hebt bepaald welke ontvangstmodus het best aansluit bij het beoogde gebruik. Beoogd gebruik Ontvangstmodus Alleen fax gebruiken/nooit telefoon <Automatisch> gebruiken Kies deze instelling als u het apparaat uitsluitend wilt gebruiken voor het ontvangen van faxen en u de telefoon of optionele handset niet gaat gebruiken.
Instellen Het faxnummer en de naam van het apparaat registreren 2LFC-01E Registreer het faxnummer en de naam van het apparaat. Deze gegevens worden afgedrukt aan het begin van pagina's die u verstuurt. Selecteer <Menu> in het scherm Start. Het scherm Start(P. 122) Selecteer <Functie-instellingen>...
Instellen De ontvangstmodus selecteren 2LFC-01F Selecteer vooraf de ontvangstmodus die het best aansluit bij het beoogde gebruik ( Bepalen welke faxontvangstmodus u wilt gebruiken(P. 79) ). Selecteer <Volgende>. Selecteer de ontvangstmodus. ● Selecteer <Ja> of <Nee> om de ontvangstmodus te selecteren voor de handelingen die u wilt verrichten. ●...
Instellen De telefoonlijn aansluiten 2LFC-01H 1660-01S Sluit de telefoonlijn aan op het apparaat. Sluit de telefoonlijn aan op het apparaat. ● Sluit het meegeleverde telefoonsnoer aan op de telefoonaansluiting ( ) van het apparaat en op de wanddoos. ● Als u een telefoon of antwoordapparaat gebruikt, moet u de aansluiting voor een externe telefoon ( ) van het apparaat gebruiken.
Pagina 91
Instellen Basishandelingen voor het verzenden van faxen(P. 216) Faxen ontvangen(P. 225)
Instellen Scaninstellingen configureren 2LFC-01J U kunt gescande originele documenten alleen rechtstreeks per e-mail of I-Fax verzenden of opslaan in gedeelde mappen of op een FTP-server als u het netwerk configureert. De Instel-tool Zendfunctie, een applicatie die bij het apparaat wordt geleverd, zal u helpen bij de vereiste installatie. Voer de noodzakelijke configuratie uit, afhankelijk van uw doel en van de netwerkomgeving.
Instellen Het gebruik van het apparaat als een scanner voorbereiden 2LFC-01K Om dit apparaat als een scanner te gebruiken, moet u voor gebruik de nodige voorbereidingen treffen, inclusief het installeren van de software op een computer. Voor meer informatie raadpleegt u de handleidingen voor de relevante stuurprogramma's op de website voor de handleidingen.
Instellen Instelprocedure voor e-mail verzenden / I-Faxen verzenden & ontvangen 2LFC-01L Controleer de onderstaande punten voordat u het apparaat gaat configureren voor het scannen naar e-mail. Zorg ervoor dat de machine en de computer op de juiste manier met elkaar zijn verbonden.
Instellen Basisinstellingen voor e-mail configureren 2LFC-01R Dit gedeelte beschrijft hoe u met behulp van het Instel-tool Zendfunctie configureert. Met behulp van het Instel-tool Zendfunctie kunt u ook e-mailadressen opslaan in het adresboek. ● Het Instel-tool Zendfunctie is een hulpmiddel voor het configureren van de e-mailinstellingen. In plaats van het Instel-tool Zendfunctie kunt u met behulp van de externe UI meer gedetailleerde instellingen configureren zoals de instellingen voor POP-verificatie voordat u verzendt of vóór gecodeerde communicatie.
Pagina 96
Instellen Als het apparaat niet wordt weergegeven in [Apparatenlijst] ● Klik op [Opnieuw zoeken]. Als het probleem blijft optreden, klikt u op [Zoeken op IP-adres], typt u het IP-adres van het apparaat en klikt u op [OK]. Controleer de instellingen en bevestig deze door op [OK] te klikken. Klik op [Start].
Pagina 97
Instellen [Favorietnummer] Met het Instel-tool Zendfunctie kunt u een e-mailadres opslaan in het onderdeel <Favorieten> van het adresboek. Selecteer een nummer in de vervolgkeuzelijst. [Naam voor favorietnummer] Voer de naam in voor de bestemming die u wilt opslaan. Kies een naam die u eenvoudig kunt terugvinden in het adresboek.
Instellen Communicatie-instellingen voor E-mail/I-Fax configureren 2LFC-01S Configureer met de UI op afstand de gedetailleerde instellingen voor het verzenden en ontvangen, zoals de instellingen voor het gebruik van het apparaat voor het verzenden en ontvangen van I-Faxen en de instellingen voor POP-verificatie en versleuteling of communicatie, voordat u e-mailberichten of I-Faxen verzendt.
Instellen [Gebruikersnaam] Voer met alfanumerieke tekens de gebruikersnaam in voor het opgegeven e-mail-account wanneer een POP3-server wordt gebruikt. [Wachtwoord instellen/wijzigen] U kunt het wachtwoord instellen of wijzigen wanneer een POP3-server wordt gebruikt, door dit selectievakje in te schakelen en alfanumerieke tekens in te voeren in [Wachtwoord]. De instellingen opgeven die nodig zijn voor I-Fax-ontvangst [POP RX] Schakel het selectievakje in als u I-Faxen wilt ontvangen.
Instellen [Gebruik APOP-authenticatie] Schakel het selectievakje in om het wachtwoord tijdens het verificatieproces te coderen met APOP. SMTP-verificatie configureren Als u SMTP-verificatie (SMTP AUTH) gebruikt, worden op het moment van het verzenden van e-mail of I-Fax, de gebruikers geverifieerd aan de hand van een gebruikersnaam en wachtwoord. [Gebruik SMTP-authenticatie (SMTP AUTH)] Als u verificatie wilt inschakelen op de SMTP-server, schakelt u het selectievakje in en typt u alfanumerieke tekens in het tekstvak [Gebruikersnaam].
Pagina 101
Instellen ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. ● Afhankelijk van het netwerk dat u gebruikt, moet u mogelijk de instelling van de SMTP- of POP3-poort wijzigen ( Poortnummers wijzigen(P. 378) ). Neem voor meer informatie contact op met uw internetprovider of de netwerkbeheerder.
Instellen Procedure om een gedeelde map in te stellen als een opslaglocatie 2LFC-01U Controleer de onderstaande punten voordat u het apparaat gaat configureren voor het scannen naar gedeelde mappen. Zorg ervoor dat de machine en de computer op de juiste manier met elkaar zijn verbonden.
Instellen Een gedeelde map instellen als een opslaglocatie 2LFC-01W Het scannen naar gedeelde mappen wordt ook wel "scannen naar SMB" genoemd omdat de functie werkt met SMB (Server Message Block), een technologie van Windows. SMB is een protocol voor het delen van bronnen, zoals bestanden en printers, met meerdere apparaten in een netwerk ( SMB configureren(P.
Pagina 104
Instellen Als het apparaat niet wordt weergegeven in [Apparatenlijst] ● Klik op [Opnieuw zoeken]. Als het probleem blijft optreden, klikt u op [Zoeken op IP-adres], typt u het IP-adres van het apparaat en klikt u op [OK]. Controleer de instellingen en bevestig deze door op [OK] te klikken. Klik op [Start].
Pagina 105
Instellen [Registratie] [Favorietnummer] Met het Instel-tool Zendfunctie kunt u een gedeelde map voor het opslaan van gescande documenten toevoegen aan het onderdeel <Favorieten> van het adresboek. Selecteer een nummer in de vervolgkeuzelijst. [Naam voor favorietnummer] Voer de naam in voor de bestemming die u wilt opslaan. Kies een naam die u eenvoudig kunt terugvinden in het adresboek.
Instellen Procedure om een FTP Server in te stellen als een opslaglocatie 2LFC-01X Controleer de onderstaande punten voordat u het apparaat gaat configureren voor het scannen naar een FTP-server. Zorg ervoor dat de machine en de computer op de juiste manier met elkaar zijn verbonden.
Pagina 107
Basishandelingen Basishandelingen Basishandelingen ............................101 ......................105 Onderdelen en de bijbehorende functies ..............................106 Voorzijde ..............................108 Achterzijde ..............................110 Binnenzijde ............................111 Documentinvoer ............................ 112 Multifunctionele lade ..............................113 Papierlade ............................114 Bedieningspaneel ............................116 De machine aanzetten ........................... 117 De machine uitzetten .......................
Pagina 108
Basishandelingen ....................... 170 Veelgebruikte instellingen opslaan .................... 172 De standaardinstellingen voor functies wijzigen ..............................174 Instelgeluiden ............................. 176 De slaapstand instellen ............................ 178 Bestemmingen opslaan ....................180 Bestemmingen opslaan in het adresboek ................183 Meerdere bestemmingen registreren als een groep ..............
Basishandelingen Basishandelingen 2LFC-01Y In dit hoofdstuk worden de basishandelingen beschreven, zoals het gebruiken van het bedieningspaneel of het plaatsen van het papier. Het gaat hier om handelingen die vaak worden uitgevoerd om de functies van het apparaat te gebruiken. ◼ Onderdelen en de bijbehorende functies In dit gedeelte wordt aandacht besteed aan de externe en interne onderdelen van het apparaat en hun functie.
Pagina 110
Basishandelingen ◼ Originelen plaatsen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u originelen op de glasplaat en in de documentinvoer plaatst. Originelen plaatsen(P. 135) ◼ Papier laden Dit gedeelte beschrijft hoe u het papier in de papierlade en de multifunctionele lade plaatst. Papier laden(P.
Pagina 111
Basishandelingen ◼ Instelgeluiden In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u het volume van de verschillende systeemgeluiden kunt aanpassen, bijvoorbeeld van het geluid dat u hoort als het verzenden van een fax is voltooid of als er een fout is opgetreden. Instelgeluiden(P.
Basishandelingen Onderdelen en de bijbehorende functies 2LFC-020 In dit gedeelte worden de onderdelen van het apparaat beschreven (buitenzijde, voorzijde, achterzijde en binnenzijde), evenals de functie die ze hebben. Naast de onderdelen van het apparaat die nodig zijn voor het uitvoeren van basishandelingen zoals het laden van papier en het vervangen van tonercartridges, wordt hier ook aandacht besteed aan de toetsen op het bedieningspaneel en het display.
Basishandelingen Voorzijde 2LFC-021 Invoer Hiermee worden originelen automatisch in het apparaat gevoerd om te worden gescand. Als u twee of meer originelen in de invoer plaatst, kunnen ze na elkaar gescand. Documentinvoer(P. 111) Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bevat toetsen zoals de toets Start en de toets Stop, een display en statuslampjes. U kunt hier alle bewerkingen uitvoeren en instellingen opgeven.
Pagina 115
Basishandelingen Papierstopper Open de papierstopper als u het nodig vindt om te verhoeden dat het papier uit de uitvoerlade valt. Klep aan de voorzijde Open de klep aan de voorzijde als u de tonercartridge wilt vervangen of een papierstoring wilt verhelpen. Procedure voor het vervangen van de tonercartridge(P.
Basishandelingen Achterzijde 2LFC-022 Klep aan de achterzijde Open deze klep als u papierstoringen gaat verhelpen. Papierstoringen verhelpen(P. 655) Ventilatieopeningen Warme lucht wordt door deze openingen afgevoerd om de binnenzijde van de machine af te koelen. Een goede ventilatie is niet mogelijk als u voorwerpen voor de ventilatieopeningen plaatst. Etiket stroomverbruik Dit etiket vermeldt onder andere het serienummer.
Basishandelingen USB poort (voor aansluiting van computer) Hier kunt u een USB-kabel aansluiten om de machine te verbinden met een computer. LAN-poort Hier kunt u een LAN-kabel aansluiten om de machine te verbinden met een bekabeld LAN-router, enzovoort. Verbinding maken met een bedraad LAN(P. 16)
Basishandelingen Binnenzijde 2LFC-023 Transportgeleider (aan de achterkant) Als het papier in het apparaat vastloopt, til dan de transportgeleider op richting de voorzijde van het apparaat en verwijder het vastgelopen papier. Papierstoringen verhelpen(P. 655) Transportgeleider (aan de voorkant) Als het papier in het apparaat vastloopt, til dan de transportgeleider op richting de achterzijde van het apparaat en verwijder het vastgelopen papier.
Basishandelingen Documentinvoer 2LFC-024 Klep van de documentinvoer Open deze klep als u papierstoringen gaat verhelpen. Papierstoringen in de aanvoer(P. 657) Glijdende geleiders Stel deze geleiders in voor de breedte van het origineel. Toevoerlade voor originelen Hiermee worden originelen automatisch in het apparaat gevoerd om te worden gescand. Als u twee of meer originelen in de invoer plaatst, kunnen ze na elkaar gescand.
Basishandelingen Multifunctionele lade 2LFC-025 Papiergeleiders Stel de papiergeleiders exact af op de breedte van het geladen papier, zodat het papier mooi recht in de machine wordt gevoerd. Druk op de ontgrendelingspal die in de afbeeldingen met een pijl wordt aangegeven om de geleider te ontgrendelen, zodat u deze kunt verschuiven. Papierlade Trek de papierlade uit als u papier gaat plaatsen.
Basishandelingen Papierlade 2LFC-026 Papiergeleiders Stel de papiergeleiders exact af op de grootte van het geladen papier, zodat het papier mooi recht in het apparaat wordt gevoerd. Druk op de ontgrendelingspallen die in de afbeeldingen met pijlen worden aangegeven om de geleiders te ontgrendelen, zodat u deze kunt verschuiven. Indicator papierniveau Geeft de resterende hoeveelheid papier aan.
Basishandelingen Bedieningspaneel 2LFC-027 ● De hoek van het bedieningspaneel kan worden ingesteld. Kies een hoek waaronder u het paneel het beste kunt bekijken. De hoek instellen(P. 115) Display Hierop wordt de voortgang van het apparaat en foutstatussen weergegeven. De display is een aanraakscherm, zodat u instellingen kunt opgeven door het scherm direct aan te raken.
Basishandelingen Het scherm Start(P. 122) Het scherm Start aanpassen(P. 167) Toets Stop Druk op deze toets om het afdrukken en andere bewerkingen te annuleren. De hoek instellen Als u het scherm van het bedieningspaneel slecht kunt zien, moet u de hoek van het paneel veranderen. KOPPELINGEN Basishandeling(P.
Basishandelingen De machine aanzetten 2LFC-028 In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de machine aanzet. Controleer of de stekker goed in het stopcontact zit. Druk op de hoofdschakelaar. ➠ Het Start-scherm verschijnt. Bedieningspaneel(P. 114) ● U kunt kiezen welk scherm verschijnt nadat het apparaat AAN is gezet. <Standaardscherm na opstart/ herstel>(P.
Basishandelingen De machine uitzetten 2LFC-029 In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de machine uitzet. Druk op de hoofdschakelaar. ● Het kan een tijdje duren voordat het apparaat geheel is uitgeschakeld. Wacht tot het display is gedoofd en trek dan pas de stekker eruit. ●...
Basishandelingen Op een vaste tijd uitschakelen 2LFC-02A U kunt een instelling realiseren dat het apparaat iedere dag van de week op een bepaalde tijd automatisch UIT gaat. Hiermee kunt u nutteloos stroomverbruik vermijden dat kan optreden als u nalaat het apparaat UIT te schakelen. Standaard is deze functie niet actief.
Pagina 127
Basishandelingen [Zondag] tot [Zaterdag] Voer de tijd in waarop het apparaat UIT moet gaan. Als u op een bepaalde weekdag het vakje leeg laat, is de functie voor die dag niet actief. Klik op [OK]. Als het apparaat op de opgegeven tijd niet automatisch UIT gaat ●...
Basishandelingen Het bedieningspaneel gebruiken 2LFC-02C U kunt het display en de toetsen van het bedieningspaneel gebruiken om apparaatinstellingen te configureren of functies te activeren. Dit gedeelte beschrijft het basisgebruik van het display en de toetsen. Basisschermen(P. 121) Basishandeling(P. 128) Tekst invoeren(P. 131) ●...
Basishandelingen Basisschermen 2LFC-02E Het scherm Start of het instellingenscherm wordt op het display weergegeven, zodat u kunt beginnen met functies zoals kopiëren en scannen. U kunt ook met de display informatie controleren, zoals foutmeldingen en de bedieningsstatus van het apparaat. Het scherm is ook een aanraakpaneel, dus u kunt bedieningshandelingen uitvoeren door het scherm direct aan te raken.
Basishandelingen Het scherm Start 2LFC-02F Het scherm Start wordt weergegeven wanneer u het apparaat inschakelt door op het bedieningspaneel op drukken. Via dit scherm kunt u instellingen opgeven en functies registreren. Een andere pagina kiezen Kies hiermee een andere pagina in het scherm Start. U kunt ook zijdelings strijken om van pagina te wisselen.
Pagina 131
Basishandelingen Knop Toepassingenbibliotheek Met deze knoppen kunt u dankzij de één-toetsbediening op eenvoudige wijze handige functies uitvoeren. Voor meer informatie raadpleegt u de handleiding voor de Application Library (Toepassingenbibliotheek) op de website met handleidingen. <Beveiligde afdruk> Met behulp van deze functie drukt u een beveiligd document af. Een document afdrukken dat is beveiligd met een pincode (beveiligd afdrukken)(P.
Pagina 132
Basishandelingen <Paspoortkopie> Hiermee kun u meerdere paspoorten op één vel afdrukken. Paspoortkopieën maken(P. 209) <Bedieningshandleiding> Druk hierop voor bedieningsinstructies en oorzaken van/ oplossingen voor fouten. Knoppen voor snelkoppelingen Toon "Favoriete Instellingen" geregistreerd bij kopiëren, faxen en scannen. Knoppen toevoegen aan het scherm Start(P.
Basishandelingen Het scherm <Statusmonitor> 2LFC-02H Wanneer u op <Statusmonitor> drukt, wordt er een scherm weergegeven waarin u de voortgang kunt controleren van documenten, en ook de status van het apparaat (resterende hoeveelheid toner in de tonercartridge, enzovoort) en netwerkinstellingen, zoals het IP-adres van het apparaat. <Foutgegevens/melding>...
Basishandelingen Status en logboeken van gekopieerde, afgedrukte, en verzonden / ontvangen documenten Hiermee geeft u de huidige status van het geselecteerde item weer. Hieronder ziet u het scherm <Kopieer-/ afdrukopdracht> als voorbeeld. <Netwerkinformatie> Geeft de netwerkinstellingen zoals het IP-adres van het apparaat weer en de status zoals de staat van de draadloze LAN-communicatie.
Basishandelingen Berichtenvenster 2LFC-02J Berichten worden op het scherm weergegeven, bijvoorbeeld als het papier op is of de tonercartridges opraken. Maatregelen bij ieder bericht(P. 630) Als er een fout optreedt In sommige gevallen worden, wanneer er een fout optreedt, instructies weergegeven over hoe u moet reageren.
Basishandelingen Basishandeling 2LFC-02K Het display is een aanraakscherm: u bedient het door het aan te raken. Vermijd de volgende handelingen. ● Hierdoor kunnen zich storingen voordoen of kan het display beschadigd raken. - Hard drukken - Drukken met puntige voorwerpen (vingernagel, balpen, potlood enzovoort) - Aanraken met vochtige/vuile handen - Het display gebruiken terwijl er een voorwerp op staat ●...
Basishandelingen ◼ Items selecteren Tik op een itemnaam of knop om een selectie te maken. Als u een item per ongeluk aanraakt ● Schuif uw vinger weg en laat los om de selectie te annuleren. Teruggaan naar het vorige scherm ●...
Pagina 138
Basishandelingen ● U kunt verschillende instellingen wijzigen voor het display, zoals de weergavetaal: <Weergave- instellingen>(P. 455) ● Om het scherm te wijzigen dat automatisch wordt weergegeven wanneer het apparaat een bepaalde tijd inactief is, raadpleegt u: <Functie na automatische reset>(P. 463) ●...
Basishandelingen Tekst invoeren 2LFC-02L Als u tekst of een getal invoert, gebruik dan het scherm-toetsenbord. De numerieke toetsen worden op het scherm weergegeven om uitsluitend cijfers in te voeren. Een ander type teken kiezen Tik op <a> of <1/#> om tijdens het invoeren om te schakelen naar een ander tekentype. ●...
Basishandelingen Waardebereik ● De tussen haakjes ( ) weergegeven waarden onder het invoervak duiden het waardebereik aan. Als andere knoppen dan de numerieke toetsen worden weergegeven ● Als <+>/<-> of worden weergegeven, kunt u met behulp van de knoppen de numerieke waarde verhogen of verlagen, of de cursor verplaatsen.
Basishandelingen Aanmelden bij het apparaat 2LFC-02R Als Afdelings-ID-beheer is ingeschakeld of er zijn Systeembeheerders-ID's geactiveerd, kunt u het apparaat pas gebruiken wanneer u hebt ingelogd. U moet ook inloggen als er beperkingen zijn ingesteld voor het gebruik van de fax- en scanfuncties. Inlog Afdelings-ID beheer(P.
Basishandelingen Inloggen op Geautoriseerd Verzenden Als de autorisatie-instelling Zend-functie ( LDAP-Server-authenticatie(P. 365) ) is ingeschakeld, wordt het inlogscherm Geautoriseerd Zenden weergegeven wanneer de fax- of scanfunctie wordt gebruikt. Voer uw gebruikersnaam in. Selecteer <Gebruikersnaam>. Voer uw gebruikersnaam in. ● Voor het invoeren van tekst raadpleegt u Tekst invoeren(P.
Basishandelingen Originelen plaatsen 2LFC-02S Leg originelen op de glasplaat of in de documentinvoer. Gebruik de glasplaat voor het scannen van dikke of ingebonden documenten, zoals boeken. U kunt twee of meer vellen van originelen in de invoer leggen, zodat ze aansluitend kunnen worden gescand.
Basishandelingen Originelen op de glasplaat plaatsen Open de documentinvoer. Leg het origineel met de afdrukzijde naar beneden op de glasplaat. ● Leg het origineel in de linkerbovenhoek van de glasplaat. ● Om transparante originelen (bijvoorbeeld calqueerpapier of transparanten) te scannen, bedekt u deze met een vel normaal, wit papier.
Pagina 145
Basishandelingen Schuif de glijdende geleiders uit elkaar. ● Schuif de glijdende geleiders naar de zijkant totdat de tussenruimte iets breder is dan de werkelijke breedte van het origineel. Waaier de stapel originelen uit en maak er een rechte stapel van. ●...
Pagina 146
Basishandelingen ➠ De machine is gereed om het origineel te scannen. Schuif de glijdende geleiders goed tegen de randen van het origineel ● Als de glijdende geleiders te los of te strak zitten, kan het papier verkeerd worden ingevoerd of kunnen er papierstoringen ontstaan.
Basishandelingen Papier laden 2LFC-02U U kunt papier in de papierlade of de multifunctionele lade plaatsen. Gebruik de papierlade voor het laden van de papiersoort die u meestal gebruikt. De papierlade is handig wanneer u grote hoeveelheden papier gebruikt. Gebruik de multifunctionele invoer wanneer u tijdelijk een formaat of type papier wilt gebruiken dat niet in de papierlade is geplaatst.
Basishandelingen Behandeling en opslag van papier ● U wordt geadviseerd het papier na het uitpakken zo snel mogelijk te gebruiken. Papier dat nog niet wordt gebruikt, moet weer in de originele verpakking worden gedaan en op een platte ondergrond worden bewaard.
Basishandelingen Papier in de papierlade plaatsen 2LFC-02W 1660-02Y Laad het papier dat u normaliter in de papierlade gebruikt. Als u wilt afdrukken op papier dat niet in de papierlade is geplaatst, laad het dan in de multifunctionele lade. Papier in de multifunctionele lade plaatsen(P. 146) Papier van gangbaar formaat plaatsen(P.
Basishandelingen ● Houd de papierlade met twee handen vast en trek deze voorzichtig uit het apparaat. Als u dat niet doet, kan de lade beschadigd raken wanneer u deze laat vallen omdat de lade te snel naar buiten schuift. Verstel de positie van de papiergeleiders zo dat ze overeenkomen met het papierformaat dat u wilt gebruiken.
Basishandelingen ● Als u de papierlade plaatst met <Melden om papierinst. te controleren> ingesteld op <Aan>, verschijnt een bevestigingsscherm. <Melden om papierinst. te controleren>(P. 559) » Ga verder met Het type en formaat papier opgeven dat in de papierlade is geplaatst(P.
Pagina 152
Basishandelingen Leg het papier zo dat de rand van de papierstapel net de voorzijde van de papierlade raakt. ● Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden. ● Waaier de papierstapel uit en tik met de onderkant op een vlak oppervlak om de vellen papier mooi gelijk te leggen.
Pagina 153
Basishandelingen Schuif de papiergeleiders stevig tegen de randen van het papier ● Als de papiergeleiders te los of te strak zitten, kan het papier verkeerd worden ingevoerd of kunnen er papierstoringen ontstaan. Schuif de papierlade in de machine. ● Als u de papierlade plaatst met <Melden om papierinst. te controleren> ingesteld op <Aan>, verschijnt een bevestigingsscherm.
Basishandelingen Papier in de multifunctionele lade plaatsen 2LFC-02X 1660-030 Als u wilt afdrukken op papier dat niet in de papierlade is geplaatst, laad het dan in de multifunctionele lade. Laad het papier dat u normaliter in de papierlade gebruikt. Papier in de papierlade plaatsen(P. 141) Zorg ervoor dat u de papierlade plaatst ●...
Pagina 155
Basishandelingen Schuif de papiergeleiders naar de zijkanten van de papierlade. ● Druk op de ontgrendelingspal om de papiergeleiders naar de zijkanten van de papierlade te schuiven. Plaats het papier in de multifunctionele lade tot het papier stopt. ● Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven. ●...
Pagina 156
Basishandelingen Schuif de papiergeleiders tegen de randen van het papier. ● Druk op de ontgrendelingspal en schuif de papiergeleiders naar binnen totdat ze stevig tegen de randen van het papier zitten. Schuif de papiergeleiders stevig tegen de randen van het papier ●...
Basishandelingen Enveloppen plaatsen 2LFC-02Y Strijk de enveloppen glad voordat u ze gaat laden. Let ook op de invoerrichting van de enveloppen en welke kant naar boven wijst. U kunt geen enveloppen in de papierlade laden. Voordat u enveloppen gaat laden(P. 149) In de multifunctionele invoer(P.
Basishandelingen Maak van de enveloppen een rechte stapel door ze met de zijkanten op een vlakke ondergrond te stoten. In de multifunctionele invoer Laad enveloppen van het formaat Monarch, COM10, DL of ISO-C5 met de korte zijde naar voren en met de kant zonder lijm (de voorzijde) naar boven.
Basishandelingen Voorbedrukt papier plaatsen 2LFC-030 Als u papier gebruikt waarop vooraf een logo is afgedrukt, let u bij het plaatsen op de invoerrichting van het papier. Zorg dat het papier goed is geplaatst zodat er op de juiste kant van het papier met een logo wordt afgedrukt. Enkelzijdig afdrukken op papier met logo's(P.
Basishandelingen Afdrukken op papier met logo's in de afdrukrichting Liggend Het papier in de papierlade laden Laad het papier met de kant van het logo (de afdrukzijde) naar beneden. Als u papier in de multifunctionele lade plaatst Laad het papier met de kant van het logo (de afdrukzijde) naar boven.
Pagina 161
Basishandelingen Dubbelzijdig afdrukken op papier met logo's Afdrukken op papier met logo's in de afdrukrichting Staand Het papier in de papierlade laden Laad het papier met de voorzijde van het bedrukte papier (de zijde voor de eerste pagina van het document) naar boven.
Pagina 162
Basishandelingen Afdrukken op papier met logo's in de afdrukrichting Liggend Het papier in de papierlade laden Laad het papier met de voorzijde van het bedrukte papier (de zijde voor de eerste pagina van het document) naar boven. Als u papier in de multifunctionele lade plaatst Laad het papier met de voorzijde van het bedrukte papier (de zijde voor de eerste pagina van het document) naar beneden.
Pagina 163
Basishandelingen instelling is vooral handig als u regelmatig zowel enkelzijdig als dubbelzijdig afdrukt. <Invoermethode papier schakelen>(P. 495)
Basishandelingen Het type en formaat papier opgeven 2LFC-031 U moet ervoor zorgen dat de instellingen voor het type en formaat papier overeenkomen met het papier dat is geplaatst. Vergeet dus niet de papierinstellingen aan te passen wanneer u papier gaat laden dat afwijkt van het eerder gebruikte papier.
Basishandelingen Het type en formaat papier opgeven dat in de papierlade is geplaatst 2LFC-032 Selecteer <Papierinstell.> in het scherm Start. Het scherm Start(P. 122) Selecteer de doel-papierlade. ● Wanneer de optionele cassette feeding module is geïnstalleerd, wordt zijn papierlade ook weergegeven. Selecteer het papierformaat.
Pagina 166
Basishandelingen Papier van A5 formaat plaatsen ● In de liggende afdrukstand, selecteert u <A5>. In de staande afdrukstand, selecteert u <A5R>. Liggende afdrukrichting Staande afdrukrichting Selecteer het papiertype. KOPPELINGEN Papier in de papierlade plaatsen(P. 141) De papierformaten die worden weergegeven, beperken(P. 164) Geschikt papier(P.
Basishandelingen Het papierformaat en de papiersoort in de multifunctionele lade opgeven 2LFC-033 Het onderstaande scherm wordt weergegeven als er papier is geladen in de multifunctionele lade. Volg de aanwijzingen op het scherm om instellingen op te geven voor het formaat en type papier dat is geladen. Als het bovenstaande scherm niet wordt weergegeven als papier wordt geladen ●...
Pagina 168
Basishandelingen ● Als u het papierformaat dat u vaak gebruikt, vastlegt onder de knoppen <S1> tot <S3>, kunt u het met één knopdruk oproepen. Een aangepast papierformaat registreren(P. 163) Selecteer <Toepassen>. Selecteer het papiertype. KOPPELINGEN Papier in de multifunctionele lade plaatsen(P. 146) De papierformaten die worden weergegeven, beperken(P.
Basishandelingen Standaard papierinstellingen voor de multifunctionele lade registreren 2LFC-034 U kunt standaard-papierinstellingen opslaan voor de multifunctionele lade. Hierdoor hoeft u niet steeds instellingen in te voeren wanneer u altijd hetzelfde papier gebruikt in de multifunctionele lade. ● Als u standaard-papierinstellingen hebt opgegeven, wordt het scherm met papierinstellingen niet meer weergegeven wanneer u papier laadt.
Pagina 170
Basishandelingen ● Als u het papierformaat dat u vaak gebruikt, vastlegt onder de knoppen <S1> tot <S3>, kunt u het met één knopdruk oproepen. Een aangepast papierformaat registreren(P. 163) Selecteer <Toepassen>. Selecteer het papiertype. KOPPELINGEN Papier in de multifunctionele lade plaatsen(P. 146) De papierformaten die worden weergegeven, beperken(P.
Basishandelingen Een aangepast papierformaat registreren 2LFC-035 U kunt maximaal drie aangepaste papierformaten opslaan die u regelmatig gebruikt. Selecteer <Papierinstell.> in het scherm Start. Het scherm Start(P. 122) Selecteer <Gebr.papier registr.>. Selecteer het registratienummer. Een instelling verwijderen ● Selecteer <Verwijderen> <Ja>. Geef de lengte van de <X>-zijde en <Y>-zijde op.
Basishandelingen De papierformaten die worden weergegeven, beperken 2LFC-036 U kunt ervoor zorgen dat alleen papierformaten die u vaak gebruikt, worden getoond in het scherm voor het selecteren van de instelling van het papierformaat. Selecteer <Papierinstell.> in het scherm Start. Het scherm Start(P. 122) Selecteer <Veelgebruikte papierformaten selecteren>.
Basishandelingen Automatisch een juiste papierbron voor iedere functie selecteren 2LFC-037 De functie voor het automatisch selecteren van de papierbron voor iedere papierbron in- of uitschakelen. Als deze mogelijkheid is ingesteld op <Aan>, selecteert het apparaat automatisch voor iedere afdruktaak een papierbron waarin het juiste papierformaat is geladen.
Basishandelingen Het display aanpassen 2LFC-038 Om het scherm Start gebruiksvriendelijker te maken, kunt u het op de gebruiker toesnijden. Daarnaast kunt u efficiënter werken door voor iedere functie uw favoriete instellingen voor het scherm Basisfuncties te registreren. Het scherm Start aanpassen U kunt knoppen voor snelkoppelingen die worden weergegeven in het scherm Start rangschikken naar eigen voorkeur.
Basishandelingen Het scherm Start aanpassen 2LFC-039 U kunt knoppen voor snelkoppelingen die worden weergegeven in het scherm Start toevoegen / wissen naar eigen toepassing of u kunt ze rangschikken naar eigen voorkeur. U kunt de volgorde waarin zij worden weergegeven, wijzigen.
Basishandelingen Geregistreerde knoppen verwijderen ● Schakel het selectievakje voor de naam van de knop die u wilt verwijderen, uit en selecteer <Toepassen>. Wanneer u een geregistreerde knop hebt verwijderd, verschijnt een ruimte waar de knop werd weergegeven in het scherm Start. Als het nodig is, kunt u de ruimte wissen. Lees het bericht dat wordt weergegeven en selecteer <OK>.
Pagina 177
Basishandelingen Een spatie verwijderen ● Selecteer de spatie die u wilt verwijderen, en selecteer <Lege wissen>. Selecteer <Toepassen>. KOPPELINGEN Basishandeling(P. 128)
Basishandelingen Veelgebruikte instellingen opslaan 2LFC-03A Als u veelgebruikte instellingen registreert als "favoriete instellingen", kunt u deze snel oproepen wanneer u kopieën maakt, een fax verzendt of scant. Bovendien kunt u gecompliceerde instellingen registreren als "favoriete instellingen", zodat u ze later snel en gemakkelijk kunt oproepen. Tevens kunt u geregistreerde instelcombinaties aan een sneltoets toewijzen die is weergegeven op het scherm Start.
Basishandelingen Selecteer of u de instellingen wilt registreren als een knop voor een snelkoppeling. ● Als u <Ja> selecteert, wordt een bericht weergegeven. Bekijk het en selecteer vervolgens <OK>. De geregistreerde combinatie van instellingen wordt toegevoegd aan het scherm Start als een sneltoets. ●...
Basishandelingen De standaardinstellingen voor functies wijzigen 2LFC-03C De standaardinstellingen zijn de instellingen die worden weergegeven wanneer u het apparaat inschakelt of op <Reset> drukt. Als u deze standaardinstellingen afstemt op de bewerkingen die u regelmatig uitvoert, kunt u tijd besparen doordat u niet steeds dezelfde instellingen hoeft op te geven als u een handeling verricht. ◼...
Pagina 181
Basishandelingen ◼ E-Mail Raadpleeg voor informatie over veranderbare instelitems <E-mailinstellingen>(P. 528) . <Menu> <Functie-instellingen> <Verzenden> <Verzend- en scaninstellingen> <E- mailinstellingen> <Standaardinstellingen wijzigen (E-mail)> Selecteer de instelling Verander de standaardwaarde van het geselecteerde item <Toepassen> ◼ I-Fax Raadpleeg voor informatie over veranderbare instelitems <I-faxinstellingen>(P.
Basishandelingen Instelgeluiden 2LFC-03E De machine produceert in verschillende situaties geluidssignalen, bijvoorbeeld om aan te geven dat het versturen van een fax is voltooid of dat er papier is vastgelopen. U kunt het volume van deze geluiden afzonderlijk instellen. ◼ <Faxvolume> aanpassen Druk op de toets Pas het volume aan, selecteer <Toepassen>.
Basishandelingen Instelling Beschrijving Actie <Invoersignaal> Bevestigingssignaal telkens wanneer op een toets Selecteer <Aan> (signaal op het bedieningspaneel of een knop op het produceren) of <Uit> (geen display wordt gedrukt signaal produceren). <Signaal invoerfout> Geluid bij het indrukken van een ongeldige toets, zoals bij het invoeren van een cijfer buiten het toegestane bereik <Toon voor aanvullen voorraad>...
Basishandelingen De slaapstand instellen 2LFC-03F In de slaapstand wordt het stroomverbruik verlaagd door de stroomtoevoer naar het bedieningspaneel te onderbreken. Als er gedurende bepaalde tijd geen bewerkingen worden uitgevoerd op de machine, zoals tijdens de lunchpauze, kunt u energie besparen door op op het bedieningspaneel te drukken.
Basishandelingen <Menu> <Voorkeuren> <Timer-/energie-instellingen> <Automatische sluimertijd> Stel de tijd in die verstrijkt voordat het apparaat automatisch overgaat naar de slaapstand <Toepassen> De slaapstandinstelling veranderen voor de opgegeven tijd U kunt instellen dat het apparaat op een opgegeven tijd naar de slaapstand gaat. U kunt ook instellen dat het apparaat de slaapstand op een opgegeven tijd verlaat.
Basishandelingen Bestemmingen opslaan 2LFC-03H 1660-03J U kunt veelgebruikte bestemmingen opslaan in het fax/scanadresboek en eenvoudig selecteren als u ze nodig hebt ( Bestemmingen opslaan in het adresboek(P. 180) ). U kunt bestemmingen alfabetisch zoeken, kiezen uit lijsten in het adresboek of invoeren via een code van drie cijfers (codes voor verkort kiezen). Daarnaast kunt u de volgende functies gebruiken om bestemmingen snel op te geven.
Pagina 187
Basishandelingen < > Geeft bestemmingen voor I-Faxen weer. < > Geeft bestemmingen weer voor gedeelde mappen en FTP-servers. Registratie van bestemmingen wordt gerealiseerd vanaf de computer. Een gedeelde map instellen als een opslaglocatie(P. 95) Bestemmingen vanaf de UI op afstand registreren(P. 434) <...
Basishandelingen Bestemmingen opslaan in het adresboek 2LFC-03J Dit gedeelte beschrijft hoe u bestemmingen vanaf het bedieningspaneel registreert. U kunt ook de externe UI gebruiken om bestemmingen te registreren. Bestemmingen vanaf de UI op afstand registreren(P. 434) Selecteer <Adresboek> in het scherm Start. Het scherm Start(P.
Basishandelingen Selecteer condities om het zoekresultaat weer te geven. <Met alle onderstaande voorwaarden> Er worden alleen gebruikers gevonden en weergegeven die voldoen aan alle zoekcriteria uit stappen 3 en <Met sommige vd onderst. voorwaarden> Als gebruikers worden gevonden die voldoen aan minstens één van de opgegeven zoekcriteria die in stappen 3 en 4 zijn opgegeven, geef dan al deze gebruikers weer.
Pagina 190
Basishandelingen <ECM TX> Als er tijdens verzending van een afbeelding een fout optreedt, wordt de fout gecontroleerd en gecorrigeerd om te voorkomen dat een onjuiste afbeelding wordt verzonden bij de instelling <Aan>. <TX-snelheid> Als het even duurt voordat een verzending begint, bijvoorbeeld vanwege een slechte telefoonverbinding, kunt u de transmissiestartsnelheid verlagen.
Basishandelingen Meerdere bestemmingen registreren als een groep 2LFC-03K U kunt meerdere bestemmingen selecteren die al zijn opgeslagen en deze registreren als een groep. Dit gedeelte beschrijft hoe u een groep vanaf het bedieningspaneel registreert. U kunt een groep ook registreren met behulp van de UI op afstand.
Pagina 192
Basishandelingen Herhaal stap 6 tot en met 8 totdat u alle gewenste bestemmingen hebt opgeslagen en selecteer vervolgens <Toepassen>. Toont informatie over de bestemming ● Selecteer de bestemming en selecteer <Details>. Een bestemming uit de groep verwijderen ● Selecteer de bestemming die u uit de groep wilt verwijderen en selecteer <Verwijderen> <Ja>.
Basishandelingen De opgeslagen bestemmingen in het adresboek bewerken 2LFC-03L U kunt uw instellingen veranderen, bijvoorbeeld een geregistreerd faxnummer of -naam, het type geregistreerde bestemming veranderen van faxnummer naar e-mail, een kiescode veranderen, en groepsbestemmingen toevoegen of verwijderen. U kunt ook bestemmingen of groepen verwijderen. ●...
Basishandelingen Een USB-geheugenapparaat gebruiken 2LFC-03R Als u een USB-geheugen gebruikt, moet u het in de USB-poort van het apparaat steken. Voordat u een USB-geheugen gebruikt ● De ondersteunde formaten van USB-geheugenapparaat zijn FAT16 en FAT32. De volgende apparaten en gebruiken worden niet ondersteund. ●...
Pagina 195
Basishandelingen KOPPELINGEN Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat (afdrukken via geheugenmedia)(P. 269) Data opslaan op een USB-geheugentoestel(P. 286)
Pagina 196
Kopiëren Kopiëren Kopiëren ................................189 ....................191 Scherm voor Basisbewerkingen voor kopiëren ........................193 Basisbewerkingen voor kopiëren ............................198 Kopiëren annuleren ...................... 199 Kopieerstatus en logboeken controleren ....................201 Kopieerkwaliteit verbeteren en aanpassen ....................202 Selecteer het type origineel om te kopiëren ..................
Kopiëren Kopiëren 2LFC-03S 1660-03S Dit hoofdstuk beschrijft basisbewerkingen voor kopiëren, en verschillende handige kopieerfuncties. ◼ Basishandelingen gebruiken Scherm voor Basisbewerkingen voor kopiëren(P. 191) Basisbewerkingen voor kopiëren(P. 193) Kopiëren annuleren(P. 198) Kopieerstatus en logboeken controleren(P. 199) ◼ Kwaliteit verhogen Kopieerkwaliteit verbeteren en aanpassen(P. 201) Selecteer het type origineel om Scherpte voor het kopiëren Donkere randen wissen bij het...
Kopiëren Scherm voor Basisbewerkingen voor kopiëren 2LFC-03U Als u <Kopiëren> in het scherm Start selecteert, verschijnt het scherm voor Basisbewerkingen voor kopiëren. Huidige instelstatus en instelknoppen De instelstatus, zoals kopieerverhouding, kopieerpapier, en aantal kopieën, worden weergegeven. Om correct te kopiëren, moet u beslist de hier weergegeven instellingen controleren. Als u een instelling wilt veranderen, selecteert u het gewenste instelitem.
Pagina 200
Kopiëren <Reset> U kunt de standaard instellingen gezamenlijk herstellen. <Start> Start kopiëren met deze knop.
Kopiëren Basisbewerkingen voor kopiëren 2LFC-03W Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen-procedure om een origineel te kopiëren. Plaats het origineel / de originelen. Originelen plaatsen(P. 135) Selecteer <Kopiëren> in het scherm Start. Het scherm Start(P. 122) Selecteer <Aantal kopieën> in het scherm voor basisbewerkingen voor kopiëren. Scherm voor Basisbewerkingen voor kopiëren(P.
Kopiëren ◼ De achtergronddichtheid aanpassen <Densiteit> <Densiteit achtergrond aanpassen> <Aanpassen (handmatig)> achtergronddichtheid aanpassen <Toepassen> <Sluiten> ● Afhankelijk van de kleur van het origineel, worden andere delen dan de achtergrond misschien niet correct weergegeven. ● Wanneer u <Densiteit achtergrond aanpassen> instelt op <Automatisch>, vindt een automatische aanpassing plaats zodat de achtergrondkleur wit wordt.
Kopiëren <Type org./afw.> Geef de richting, openingtype, en afwerktype van het origineel op. Vergroten of verkleinen U kunt kopieën vergroten of verkleinen door een vooraf ingesteld zoompercentage te gebruiken zoals <A5->A4> of door in stappen van 1% een aangepast zoompercentage in te stellen. ●...
Kopiëren Kopieerpapier selecteren Geef aan welke papierbron het papier bevat dat u wilt gebruiken voor het afdrukken van kopieën. ● U moet eerst het formaat en type papier opgeven dat in de papierbron is geladen. Het type en formaat papier opgeven(P. 156) Papier laden(P.
Kopiëren Leg het volgende origineel op de glasplaat, en selecteer <Volgende origi- neel scannen>. ● U kunt ook <Densiteit> en <Type origineel> afzonderlijk voor ieder origineel opgeven. ● Herhaal deze stap totdat het volledige origineel is gescand. Selecteer <Afdruk starten>. ●...
Kopiëren Kopiëren annuleren 2LFC-03X Als u de kopieerbewerking wilt annuleren direct nadat u op <Start> hebt gedrukt, selecteert u <Annuleren> op het scherm of drukt u op op het bedieningspaneel. U kunt het kopiëren ook annuleren nadat u de kopieerstatus hebt gecontroleerd.
Kopiëren Kopieerstatus en logboeken controleren 2LFC-03Y U kunt de actuele kopieerstatus en de logboeken voor gekopieerde documenten controleren. ● Als <Weergave opdrachtlog> is ingesteld op <Uit>, kunt u de kopieer-logboeken niet inzien. <Weergave opdrachtlog>(P. 558) Handig in de volgende situaties ●...
Pagina 208
Kopiëren ➠ Geeft de gedetailleerde informatie over het document weer. Als er een driecijferig nummer wordt weergegeven bij <Fout> ● Deze code vertegenwoordigt een foutcode. Maatregelen bij iedere foutcode(P. 644) KOPPELINGEN Basisbewerkingen voor kopiëren(P. 193) Kopiëren annuleren(P. 198)
Kopiëren Kopieerkwaliteit verbeteren en aanpassen 2LFC-040 U kunt de kopieerkwaliteit verbeteren door gedetailleerdere instellingen op te geven, zoals de optimale beeldkwaliteit selecteren, onnodige schaduwen verwijderen, enzovoort. Selecteer het type origineel om Scherpte voor het kopiëren Donkere randen wissen bij het te kopiëren(P.
Kopiëren Selecteer het type origineel om te kopiëren 2LFC-041 U kunt de optische beeldkwaliteit voor de kopie selecteren op basis van het type origineel, zoals documenten met alleen tekst, documenten met grafieken en tabellen of documenten met tijdschriftfoto's. <Kopiëren> <Andere instell.> <Type origineel>...
Kopiëren Scherpte voor het kopiëren aanpassen (scherpte) 2LFC-042 U kunt de scherpte van de gekopieerde afbeelding aanpassen. Stel de scherpte hoger in om onscherpe teksten en lijnen te verscherpen of stel deze lager in om de weergave van tijdschriftfoto's te verbeteren. <Kopiëren>...
Kopiëren Donkere randen wissen bij het kopiëren (kader wissen) 2LFC-043 Als u originelen kopieert die kleiner zijn dan het uitvoerpapierformaat, verschijnen er mogelijk kaderlijnen rond de randen in de gekopieerde afbeelding. Als u tegenover elkaar liggende pagina's van een dik boek kopieert, verschijnen er mogelijk donkere randen.
Kopiëren Handige kopieerfuncties gebruiken 2LFC-044 Dit gedeelte beschrijft handige kopieerfuncties om papier te besparen, en de kopieerhandeling efficiënter te maken. Meerdere documenten op één vel Kopieën sorteren per Een ID-kaart kopiëren(P. 208) kopiëren (N op 1)(P. 206) pagina(P. 207) Paspoortkopieën maken(P. 209)
Kopiëren Meerdere documenten op één vel kopiëren (N op 1) 2LFC-045 U kunt het formaat van een origineel met meerdere pagina´s reduceren, en alle pagina´s op één zijde van het papier rangschikken. U kunt het aantal vellen opslaan als het document kan worden gekopieerd op minder pagina´s dan die van het origineel.
Kopiëren Kopieën sorteren per pagina 2LFC-046 Als u meerdere kopieën wilt gaan maken van originelen met meerdere pagina's, stel dan <Sorteren> in op <Aan> om de kopieën op paginavolgorde te sorteren. Deze functie is handig bij het voorbereiden van hand-outs voor vergaderingen of presentaties.
Kopiëren Een ID-kaart kopiëren 2LFC-047 1660-048 Gebruik <Kopie ID-kaart> om de voor- en achterzijde van een identiteitsbewijs op dezelfde zijde van een pagina te kopiëren. Deze functie is handig als u bijvoorbeeld een rijbewijs of paspoort gaat kopiëren. ● <Zoompercentage> wordt automatisch ingesteld op <100% 1:1>. Plaats de kaart op de glasplaat <Kopie ID-kaart>...
Kopiëren Paspoortkopieën maken 2LFC-048 U kunt meerdere paspoorten op één vel kopiëren. Plaats het paspoort met de gewenste pagina's open op de glasplaat. Originelen plaatsen(P. 135) Selecteer <Paspoortkopie> in het startscherm. Het scherm Start(P. 122) Selecteer de Lay-out. <2 op 1 (2-zijdig)> Kopieert vier tegenoverliggende pagina’s van paspoorten in zijn geheel op één papierzijde.
Pagina 218
Kopiëren Selecteer <Start>. ➠ Het eerste paspoort wordt gescand. Leg het volgende paspoort op de glasplaat, en selecteer <Volgende origi- neel scannen>. ● U kunt ook <Densiteit> en <Type origineel> afzonderlijk voor ieder paspoort opgeven. ● Herhaal deze stap totdat alle paspoorten zijn gescand. Selecteer <Afdruk starten>.
Pagina 219
Faxen Faxen Faxen ..................................212 ......................215 Scherm met basisfuncties voor faxen ................... 216 Basishandelingen voor het verzenden van faxen ......................224 Het verzenden van faxen annuleren ............................... 225 Faxen ontvangen ......................... 229 Nuttige functies bij verzenden ............. 230 Eerder gebruikte zendinstellingen oproepen (herhaal-instellingen) ......
Faxen Faxen 2LFC-049 1660-049 In dit hoofdstuk worden faxinstellingen, basishandelingen voor het faxen en verschillende andere nuttige functies beschreven, zoals Faxen via pc voor het rechtstreeks vanaf een computer verzenden van documenten, Adresboek voor het gemakkelijk opgeven van bestemmingen en Doorsturen zodat u faxen kunt ontvangen, ook wanneer u niet op kantoor bent.
Faxen ◼ Faxen ontvangen manier zoals wilt Verschillende ontvangstmethoden(P. 236) Ontvangen documenten in het apparaat opslaan (ontvangst in geheugen)(P. 237) ◼ Alle ontvangen documenten doorsturen De ontvangen documenten automatisch doorsturen(P. 239) ◼ Faxen rechtstreeks vanaf uw computer versturen Faxen versturen vanaf uw computer(P. 243)
Pagina 222
Faxen ◼ Faxen verzenden en ontvangen via internet Internet Fax (I-Fax) gebruiken(P. 246)
Faxen Scherm met basisfuncties voor faxen 2LFC-04A Als u <Fax> in het scherm Start selecteert, verschijnt het scherm voor basisfuncties voor faxen als u faxen verzendt. Tabblad <Bestem. inv.> Selecteer dit tabblad om direct een bestemming in te voeren. Tabblad <Bestemming opgeven> Selecteer dit tabblad om naar een LDAP-server te zoeken, een kiescode in te voeren, of een bestemming op te geven met behulp van de herhaalde-oproepinstellingen.
Faxen Basishandelingen voor het verzenden van faxen 2LFC-04C Dit gedeelte beschrijft de basishandelingen-procedure om een origineel te faxen. ● U moet enkele procedures doorlopen voordat u de faxfuncties kunt gebruiken. Begininstellingen configureren voor faxfuncties(P. 78) Plaats het origineel / de originelen. Originelen plaatsen(P.
Faxen Selecteer een index. Index(P. 178) Schakel het selectievakje voor de gewenste bestemming in, en selecteer <Toepassen>. ● Als een bestemming is geselecteerd uit het <Adresboek> in het scherm Start, kan het scherm voor basisfuncties voor faxen verschijnen terwijl de geselecteerde bestemming blijft gespecificeerd. Opgeven uit kiescodenummers Getallen van drie cijfers (codes voor verkort kiezen) worden aan adressen in het Adresboek toegewezen.
Faxen ● Wanneer <Bevestigen bij TX-kiescode> is ingesteld op <Aan>, wordt een scherm weergegeven dat de bestemming en de naam voor het nummer toont. (Voor Groepskiezen worden de naam van de bestemming en het aantal bestemmingen getoond.) Bekijk de inhoud en selecteer, als alles juist is, <OK>. U kunt een andere bestemming opgeven door <Annuleren>...
Pagina 227
Faxen Selecteer de LDAP-server die u gebruikt. Selecteer condities waaraan de gezochte gebruikersinformatie moet voldoen. ● Naam, faxnummers, e-mailadressen, namen van bedrijven, en bedrijfsunits zijn de criteria die beschikbaar zijn voor het zoeken naar bestemmingen. Voer de te zoeken tekenreeks in en selecteer <Toepassen>. ●...
Faxen Een bestemming toevoegen ● Als u een fax naar verschillende bestemmingen tegelijk wilt verzenden (groepsverzending), herhaalt u de betreffende stappen om alle bestemmingen in te voeren. ● U kunt ook eerder gebruikte bestemmingen opnieuw oproepen. Eerder gebruikte zendinstellingen oproepen (herhaal-instellingen)(P. 230) Bestemmingen verwijderen Als u meerdere bestemmingen hebt opgegeven, kunt u indien nodig bestemmingen verwijderen.
Faxen ◼ Dichtheid aanpassen Selecteer <Densiteit> op het tabblad <TX/RX-instellingen> Stel de dichtheid in <Toepassen> ◼ Scherpte aanpassen Selecteer <Scherpte> op het tabblad <TX/RX-instellingen> Stel de scherpte in <Toepassen> Voorbeeld: Als u met potlood geschreven tekst en lijnen scherper wilt maken Voorbeeld: Als u de weergave van foto's uit een tijdschrift wilt verbeteren...
Faxen Dubbelzijdige originelen scannen Het apparaat kan automatisch de voor- en achterzijde scannen van originelen in de invoer. ● Het apparaat kan de beide zijden van originelen namelijk niet automatisch scannen wanneer u de originelen op de glasplaat legt of wanneer Handmatig verzenden is ingeschakeld. Selecteer <2-zijdig origineel>...
Faxen Leg het volgende origineel op de glasplaat, en selecteer <Volg. scannen>. ● Herhaal deze stap totdat alle pagina's zijn gescand. Selecteer <Verz. starten>. ➠ De faxen worden verzonden. ● Als u faxen altijd met dezelfde instellingen wilt verzenden: De standaardinstellingen voor functies wijzigen(P.
Faxen Het verzenden van faxen annuleren 2LFC-04E Als u het verzenden van faxberichten wilt annuleren, onmiddellijk nadat u op <Start> hebt gedrukt, selecteert u <Annuleren> op het display of drukt u op op het bedieningspaneel. U kunt het verzenden van faxberichten ook annuleren na het controleren van de faxstatus.
Faxen Faxen ontvangen 2LFC-04F In dit gedeelte worden de methoden beschreven voor het ontvangen van faxen. Er wordt ook uitgelegd hoe u de machine configureert voor het ontvangen van faxen. U moet enkele procedures uitvoeren met betrekking tot de faxfuncties voordat u de ontvangstinstellingen gaat opgeven. Begininstellingen configureren voor faxfuncties(P.
Faxen ● U moet vooraf een telefoon of de optionele handset aansluiten op het apparaat. ● U kunt instellen dat faxen automatisch moeten worden ontvangen als een binnenkomende oproep een bepaalde tijd klinkt. <Omschakelen naar Auto RX>(P. 543) Als de oproep een fax is De fax wordt automatisch ontvangen nadat u een signaal voor een binnenkomende oproep hebt gehoord.
Faxen Selecteer <RX-modus> op het tabblad <TX/RX-instellingen> van het scherm voor basisfuncties voor faxen. Scherm met basisfuncties voor faxen(P. 215) Selecteer de ontvangstmethode. Als u <Fax/telefoon (automatisch schakelen)> kiest Geef desgewenst de drie volgende instellingen op. Selecteer <Toepassen> als u klaar bent. <Starttijd beltoon>...
Pagina 236
Faxen Als u een pieptoon hoort, voert u met de toetsen van de telefoon de code voor ontvangst op afstand in. ● Raadpleeg <RX op afstand>(P. 543) voor meer informatie over het instellen van het ID-nummer. Leg de handset op de haak. KOPPELINGEN Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren(P.
Faxen Nuttige functies bij verzenden 2LFC-04H Dit gedeelte beschrijft hoe u een fax moet doorsturen naar een vooraf opgegeven bestemming, hoe u een fax moet verzenden na een telefoongesprek, en hoe u een kopie van een faxdocument moet opslaan. Eerder gebruikte Eerst een gesprek tot stand Als u wilt annuleren, selecteer zendinstellingen oproepen...
Faxen Eerder gebruikte zendinstellingen oproepen (herhaal- instellingen) 2LFC-04J U kunt bestemmingen oproepen die u eerder hebt opgegeven. Als u een eerder gebruikte bestemming opgeeft, worden ook de laatst gebruikte faxinstellingen, zoals de dichtheid, voor die bestemming geselecteerd. ● Als <Beperk opnieuw verzenden vanuit log> is ingesteld op <Aan>, kunt u deze functie niet gebruiken. Eerder gebruikte bestemmingen blokkeren(P.
Faxen ➠ De geselecteerde bestemming en de faxinstellingen die toen is gebruikt, worden opgeven. U kunt ook de instellingen wijzigen voordat u verzendt. Bestemmingen verwijderen Als u naar meerdere bestemmingen hebt overgedragen, kunt u indien nodig bestemmingen verwijderen. Selecteer <Bevestig bestemming>. Schakel het selectievakje voor de te verwijderen bestemming in, en selecteer <Verwijder vn best.>.
Pagina 240
Faxen Selecteer <Verz. starten>. ➠ De faxen worden verzonden. KOPPELINGEN Basishandelingen voor het verzenden van faxen(P. 216)
Faxen Eerst een gesprek tot stand brengen en dan een fax versturen (handmatig verzenden) 2LFC-04K U kunt faxen handmatig versturen aan het einde van een telefoongesprek. Wanneer u een pieptoon hoort over de telefoon, betekent dit dat de ontvanger probeert uw fax te ontvangen.
Pagina 242
Faxen ● Als u wilt annuleren, selecteer dan <Annuleren> <Ja>. Het verzenden van faxen annuleren(P. 224) Leg de handset op de haak. KOPPELINGEN Basishandelingen voor het verzenden van faxen(P. 216) Het verzenden van faxen annuleren(P. 224) Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren(P. 241)
Faxen Als u wilt annuleren, selecteer dan 2LFC-04L U kunt een fax verzenden naar een opgegeven adres, maar u kunt gefaxte documenten ook verzenden naar een vooraf ingesteld adres voor opslag. Zo kunt u gemakkelijk een logboek bijhouden van wat u hebt verstuurd. U kunt als adres voor opslag een faxnummer opgeven, een e-mailadres, een gedeelde map op de computer, een FTP-server of een I-Fax.
Faxen Verschillende ontvangstmethoden 2LFC-04R U kunt ontvangen faxen opslaan in het geheugen van het apparaat, zonder ze af te drukken. U kunt het papierafval beperken door de gedetailleerde informatie van faxdocumenten te controleren en uitsluitend nodige documenten af te drukken. Ontvangen documenten in het apparaat opslaan (ontvangst in geheugen)(P.
Faxen Ontvangen documenten in het apparaat opslaan (ontvangst in geheugen) 2LFC-04S U kunt ontvangen faxberichten in het geheugen van het apparaat opslaan en ze later afdrukken. Met deze functie kan worden voorkomen dat onbevoegde personen onbedoeld vertrouwelijke documenten kunnen inzien. Documenten opslaan in het geheugen(P.
Pagina 246
Faxen ● U kunt <Faxvoorbeeld gebruiken> en <Geheugenslottijd instellen> niet op hetzelfde tijdstip opgeven. Documenten afdrukken die in het geheugen zijn opgeslagen Om ontvangen documenten in het geheugen af te drukken, stelt u <Gebruik geheugenslot> in op <Uit>. Alle documenten in het geheugen worden afgedrukt. ●...
Faxen De ontvangen documenten automatisch doorsturen 2LFC-04U U kunt instellen dat alle ontvangen documenten worden doorgestuurd naar bepaalde bestemmingen. U kunt zo altijd en overal faxen ontvangen, ook als u niet op kantoor bent. Instellingen opgeven voor documenten die automatisch moeten worden doorgestuurd(P. 239) Doorgestuurde documenten afdrukken(P.
Faxen ◼ Documenten in het geheugen afdrukken, opnieuw verzenden of verwijderen Selecteer <Statusmonitor>. Selecteer <Fouten met doorzenden van faxen>. Selecteer het document dat u wilt afdrukken / opnieuw te verzenden / verwijderen. ➠ Geeft de gedetailleerde informatie over het document weer. ●...
Faxen Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren 2LFC-04W De statuswaarden en communicatielogboeken voor verzonden en ontvangen faxdocumenten kunt u afzonderlijk controleren voor verzonden en ontvangen faxen. ● Als <Weergave opdrachtlog> is ingesteld op <Uit>, kunt u de communicatielogboeken niet raadplegen. <Weergave opdrachtlog>(P.
Pagina 250
Faxen ➠ Geeft de gedetailleerde informatie over het document weer. Als er een driecijferig nummer wordt weergegeven bij <Fout> ● Deze code vertegenwoordigt een foutcode. Maatregelen bij iedere foutcode(P. 644) KOPPELINGEN Basishandelingen voor het verzenden van faxen(P. 216) Het verzenden van faxen annuleren(P. 224) Faxen ontvangen(P.
Faxen Faxen versturen vanaf uw computer 2LFC-04X U kunt faxdocumenten die u met uw computerapplicatie hebt gemaakt, rechtstreeks vanaf de computer faxen. U hoeft de documenten dan niet eerst af te drukken en u kunt zo toner en papier besparen. U moet de basis-faxinstellingen opgeven ( Begininstellingen configureren voor faxfuncties(P.
Faxen Faxen verzenden vanaf een computer 2LFC-04Y ● Wanneer <Toestaan faxstuurprogramma TX> op het apparaat is ingesteld op <Uit>, kunt u geen faxen versturen vanaf een computer. Faxen vanaf een computer beperken(P. 412) ● U moet Beheer afdelings-id inschakelen in het faxstuurprogramma dat u gebruikt als deze functie is ingeschakeld op de machine.
Pagina 253
Faxen Herhaal de stappen 2 en 3 als u bestemmingen erbij wilt opgeven. ● U kunt een bestemming toevoegen door in stap 3 op [Volgende bestemming toevoegen] te klikken. ● Als u een nummer moet opgeven om een buitenlijn te kiezen, selecteert u [Gedetailleerde instellingen] [Add Outside Dialing Prefix to G3/G4/IP Fax Number] en typt u het nummer bij [Prefix voor buitenlijn].
Faxen Internet Fax (I-Fax) gebruiken 2LFC-050 De functie Internet Fax (I-Fax) biedt u de mogelijkheid faxen te verzenden en te ontvangen via internet. De oorspronkelijke te faxen documenten worden als TIFF- beeldbestanden aan e-mailberichten gehecht. Omdat er geen telefoonverbinding wordt gebruikt, kunt u faxberichten versturen naar verre bestemmingen en documenten van vele pagina's versturen zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over de kosten van de communicatie.
Faxen I-Faxen verzenden 2LFC-051 Als u een fax wilt versturen naar een computer of een ander toestel dat geschikt is voor I-Fax, geeft u niet een faxnummer op als de bestemming, maar een e-mailadres. Verstuurt u een I-Fax naar een computer, dan wordt deze verstuurd als een e-mail-attachment in TIFF-formaat.
Faxen Schakel het selectievakje voor de gewenste bestemming in, en selecteer <Toepassen>. ● Als een bestemming is geselecteerd uit het <Adresboek> in het scherm Start, kan het scherm voor basisfuncties voor het verzenden van I-faxen verschijnen terwijl de geselecteerde bestemming blijft gespecificeerd.
Faxen Als er bevestigingsscherm verschijnt ● Wanneer <Bevestigen bij TX-kiescode> is ingesteld op <Aan>, wordt een scherm weergegeven dat de bestemming en de naam voor het nummer toont. (Voor Groepskiezen worden de naam van de bestemming en het aantal bestemmingen getoond.) Bekijk de inhoud en selecteer, als alles juist is, <OK>. U kunt een andere bestemming opgeven door <Annuleren>...
Pagina 258
Faxen Voer de te zoeken tekenreeks in en selecteer <Toepassen>. ● Voor het invoeren van tekst raadpleegt u Tekst invoeren(P. 131) . ● Als u meerdere zoekcriteria wilt opgeven, herhaalt u stappen 3 en 4. Selecteer <Zoekmethode>. Selecteer condities om het zoekresultaat weer te geven. <Met alle onderstaande voorwaarden>...
Faxen ● Als u <LDAP-server> of <Mezelf opgeven als bestemming> hebt opgegeven, wordt de bestemming opgegeven in het veld <Aan>. ● <Cc> en <Bcc>-adressen kunnen alleen worden geselecteerd met <Adresboek> of <Kiescode>. Bestemmingen verwijderen Als u meerdere bestemmingen hebt opgegeven, kunt u indien nodig bestemmingen verwijderen. Selecteer <Bevestig bestemming>.
Faxen Het antwoordadres opgeven Als u de ontvanger een antwoordadres wilt weergeven dat verschilt van het adres van het apparaat, moet u het hier opgeven. Selecteer het beoogde antwoordadres uit de in het adresboek geregistreerde bestemmingen. Als er geen bestemming is opgeslagen in het adresboek, raadpleegt u Bestemmingen opslaan(P.
Pagina 261
Faxen ● Als de postbus is leeggemaakt, wordt alle e-mail in de serverpostbus verwijderd. Als u het e-mailaccount opgeeft dat u gewoonlijk gebruikt, moet u eerst controleren of er eventueel nog e-mail in de postbus zit die bewaard moet blijven. Start de externe UI en meld u in de systeembeheerdersmodus aan.
Faxen I-faxen ontvangen 2LFC-052 ◼ Wanneer een I-Fax binnenkomt Wanneer een I-Fax binnenkomt, knippert het Data-lampje op het bedieningspaneel. Wanneer een I-Fax volledig is ontvangen, wordt het document automatisch afgedrukt en gaat het lampje uit. ● Om de ontvangst te annuleren, selecteert u <Statusmonitor> <RX-opdracht>...
Pagina 263
Afdrukken Afdrukken Afdrukken ................................256 ........................257 Afdrukken vanaf een computer ............................ 259 Afdrukken annuleren ....................... 262 Afdrukstatus en logboeken controleren ........................264 Verschillende afdrukmethoden ........265 Een document afdrukken dat is beveiligd met een pincode (beveiligd afdrukken) ......................266 Documenten beveiligd afdrukken ...........
Afdrukken Afdrukken 2LFC-053 Er zijn tal van manieren om het apparaat als printer te gebruiken. U kunt documenten op uw computer afdrukken met behulp van het printerstuurprogramma, of afbeeldingsbestanden afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat. Maak afhankelijk van uw wensen volledig gebruik van de afdrukfuncties. ◼...
Afdrukken Afdrukken vanaf een computer 2LFC-054 Documenten die u met een programma op uw computer hebt gemaakt, kunt u afdrukken via het printerstuurprogramma. Het printerstuurprogramma heeft een aantal handige instellingen, zoals vergroten / verkleinen en dubbelzijdig afdrukken, waarmee u uw documenten op verschillende manieren kunt afdrukken. U kunt de afdrukfunctie van de machine pas gebruiken nadat u enkele procedures hebt doorlopen, zoals het installeren van het printerstuurprogramma op uw computer.
Pagina 266
Afdrukken ● Normaal gesproken moet u, voordat u gaat afdrukken, het formaat en het type papier opgeven dat is geladen in iedere papierbron. ● Als u <Prioriteit stuurprogr.instell. bij afdr.> instelt op <Aan>, kunt u afdrukken vanuit de papierbron die is gedefinieerd in het printerstuurprogramma, ongeacht de papierinstellingen op het apparaat.
Afdrukken Afdrukken annuleren 2LFC-055 U kunt het afdrukken annuleren vanaf uw computer of vanaf het bedieningspaneel van de machine. Vanaf een computer(P. 259) Vanaf het bedieningspaneel(P. 260) Vanaf een computer U annuleert het afdrukken vanaf het pictogram van de printer dat wordt weergegeven in het systeemvak van het bureaublad.
Pagina 268
Afdrukken Annuleren vanuit een programma ● In sommige programma's verschijnt het onderstaande scherm. U kunt het afdrukken annuleren door op [Annuleren] te klikken. Vanaf het bedieningspaneel Annuleer het afdrukken met of <Statusmonitor>. ◼ Druk op om te annuleren Als op het scherm een lijst met documenten verschijnt wanneer u op hebt gedrukt Selecteer het document dat u wilt annuleren, en selecteer <Annuleren>...
Pagina 269
Afdrukken Afdrukstatus en logboeken controleren(P. 262)
Afdrukken Afdrukstatus en logboeken controleren 2LFC-056 U kunt de actuele afdrukstatus en de logboeken voor afgedrukte documenten controleren. ● Wanneer <Weergave opdrachtlog> is ingesteld op <Uit>, kunt u de afdruklogboeken niet inzien. <Weergave opdrachtlog>(P. 558) Handig in de volgende situaties ●...
Pagina 271
Afdrukken ➠ Geeft de gedetailleerde informatie over het document weer. ● De weergegeven documentnaam of gebruikersnaam komt mogelijk niet overeen met de werkelijke document- of gebruikersnaam. Als er een driecijferig nummer wordt weergegeven bij <Fout> ● Deze code vertegenwoordigt een foutcode. Maatregelen bij iedere foutcode(P.
Afdrukken Verschillende afdrukmethoden 2LFC-057 Dit gedeelte beschrijft hoe u een document afdrukt door een pincode toe te voegen, en hoe u een bestand afdrukt dat is opgeslagen op een USB-geheugenapparaat, zonder gebruik te maken van een printerstuurprogramma. Een document afdrukken dat is beveiligd met een Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat pincode (beveiligd afdrukken)(P.
Afdrukken Een document afdrukken dat is beveiligd met een pincode (beveiligd afdrukken) 2LFC-058 Als u gaat afdrukken vanaf een computer, kunt u een pincode instellen voor een document. Het document blijft dan in het geheugen van het apparaat staan en wordt pas afgedrukt nadat op het bedieningspaneel van het apparaat de juiste pincode is ingevoerd.
Afdrukken Documenten beveiligd afdrukken 2LFC-059 In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een document vanuit een programma kunt afdrukken als een beveiligd document. Er wordt eerst beschreven hoe u een beveiligd document naar de machine stuurt en daarna kunt u lezen hoe u het beveiligde document kunt afdrukken.
Afdrukken Beveiligde documenten afdrukken Drukt beveiligde documenten af die naar het apparaat zijn verzonden. Als een geldige periode ( De periode instellen waarna beveiligde documenten worden verwijderd(P. 268) ) is verstreken, wordt het beveiligde document verwijderd uit het geheugen van het apparaat en kunt u het niet meer afdrukken. ●...
Afdrukken De periode instellen waarna beveiligde documenten worden verwijderd U kunt de geldige periode wijzigen vanaf het moment dat beveiligde documentgegevens naar het apparaat zijn verzonden tot het moment dat ze zijn verwijderd. Selecteer <Menu> in het scherm Start. Het scherm Start(P. 122) Selecteer <Functie-instellingen>.
Afdrukken Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat (afdrukken via geheugenmedia) 2LFC-05A U kunt bestanden rechtstreeks afdrukken door een USB-geheugenapparaat op het apparaat aan te sluiten. Met behulp van deze functie kunt u afdrukken zonder gebruik te maken van een computer. Voor meer informatie over de beschikbare USB-geheugenapparaten en hoe u het USB-geheugenapparaat plaatst / verwijdert, raadpleegt u USB-geheugenapparaat gebruiken(P.
Afdrukken De methode van bestandsweergave veranderen U kunt de methode van bestandsweergave selecteren bij "Voorbeeld" / "Details". Voorbeeld Details ● U kunt de methode van bestandsweergave opgeven voor het weergeven van het scherm <Geheugenmedia afdruk>. <Standaard weergave-instellingen>(P. 550) De sorteervolgorde van bestanden wijzigen U kunt de sorteervolgorde wijzigen van de bestanden op een USB-geheugenapparaat.
Pagina 279
Afdrukken Gebruik voor het afdrukken van bestanden het papier dat in de multifunctionele lade is geplaatst. Gebruik voor het afdrukken van bestanden het papier dat in de papierlade (lade 1) van het apparaat is geplaatst. ● Wanneer de optionele cassette feeding module is geïnstalleerd, wordt zijn papierlade ook weergegeven. ●...
Pagina 280
Afdrukken Drukt af op één kant van het papier. Hiermee wordt zodanig op beide kanten van het papier afgedrukt dat de afgedrukte pagina ´s horizontaal worden geopend nadat ze zijn ingebonden. Hiermee wordt zodanig op beide kanten van het papier afgedrukt dat de afgedrukte pagina ´s verticaal worden geopend nadat ze zijn ingebonden.
Pagina 281
Afdrukken ● Voor een PDF-bestand kunt u 9 of 16 pagina's beelddata aan één kant van een vel papier afdrukken, met behulp van <N op 1> onder <PDF-details instellen>. <JPEG/TIFF-det. inst.> U kunt de afdrukinstellingen voor JPEG- en TIFF-afbeeldingen wijzigen. <2-zijdig afdrukken>...
Pagina 282
Afdrukken <Gradatie> Kies deze optie om beelden met een fijne gradatie, zoals beelden van een digitale camera, met een vloeiende afwerking af te drukken. <Foutdiffusie> Kies deze optie om beelden met kleine tekst of dunne lijnen scherp af te drukken. <Afdrukkwaliteit>...
Pagina 283
Afdrukken <Alle pagina's> Drukt alle pagina's af. <Opgegeven pagina's> Geef het paginabereik op dat u wilt afdrukken. Voer in <Startpagina> en <Eindpagina> de betreffende paginanummers in, en selecteer <Toepassen>. ● Als het opgegeven paginabereik niet overeenkomt met de pagina´s van het PDF-bestand, wordt er niets afgedrukt.
Pagina 284
Afdrukken U kunt de afdrukmethode selecteren voor het reproduceren van halftonen (het tussenliggende bereik tussen de lichtere en donkere gebieden van een afbeelding) voor optimale beeldkwaliteit. U kunt deze instelling realiseren voor alle afbeeldingtypen binnen een document. Raadpleeg <Halftonen>(P. 521) voor de beschrijving van de instelling.
Pagina 285
Scannen Scannen Scannen ................................278 ......................280 Scherm voor basisfuncties voor scannen ..................283 Basisbewerkingen voor het scannen van originelen ......................284 Scannen, en op een computer opslaan ....................286 Data opslaan op een USB-geheugentoestel ........ 290 Data via e-mail verzenden of data opslaan in een gedeelde map of op een FTP-server ......................
Scannen Scannen 2LFC-05C 1660-05E U kunt originele documenten scannen door het bedieningspaneel van het apparaat of een programma op een computer te gebruiken. Welke manier u ook gebruikt, de gescande originelen worden geconverteerd naar elektronische bestandsindelingen zoals PDF-bestanden. Gebruik de scanfunctie om omvangrijke papieren documenten te converteren naar bestanden zodat u deze gemakkelijk kunt ordenen.
Scannen ◼ Efficiënt, betrouwbaar U kunt instructies vinden over hoe u het rendement bij het verzenden van data verbetert, en beschrijvingen van handige instellingen. Handige scanfuncties(P. 307) ◼ Scannen vanaf een computer U kunt originelen die op het apparaat zijn geplaatst, scannen vanaf een computer. De gescande originelen worden opgeslagen op de computer.
Scannen Scherm voor basisfuncties voor scannen 2LFC-05E Als u <Scannen> in het scherm Start selecteert, verschijnt het scherm voor Basisbewerkingen voor scannen. <Computer> De gescande data opslaan op een computer. Scherm met basisfuncties voor computer-scannen(P. 280) <Scanner op afstand> Plaatst het apparaat in de online-status als originelen vanaf een computer worden gescand. Scannen via de computer (extern scannen)(P.
Scannen Type scan Selecteer de scan-instelling. Scannen, en op een computer opslaan(P. 284) <Start> Start het scannen met deze knop. Scherm met basisfuncties voor USB-scannen Verzendinstellingen Het origineel wordt gescand op basis van de hier opgegeven instellingen. <Reset> U kunt de standaard instellingen gezamenlijk herstellen. <Start>...
Pagina 290
Scannen Tabblad <Verzendinstellingen> Selecteer dit tabblad om de scaninstellingen op te geven. <Bevestig bestemming> U kunt de naam en het adres van de opgegeven bestemming controleren of veranderen, maar ook het aantal bestemmingen. <Reset> U kunt de standaard instellingen gezamenlijk herstellen. <Start>...
Scannen Basisbewerkingen voor het scannen van originelen 2LFC-05F 1660-05H Dit gedeelte beschrijft de basisprocedures voor het scannen van originelen. ◼ Scannen Scannen, en op een computer Data opslaan op een USB- Data via e-mail verzenden of data opslaan(P. 284) geheugentoestel(P. 286) opslaan in een gedeelde map of op een FTP-server(P.
Scannen Scannen, en op een computer opslaan 2LFC-05H De procedure van het scannen van een origineel en het opslaan op een computer kan alleen worden uitgevoerd wanneer vanaf het apparaat wordt gescand. Voer de scan uit terwijl u opgeeft op welke computer de originelen worden opgeslagen, geef op of de originelen in kleur of in zwart-wit worden gescand, of de originelen worden opgeslagen als PDF- of JPEG-bestanden en geef de overige instellingen op.
Scannen Als u in stap 1 originelen in de documentinvoer plaatst Wanneer het scannen is voltooid, wordt de doelmap voor de opslag op de computer weergegeven. Wanneer u in stap 1 originelen op de glasplaat legt Volg, wanneer het scannen is voltooid, onderstaande procedure (behalve als u JPEG als bestandsformaat hebt geselecteerd).
Scannen Data opslaan op een USB-geheugentoestel 2LFC-05J Dit gedeelte beschrijft hoe u het origineel scant, en de gescande gegevens opslaat op een USB-geheugenapparaat. Voor informatie over de beschikbare USB-geheugenapparaten en hoe u het USB-geheugenapparaat plaatst / verwijdert, raadpleegt u Een USB-geheugenapparaat gebruiken(P. 186) . ●...
Scannen Een bestandsindeling selecteren U kunt selecteren in welk bestandformaat originelen worden gescand. Kies uit PDF/ JPEG/TIFF. Met PDF kunt u kiezen uit Compact PDF met een kleinere gegevensomvang, of het PDF-formaat waarmee u tekst kunt zoeken, inclusief tekstgegevens die zijn gescand met OCR (optical character recognition). U kunt ook een PDF-bestand maken met extra veiligheid, door gegevens te coderen of een handtekening toe te voegen.
Scannen De afdrukstand van het origineel opgeven U kunt de afdrukstand instellen op Staand of Liggend. <Stand origineel> De originele afdrukrichting selecteren Dubbelzijdige originelen scannen Het apparaat kan automatisch de voor- en achterzijde scannen van originelen in de invoer. ● Het apparaat kan de beide zijden van originelen niet automatisch scannen wanneer u de originelen op de glasplaat legt.
Scannen ➠ Het scannen van het origineel start. ● Als u wilt annuleren, selecteer dan <Annuleren> <Ja>. Verzenden van documenten annuleren(P. 299) Als u in stap 1 originelen in de documentinvoer plaatst Het opslaan start zodra het scannen is voltooid. Wanneer u in stap 1 originelen op de glasplaat legt Volg, wanneer het scannen is voltooid, onderstaande procedure (behalve als u JPEG als bestandsformaat hebt geselecteerd).
Scannen Data via e-mail verzenden of data opslaan in een gedeelde map of op een FTP-server 2LFC-05K Dit gedeelte beschrijft de procedures voor het scannen van originelen, en het rechtstreeks vanaf het apparaat verzenden van de gescande data, door ze aan een e-mailbericht toe te voegen, of ze op te slaan in een gedeelde map of op een FTP-server.
Pagina 299
Scannen ● U moet bestemmingen opslaan in het adresboek om deze functie te kunnen gebruiken. Bestemmingen opslaan(P. 178) ● Het adres van de gedeelde map of de FTP-server registreren vanaf een computer. Een gedeelde map instellen als een opslaglocatie(P. 95) Bestemmingen vanaf de UI op afstand registreren(P.
Scannen Selecteer <Kiescode> op het tabblad <Bestemming opgeven>. Selecteer <Aan>. Voer een code van drie cijfers in. ● Als u een onjuiste waarde hebt ingevoerd, wist u deze met behulp van Als er bevestigingsscherm verschijnt ● Wanneer <Bevestigen bij TX-kiescode> is ingesteld op <Aan>, wordt een scherm weergegeven dat de bestemming en de naam voor het nummer toont.
Pagina 301
Scannen ● U moet de instellingen voor verbinding met een LDAP-server vooraf opgeven. LDAP-servers registreren(P. 63) Selecteer <LDAP-server> op het tabblad <Bestemming opgeven>. Selecteer de LDAP-server die u gebruikt. Selecteer condities waaraan de gezochte gebruikersinformatie moet voldoen. ● Naam, faxnummers, e-mailadressen, namen van bedrijven, en bedrijfsunits zijn de criteria die beschikbaar zijn voor het zoeken naar bestemmingen.
Pagina 302
Scannen ● Als er een verificatiescherm verschijnt wanneer u <Zoeken starten> selecteert, voert u de gebruikersnaam van het apparaat en het bijbehorende wachtwoord in die zijn geregistreerd op de LDAP-server en selecteert u vervolgens <Toepassen>. LDAP-servers registreren(P. 63) Schakel het selectievakje in voor de gebruiker die u wilt opgeven als bestemming, en selecteer <Toepassen>.
Pagina 303
Scannen De afdrukstand van het origineel opgeven Dubbelzijdige originelen scannen Het scanformaat van het origineel opgeven U kunt het scanformaat van het origineel opgeven. Selecteer <Scanformaat> op het tabblad <Verzendinstellingen> Selecteer het originele formaat Een bestandsindeling selecteren U kunt selecteren in welk bestandformaat originelen worden gescand. Kies uit PDF/ JPEG/TIFF.
Pagina 304
Scannen ◼ Een PDF-bestand op pagina indelen Geef op of u het origineel met meerdere pagina's wilt omzetten in één PDF-bestand, of voor iedere pagina een afzonderlijk PDF-bestand wilt maken. Deze instelling kunt u voor ieder PDF-formaat configureren. Selecteer <Bestandsindeling> op het tabblad <Verzendinstellingen> <PDF-details instellen>...
Pagina 305
Scannen Selecteer <2-zijdig origineel> op het tabblad <Verzendinstellingen> Selecteer <Type boek> of <Type kalender> <Type boek> Selecteer deze optie voor originelen waarvan de afbeeldingen op de voor- en achterzijde dezelfde afdrukrichting hebben. <Type kalender> Selecteer deze optie voor originelen waarvan de afbeeldingen op de voor- en achterzijde niet tegenovergestelde afdrukrichting hebben.
Pagina 306
Scannen ● Voer naam en wachtwoord van de gebruiker in en selecteer <Toepassen>. Bestandsnaam van het verzonden document ● De eerste naam van een verzonden document wordt automatisch toegewezen op basis van de volgende indeling: 'nummer voor communicatiebeheer (vier cijfers)_datum tijdstip verzenden_documentnummer (drie cijfers).bestandsnaamextensie'.
Scannen Verzenden van documenten annuleren 2LFC-05L Als u het verzenden van documenten wilt annuleren direct nadat u op <Start> hebt gedrukt, tikt u op <Annuleren> op het display of drukt u op . U kunt het verzenden van documenten ook annuleren nadat u de verzendstatus hebt gecontroleerd.
Scannen Status en logboek van gescande originelen controleren 2LFC-05R U kunt de actuele status en de logboeken van gescande originelen direct vanaf het apparaat controleren. ● Als <Weergave opdrachtlog> is ingesteld op <Uit>, kunt u de logboeken voor verzonden documenten niet inzien.
Pagina 309
Scannen Als er een driecijferig nummer wordt weergegeven bij <Fout> ● Deze code vertegenwoordigt een foutcode. Maatregelen bij iedere foutcode(P. 644) KOPPELINGEN Basisbewerkingen voor het scannen van originelen(P. 283) Verzenden van documenten annuleren(P. 299) Rapporten en lijsten afdrukken(P. 593)
Scannen Duidelijk scannen 2LFC-05S Als u bestanden maakt voor brochures die veel afbeeldingen bevatten of met stiften / potloden geschreven rapporten, kunt u de dichtheid en helderheid aanpassen voor een helderder beeld. Beeldkwaliteit Dichtheid aanpassen(P. 304) Scherpte bij het scannen instellen aanpassen(P.
Scannen Beeldkwaliteit aanpassen 2LFC-05U U kunt de beeldkwaliteit voor de scan selecteren op basis van het type origineel, zoals originelen met alleen tekst, originelen met grafieken en tabellen, of tijdschriftfoto's. Data opslaan op een USB-geheugentoestel <Scannen> <USB-geheugen> <Type origineel> Selecteer het type origineel Data via e-mail of I-Fax verzenden, of data opslaan op de server <Scannen>...
Scannen Dichtheid aanpassen 2LFC-05W U kunt de dichtheid van de scan aanpassen als de tekst of afbeeldingen in een origineel te licht of te donker zijn. Data opslaan op een USB-geheugentoestel <Scannen> <USB-geheugen> <Densiteit> Wijzig de dichtheid <Toepassen> Data via e-mail of I-Fax verzenden, of data opslaan op de server <Scannen>...
Scannen Scherpte bij het scannen instellen (scherpte) 2LFC-05X U kunt de scherpte van de afbeelding aanpassen. Stel de scherpte hoger in om onscherpe teksten en lijnen te verscherpen of stel deze lager in om de weergave van tijdschriftfoto's te verbeteren. Data opslaan op een USB-geheugentoestel <Scannen>...
Pagina 314
Scannen KOPPELINGEN Basisbewerkingen voor het scannen van originelen(P. 283) I-Faxen verzenden(P. 247) Dichtheid aanpassen(P. 304)
Scannen Handige scanfuncties 2LFC-05Y Het apparaat kent veel handige functies, zoals een mogelijkheid beveiligde PDF-bestanden te creëren zodat er niet mee kan worden geknoeid, en een mogelijkheid gegevens nogmaals naar eerder opgegeven bestemmingen te verzenden. De beveiliging van elektronische De juiste balans tussen Eerder gebruikte zend-/ bestanden verbeteren(P.
Scannen De beveiliging van elektronische bestanden verbeteren 2LFC-060 Digitale bestanden zijn kwetsbaar wat veiligheid betreft, omdat ze gemakkelijk kunnen worden ingezien of worden veranderd zonder dat er een spoor achterblijft. Bij het scannen van belangrijke documenten kunt u de juiste maatregelen nemen zoals gegevens coderen, en een toestel-handtekening zetten om de veiligheid te verbeteren.
Scannen Selecteer <Encryptie>. Selecteer het codeerniveau. <Acrobat 7.0 of later/128-bits AES> Codeer het bestand in de 128-bit klasse, wat later door Adobe Acrobat 7.0 of recenter kan worden geopend. <Acrobat 10.0 of equivalent/256-bits AES> Codeer het bestand in de 256-bit klasse, wat later door Adobe Acrobat 10.0 kan worden geopend. ●...
Pagina 318
Scannen Geef de bestemming op, en eventueel de gewenste scaninstellingen. Basisbewerkingen voor het scannen van originelen(P. 283) Ga naar <PDF-details instellen>. Data opslaan op een USB-geheugentoestel ● Selecteer <Bestandsindeling> <PDF-details instellen>. E-mail verzenden of data opslaan in een gedeelde map of op een FTP-server ●...
Scannen De juiste balans tussen bestandsgrootte en beeldkwaliteit kiezen (gegevensgrootte) 2LFC-061 U kunt de compressieverhouding van het bestand opgeven bij het converteren van gescande originelen naar het JPEG-formaat. Als u <Klein: Geheugenprioriteit> selecteert, wordt een hogere compressieverhouding gebruikt dan normaal en is het resultaat een kleiner bestand met een lagere beeldkwaliteit.
Scannen Eerder gebruikte zend-/opslaaninstellingen oproepen (herhaal-instellingen) 2LFC-062 U kunt een bestemming selecteren uit de laatst gebruikte bestemmingen. Als u een eerder gebruikte bestemming opgeeft, worden ook de laatst gebruikte scaninnstellingen, zoals de dichtheid, voor die bestemming geselecteerd. ● Als <Beperk opn. verz. vanuit log> is ingesteld op <Aan>, kunt u deze functie niet gebruiken. Eerder gebruikte bestemmingen blokkeren(P.
Scannen ➠ De geselecteerde bestemming en de scaninstellingen ervan worden opgegeven. U kunt voorafgaand aan het verzenden de instellingen ook wijzigen. Als u bestemmingen wilt wissen (e-mail/I-Fax) Als u meerdere bestemmingen hebt opgegeven, kunt u indien nodig bestemmingen verwijderen. Selecteer <Bevestig bestemming>. Schakel het selectievakje voor de te verwijderen bestemming in, en selecteer <Verwijder vn best.>.
Pagina 322
Scannen ➠ Het verzenden / opslaan start. Als het scherm <Bestandsauthenticatie> of <SMTP-authenticatie> verschijnt ● Voer naam en wachtwoord van de gebruiker in en selecteer <Toepassen>. KOPPELINGEN Basisbewerkingen voor het scannen van originelen(P. 283) I-Faxen verzenden(P. 247)
Scannen E-mailinstellingen opgeven 2LFC-063 Als u een gescand origineel aan een e-mail toevoegt, kunt u voorafgaand aan het verzenden ervan het onderwerp, de tekst, het antwoordadres en de prioriteit opgeven. Plaats het origineel / de originelen. Originelen plaatsen(P. 135) Selecteer <Scannen> in het scherm Start. Het scherm Start(P.
Scannen bestemmingen. Als er geen bestemming is opgeslagen in het adresboek, raadpleegt u Bestemmingen opslaan(P. 178) . Selecteer <Antwoord aan> op het tabblad <Verzendinstellingen>. Selecteer <Opgeven uit adresboek>. Schakel het selectievakje voor het gewenste antwoordadres in, en selecteer <Toepassen>. Prioriteit instellen Selecteer <Prioriteit>...
Pagina 325
Scannen ● Als u de naam van de afzender van de e-mail wilt opgeven: <Apparaatnaam registreren>(P. 528) KOPPELINGEN Status en logboek van gescande originelen controleren(P. 300)
Scannen Scannen via de computer (extern scannen) 2LFC-064 Om vanaf een computer te scannen, kunt u MF Scan Utility gebruiken, of een toepassing zoals een beeldverwerkings- of tekstverwerkingsprogramma. Als u het met het apparaat meegeleverde ScanGear MF gebruikt, kunt u geavanceerde scaninstellingen configureren ( ScanGear MF gebruiken(P.
Scannen Documenten vanuit een toepassing scannen 2LFC-065 U kunt originelen scannen vanuit applicaties zoals software voor beeldverwerking of tekstverwerking. De gescande afbeelding wordt rechtstreeks in het programma geladen waardoor u de afbeelding onmiddellijk kunt bewerken of verwerken. De volgende procedure verschilt afhankelijk van het programma. ●...
Pagina 328
Scannen KOPPELINGEN ScanGear MF gebruiken(P. 321)
Scannen ScanGear MF gebruiken 2LFC-066 ScanGear MF is een scanner-stuurprogramma dat bij het apparaat wordt geleverd. U kunt ScanGear MF gebruiken om bij het scannen gedetailleerde scaninstellingen op te geven. Hoe ScanGear MF wordt gestart, hangt af van de manier waarop vanaf de computer wordt gescand.
Pagina 330
Koppelen aan mobiele apparaten Koppelen aan mobiele apparaten Koppelen aan mobiele apparaten ......................323 ....................324 Verbinding maken met mobiele apparaten .............. 325 Verbinding maken via een draadloos LAN router (LAN-verbinding) ....................... 327 Direct verbinden (toegangspuntmodus) ....................330 Het apparaat door toepassingen gebruiken ............................
Koppelen aan mobiele apparaten Koppelen aan mobiele apparaten 2LFC-067 Door het apparaat te koppelen aan een mobiel toestel, zoals een smartphone of tablet, kunt u gemakkelijk een juiste toepassing gebruiken voor het afdrukken of een andere bewerking. Tevens kunt u met behulp van een mobiel toestel het apparaat op afstand bedienen om de afdrukstatus te bevestigen en de instellingen van het apparaat te wijzigen.
Koppelen aan mobiele apparaten Verbinding maken met mobiele apparaten 2LFC-068 Er zijn twee manieren om een mobiel apparaat te verbinden met het apparaat: via draadloos LAN router, en draadloos en rechtstreeks met het apparaat communiceren. Selecteer de verbindingsmethode die het beste bij uw communicatie-omgeving en apparaten past.
Selecteer <LAN-verbinding> en ga verder met de procedure, als het scherm <Directe verbinding> verschijnt nadat <Mobiele portal> is geselecteerd in de onderstaande procedure. ● Voor informatie over besturingssystemen die compatibel zijn met Canon PRINT Business, de gedetailleerde instelprocedure, en de bedieningsprocedure, raadpleegt u de toepassingen-help of de Canon (http:// www.canon.com/gomp/).
Koppelen aan mobiele apparaten Direct verbinden (toegangspuntmodus) 2LFC-06A 1660-068 Zelfs in een omgeving zonder draadloos LAN router kunt u met behulp van de "Toegangspuntmodus", die rechtstreeks een draadloze verbinding tot stand kan brengen tussen het apparaat en uw mobiele toestel, verbinding maken tussen het aanwezige mobiele toestel en het apparaat, zonder moeilijke instellingen.
Pagina 336
Koppelen aan mobiele apparaten Canon PRINT Business ● Voor informatie over besturingssystemen die compatibel zijn met Canon PRINT Business, de gedetailleerde instelprocedure, en de bedieningsprocedure, raadpleegt u de toepassingen-help of de Canon (http:// www.canon.com/gomp/). Direct verbinden ● Het kan even duren voordat een verbinding van het apparaat en het mobiele toestel is gerealiseerd.
Pagina 337
Koppelen aan mobiele apparaten Als de doelbewerking is voltooid, selecteert u <Verbind. verbreken>. ● Selecteer <Verbindingsinfo> op het scherm <Directe verbinding> om het mobiele toestel te controleren. ● Bij een Directe verbinding zult u afhankelijk van uw mobiele toestel misschien geen verbinding met Internet kunnen krijgen.
Help van de toepassing of de Canon website (http://www.canon.com/gomp/). ● U kunt Canon PRINT Business gratis downloaden, maar er zijn kosten verbonden aan de internet-verbinding. ◼ Afdrukken met Canon Print Service U kunt gemakkelijk afdrukken vanaf het toepassingenmenu dat het Android afdruk-subsystem ondersteunt.
Koppelen aan mobiele apparaten ◼ Afdrukken met Google Cloudprinter U kunt toepassingen en diensten gebruiken die Google Cloudprinter gebruiken om af te drukken vanaf een computer of mobiel toestel zonder een printerstuurprogramma te gebruiken. Google Cloudprinter gebruiken(P. 345)
Koppelen aan mobiele apparaten AirPrint gebruiken 2LFC-06E Dit gedeelte beschrijft de instellingen die nodig zijn om AirPrint te gebruiken en de te verrichten procedures bij gebruik van Apple toestellen. AirPrint instellingen AirPrint-instellingen configureren(P. 332) Het scherm voor AirPrint weergeven(P. 335) Functies van AirPrint Afdrukken met AirPrint(P.
Pagina 341
Koppelen aan mobiele apparaten Klik op [Bewerken]. Geef de vereiste instellingen op. [AirPrint gebruiken] Schakel dit selectievakje in als u wilt afdrukken met AirPrint. Schakel het selectievakje uit als u AirPrint wilt uitschakelen. [Printernaam] Voer de naam van het apparaat in. Als een mDNS-naam reeds is geregistreerd in [mDNS-instellingen] ( DNS configureren(P.
Pagina 342
Koppelen aan mobiele apparaten ● Als u [Printernaam] wijzigt, die u eerder hebt opgegeven, zult u misschien niet meer kunnen afdrukken vanaf de Mac die u tot dan voor het afdrukken hebt kunnen gebruiken. Dit verschijnsel doet zich voor omdat <mDNS-naam>...
Koppelen aan mobiele apparaten <Menu> <Voorkeuren> <Netwerk> <TCP/IP-instellingen> <Network Link Scan- instellingen> Stel <Gebruik TLS> in op <Uit> of <Aan> <Toepassen> Het scherm voor AirPrint weergeven U kunt het scherm van AirPrint weergeven en zo niet alleen toegang krijgen tot de verschillende AirPrint-instellingen, maar ook gegevens van verbruiksartikelen bekijken, zoals papier en tonercartridge.
Koppelen aan mobiele apparaten [AirPrint-instellingen] Hiermee kunt u de waarden controleren die zijn ingevoerd in de AirPrint-instellingen, zoals de naam en locatie van het apparaat. U kunt op [Bewerken] klikken om de instellingen te veranderen. [Andere instellingen] [Beveiligingsinstellingen voor afdrukken] Configureer de beveiligingsinstellingen voor afdrukken met behulp van TLS of authenticatie.
Koppelen aan mobiele apparaten Afdrukken met AirPrint 2LFC-06F U kunt afdrukken vanaf een iPad, iPhone, iPod touch, of Mac zonder dat u het printerstuurprogramma hoeft te gebruiken. Afdrukken vanaf een iPad, iPhone of iPod touch(P. 337) Afdrukken vanaf een Mac(P. 338) Systeemvereisten Voor het afdrukken met AirPrint is één van de volgende Apple toestellen vereist.
Koppelen aan mobiele apparaten Tik in het programma op het Apple-apparaat op om de menuopties weer te geven. Tik op [Druk af]. Selecteer dit apparaat uit de lijst [Printer]. ● De printers in het netwerk worden hier weergegeven. Selecteer dit apparaat. ●...
Pagina 347
Koppelen aan mobiele apparaten ● De printers die verbinding hebben met de Mac, worden weergegeven. Selecteer dit apparaat in deze stap. Geef de gewenste afdrukinstellingen op. ● De beschikbare instellingen en papierformaten verschillen afhankelijk van de applicatie die u gebruikt. Klik op [Druk af].
Koppelen aan mobiele apparaten Scannen met AirPrint 2LFC-06H U kunt met AirPrint de gegevens die door het apparaat zijn gescand, direct overzenden naar een Mac. Systeemvereisten Als u wilt scannen met AirPrint, hebt u een Mac nodig met daarop OS X 10.9 of later geïnstalleerd. Als u wilt scannen met TLS, hebt u een Mac nodig met daarop OS X 10.11 of later geïnstalleerd.
Pagina 349
Koppelen aan mobiele apparaten Klik op [Open scanner]. ➠ Het scherm [Scanner] wordt weergegeven. Configureer de scaninstellingen. Klik op [Scan]. ➠ Het origineel wordt gescand, en de afbeelding wordt weergegeven.
Koppelen aan mobiele apparaten Faxen met AirPrint 2LFC-06J U kunt faxen verzenden vanaf een Mac bijna zoals u afdrukt vanaf een Mac. Systeemvereisten Wilt u faxen verzenden met AirPrint, dan hebt u een Mac nodig met OS X 10.9 of later daarop geïnstalleerd. Netwerkomgeving Eén van de volgende omgevingen is vereist.
Pagina 351
Koppelen aan mobiele apparaten Klik op [Fax]. ➠ Het verzenden van de fax wordt gestart.
Koppelen aan mobiele apparaten Als AirPrint gebruiken niet mogelijk is 2LFC-06K Als AirPrint gebruiken niet mogelijk is, probeer dan een van de volgende oplossingen. ● Controleer dat het apparaat is ingeschakeld. Als het apparaat is ingeschakeld, schakel het dan eerst uit, wacht ten minste 10 seconden en zet het vervolgens weer aan en kijk of het probleem is verholpen.
Koppelen aan mobiele apparaten Google Cloudprinter gebruiken 2LFC-06L Google Cloudprinter is een service waarmee een gebruiker met een Google-account met behulp van toepassingen die compatibel zijn Google Cloudprinter, kan afdrukken vanaf een smartphone, tablet of computer. In tegenstelling tot conventioneel afdrukken vanaf een computer, heeft het geen printerstuurprogramma nodig. De instellingen van het apparaat controleren(P.
Koppelen aan mobiele apparaten ● Voor meer informatie over de basishandelingen die moeten worden verricht wanneer u het apparaat instelt via de externe UI, raadpleegt u Menuopties instellen via de UI op afstand(P. 431) . Start de externe UI en meld u aan als een beheerder. De UI op afstand starten(P.
Koppelen aan mobiele apparaten Registreren vanaf een mobiel toestel of vanuit Google Chrome ● U kunt het apparaat registreren vanaf een mobiel toestel of vanuit Google Chrome. Het display van het apparaat geeft het volgende bevestigingsscherm weer voordat de registratie is voltooid. Druk op <Ja> om de registratie te voltooien.
Koppelen aan mobiele apparaten Het apparaat via afstandsbediening beheren 2LFC-06R U kunt de Externe UI gebruiken vanaf een webbrowser die op uw smartphone of tablet is geïnstalleerd. Vanaf uw mobiele toestel kunt u de status van het apparaat bevestigen, en instellingen van het apparaat opgeven. Let op: het externe UI-scherm wordt voor sommige apparaten en omgevingen misschien niet goed weergegeven.
Pagina 357
Het apparaat beheren Het apparaat beheren Het apparaat beheren ..........................351 ........................353 Toegangsmachtigingen instellen ................... 354 De systeembeheerders-ID en pincode instellen ........................356 Afdeling-ID beheer configureren ....................363 Een pincode voor de UI op afstand instellen ..........................365 LDAP-Server-authenticatie ......................
Pagina 358
Het apparaat beheren ...................... 444 De insteldata importeren en exporteren ............................448 De Firmware updaten ............................. 450 Initialiseer instellingen...
Het apparaat beheren Het apparaat beheren 2LFC-06S Om de verschillende risico's bij het gebruik van dit apparaat (bijvoorbeeld lekken van persoonlijke informatie of onbevoegd gebruik door derden) te verminderen, zijn constante en effectieve veiligheidsmaatregelen vereist. Een beheerder moet belangrijke instellingen beheren (zoals toegang tot veiligheidsinstellingen) om te garanderen dat het apparaat veilig wordt gebruikt.
Pagina 360
Het apparaat beheren ◼ De systeemconfiguratie en -instellingen beheren De Firmware updaten(P. 448) Initialiseer instellingen(P. 450)
Het apparaat beheren Toegangsmachtigingen instellen 2LFC-06U Beveilig het apparaat tegen toegang door onbevoegden door alleen gebruikers met toegangsrechten toe te staan het apparaat te gebruiken. Toegangsrechten worden apart ingesteld voor systeembeheerders, algemene gebruikers en de UI op afstand. Wanneer toegangsrechten zijn ingesteld, moet de gebruiker een ID en pincode invoeren als hij of zij wil afdrukken of instellingen wil wijzigen.
Het apparaat beheren De systeembeheerders-ID en pincode instellen 2LFC-06W Stel het account voor de systeembeheerder "ID systeembeheerder" in. U kunt ook een pincode instellen bij de ID systeembeheerder. Als de "ID systeembeheerder" is opgegeven, hebt u bijvoorbeeld uitsluitend beheerdersrechten- toegang tot <Netwerk> en <Beheerinstellingen> als de ID systeembeheerder en bijbehorende pincode juist zijn ingevoerd.
Het apparaat beheren ● Vergeet uw pincode niet. Weet u uw pincode niet meer, neem dan contact op met de plaatselijke officiële Canon-dealer of de Canon-help-lijn. Instellingen configureren via de UI op afstand ● Start de externe UI en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. Klik op [Instellingen/registratie]...
Het apparaat beheren Afdeling-ID beheer configureren 2LFC-06X U kunt de toegang tot het apparaat beheren door meerdere ID's te gebruiken voor meerdere gebruikers of groepen. Als een gebruiker probeert het apparaat te gebruiken terwijl Afdeling ID beheer is ingeschakeld, verschijnt er een aanmeldingsscherm en moet de gebruiker zijn of haar Afdeling ID met bijbehorende pincode invoeren om toegang te krijgen tot het apparaat.
Het apparaat beheren gebruik van andere functies die documenten scannen door ze op een computer te importeren, Klik op [Nieuwe afdeling registreren]. Geef de vereiste instellingen op. [Afdelings-ID] Voer de te registreren afdelings-ID in. [Pincode instellen] Als u een pincode wilt instellen, schakelt u het selectievakje in en voert u hetzelfde nummer in beide tekstvakken in: [Pincode] en [Bevestigen].
Het apparaat beheren [Paginatotaal afdelings-ID] ● U kunt het totaalaantal pagina's controleren voor taken die zijn verricht, per datum en per Afdelings-ID. ● Als u de aantallen op nul wilt zetten, klikt u op de overeenkomstige tekstkoppeling onder [Afdelings-ID] en klikt u op [Wis teller] [OK].
Het apparaat beheren [Afdelings-ID beheer] Schakel het selectievakje in om Afdeling ID beheer te activeren. Als u Afdeling ID beheer niet wilt gebruiken, schakelt u het selectievakje uit. ● Voor informatie over de selectievakjes [Afdrukopdrachten met onbekende ID's toestaan]/[Scanopdrachten met onbekende ID's toestaan] raadpleegt u Taken blokkeren indien afdelings-id onbekend(P.
Pagina 368
Het apparaat beheren Klik op het tabblad [Apparaatinstellingen]. Selecteer [Beheer afdelings-id] onder [Gebruikersbeheer]. Klik op [Instellingen] aan de rechterkant. Geef de instellingen op en klik op [OK]. [Pincode instellen toestaan] Schakel het selectievakje voor het gebruik van een pincode in. [Afdelings-id] Voer het nummer van de Afdelings-ID in.
Het apparaat beheren Taken blokkeren indien afdelings-id onbekend Als u de standaardinstellingen ongewijzigd laat, kan elke gebruiker afdrukken vanaf een computer, scannen (via <Computer> en <Scanner op afstand>), een PC Fax verzenden vanaf een computer zonder dat een id en pincode hoeven worden ingevoerd, zelfs als Afdelings-ID beheer is ingeschakeld voor de machine.
Pagina 370
Het apparaat beheren De systeembeheerders-ID en pincode instellen(P. 354)
Het apparaat beheren Een pincode voor de UI op afstand instellen 2LFC-06Y U kunt een pincode voor toegang tot de UI op afstand instellen. Alle gebruikers gebruiken een gewone pincode. ● Wanneer Afdelings-ID beheer is ingeschakeld, is deze instelling niet vereist. Afdeling-ID beheer configureren(P.
Pagina 372
Het apparaat beheren Het bedieningspaneel gebruiken ● U kunt de pincode-instellingen voor toegang tot de UI op afstand ook bereiken via <Menu> in het scherm Start. <Instellingen externe UI>(P. 560) Als <Beheerinstellingen> zijn geïnitialiseerd ● De pincode voor toegang tot de UI op afstand wordt ook geïnitialiseerd. Na een initialisatie stelt u de pincode opnieuw in.
Het apparaat beheren LDAP-Server-authenticatie 2LFC-070 Als er op uw systeem een LDAP-server is geïnstalleerd, kunt u ervoor zorgen dat LDAP-server-authenticatie wordt uitgevoerd wanneer de zendfunctie wordt gebruikt. Zo voorkomt u onbevoegd gebruik door derden en het lekken van informatie. Wanneer de instellingen voor autorisatie zijn ingeschakeld, wordt het scherm voor Geautoriseerd Verzenden weergegeven bij gebruik van de fax- of scanfunctie en kan de uitvoering ervan alleen doorgaan als deze naar behoren is geautoriseerd door de LDAP-server.
Pagina 374
Het apparaat beheren Configureer de instellingen voor het verzenden van e-mail/I-Faxen. [E-mail-/I-faxverzending] Selecteer of u het verzenden van e-mails en I-Faxen wilt toestaan. [Niet toestaan] Blokkeert het verzenden van e-mails en I-Faxen. <E-mail> en <I-fax> kunnen in de scanfunctie niet meer worden gebruikt. [Toestaan] Staat uitgaande e-mail en I-Faxen toe.
Het apparaat beheren [Bestandsverzending] Stel in of u opslaan in gedeelde mappen of op FTP-servers wil toestaan. [Niet toestaan] Blokkeert het opslaan in gedeelde mappen en op FTP-servers. <Bestand> in de scanfunctie gebruiken is niet langer mogelijk. [Toestaan] Opslaan in gedeelde mappen en op FTP-servers wordt niet geblokkeerd. [Alleen toestaan naar mezelf of Blokkeert opslaan in alle gedeelde mappen en FTP-servers, die niet als opgegeven map]...
Pagina 376
Het apparaat beheren [Het authenticatiescherm weergeven Geeft het authenticatiescherm weer met de velden van de gebruikersnaam en zonder authenticatiegegevens] het wachtwoord niet ingevuld. [Bestemmingsmap opgeven] Schakelt u dit selectievakje in, dan kunt u de map opgeven waar de gegevens worden opgeslagen. Als het selectievakje niet is ingeschakeld, wordt de bestemming voor het opslaan ingesteld op basis van de geautoriseerde informatie over de gebruiker die is geregistreerd op de LDAP-server.
Het apparaat beheren De netwerkinstellingen configureren 2LFC-071 Bevoegde gebruikers kunnen worden benadeeld door aanvallen van kwaadwillende personen, bijvoorbeeld door sniffing, spoofing en het manipuleren van gegevens die over een netwerk worden verzonden. Om uw belangrijke en kostbare gegevens te beschermen tegen deze aanvallen, ondersteunt de machine de volgende functies ter verbetering van de veiligheid en beveiliging.
Het apparaat beheren IPSec-communicatie Terwijl TLS alleen de gegevens codeert die in een bepaald programma worden gebruikt, zoals een webbrowser of een e-mailprogramma, worden met IPSec alle IP-pakketten (of payloads daarvan) gecodeerd. Dit betekent dat met IPSec een flexibelere beveiliging kan worden gerealiseerd dan met TLS. IPSec-instellingen configureren(P.
Het apparaat beheren Communicatie beperken door firewalls in te stellen 2LFC-072 Zonder goede beveiliging kunnen onbevoegden toegang krijgen tot computers en andere communicatieapparaten die op een netwerk zijn aangesloten. Om deze ongewenste toegang te voorkomen, kunt u instellingen opgeven voor het filteren van gegevenspakketten.
Het apparaat beheren IP-adressen opgeven voor firewallinstellingen 2LFC-073 U kunt de communicatie beperken tot alleen apparaten met bepaalde IP-adressen, of apparaten met specifieke IP- adressen blokkeren maar andere communicatie toestaan. U kunt een afzonderlijk IP-adres opgeven of een bereik van IP-adressen.
Pagina 381
Het apparaat beheren Schakel het selectievakje [Gebruik filter] in en selecteer het keuzerondje [Weigeren] of [Toestaan] voor het [Standaardbeleid]. [Gebruik filter] Schakel het selectievakje in als u de communicatie wilt beperken. Schakel het selectievakje uit als u de beperking wilt opheffen. [Standaardbeleid] Selecteer de voorwaarde voor het toestaan of weigeren van de communicatie van andere toestellen met het apparaat.
Pagina 382
Het apparaat beheren IPv4: 192.168.0.10 Gebruik een punt als scheidingsteken. IPv6: Een specifiek adres invoeren Gebruik een dubbele punt als fe80::10 scheidingsteken tussen alfanumerieke tekens. Plaats een afbreekstreepje tussen de Een bereik van adressen opgeven 192.168.0.10-192.168.0.20 adressen. Typ het adres, gevolgd door een schuine Een bereik van adressen opgeven met een 192.168.0.32/27 streep en een getal dat de lengte van het...
Het apparaat beheren MAC-adressen opgeven voor firewallinstellingen 2LFC-074 U kunt de communicatie beperken tot alleen apparaten met bepaalde MAC-adressen of apparaten met specifieke MAC-adressen blokkeren maar andere communicatie toestaan. Deze functie is niet beschikbaar wanneer het apparaat is verbonden met een draadloos LAN. ●...
Pagina 384
Het apparaat beheren Schakel het selectievakje [Gebruik filter] in en selecteer het keuzerondje [Weigeren] of [Toestaan] voor het [Standaardbeleid]. [Gebruik filter] Schakel het selectievakje in om de communicatie te beperken. Schakel het selectievakje uit als u de beperking wilt opheffen. [Standaardbeleid] Selecteer de voorwaarde om de communicatie van andere apparaten met het apparaat toe te staan of te weigeren.
Pagina 385
Het apparaat beheren ● Selecteer een MAC-adres en klik op [Verwijderen]. Klik op [OK]. Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Het bedieningspaneel gebruiken ● U kunt ook het filteren van MAC-adressen in- of uitschakelen vanuit <Menu> in het scherm Start. <MAC- adresfilter>(P.
Het apparaat beheren Poortnummers wijzigen 2LFC-075 Poorten vormen het eindpunt van het communicatietraject tussen apparaten. Belangrijke protocollen maken meestal gebruik van vaste poortnummers. Een nadeel hiervan is dat apparaten met deze poortnummers kwetsbaar zijn voor aanvallen, iedereen weet de poortnummers namelijk. De netwerkbeheerder kan de beveiliging verder verbeteren door andere poortnummers te gebruiken.
Pagina 387
Het apparaat beheren KOPPELINGEN Printerpoorten configureren(P. 43)
Het apparaat beheren Een proxy instellen 2LFC-076 Een proxy (of HTTP-proxyserver) verwijst naar een computer of software die HTTP-communicatie uitvoert voor andere apparaten, met name bij communicatie met bronnen buiten het netwerk, zoals bij het browsen op websites. De clientapparaten maken via de proxyserver verbinding met het externe netwerk en communiceren niet rechtstreeks met de externe bronnen.
Pagina 389
Het apparaat beheren [Adres HTTP-proxyserver] Voer het adres van de proxyserver in. Geef het IP-adres op of de hostnaam, afhankelijk van de omgeving. [Poortnummer HTTP-proxyserver] Wijzig eventueel het poortnummer. [Gebruik proxy binnen zelfde domein] Schakel het selectievakje in als u ook de opgegeven proxyserver wilt gebruiken voor communicatie met toestellen in hetzelfde domein.
Het apparaat beheren De sleutel en certificaat voor TLS configureren 2LFC-077 Met TLS (Transport Layer Security) kunt u de communicatie versleutelen die plaatsvindt tussen het apparaat en een webbrowser op de computer. TLS is een techniek voor het versleutelen van gegevens die via het netwerk worden verzonden of ontvangen.
Het apparaat beheren Klik op [Bewerken]. Schakel het selectievakje [Gebruik TLS] in en klik op [OK]. Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Het bedieningspaneel gebruiken ● U kunt communicatie met TLS-versleuteling ook in- of uitschakelen vanuit <Menu>...
Het apparaat beheren De TLS-versie beperken ● Selecteer [Toegestane versies] op de pagina [TLS-instellingen] van de externe UI, en geef de boven- en ondergrens op. KOPPELINGEN Sleutel en certificaat voor netwerkcommunicatie genereren(P. 385) Een sleutel en certificaatondertekeningsverzoek (CSR) aanmaken(P. 388) De sleutel en certificaat voor netwerkcommunicatie registreren(P.
Het apparaat beheren Sleutel en certificaat voor netwerkcommunicatie genereren 2LFC-078 U kunt een sleutelpaar genereren met het apparaat als dit nodig is voor gecodeerde communicatie via TLS (Transport Layer Security). U kunt TLS gebruiken wanneer u het apparaat gebruikt via de UI op afstand. Zelf-ondertekende certificaten worden gebruikt bij de sleutel en certificaat die zijn gegenereerd in "Netwerkcommunicatie".
Pagina 394
Het apparaat beheren [Sleutelinstellingen] [Sleutelnaam] Gebruik alfanumerieke tekens voor de naam van de sleutel. Kies een naam die u eenvoudig kunt terugvinden in lijsten. [Handtekeningalgoritme] Selecteer het algoritme voor de handtekening in de vervolgkeuzelijst. [Sleutelalgoritme] Selecteer het sleutelgenereeralgoritme uit [RSA] of [ECDSA], en selecteer dan de sleutellengte in de vervolgkeuzelijst.
Pagina 395
Het apparaat beheren Klik op [OK]. ● Het genereren van sleutel en certificaat kan enige tijd duren. ● Als sleutel en certificaat zijn gegenereerd, worden ze automatisch opgeslagen op het apparaat. KOPPELINGEN De sleutel en certificaat voor netwerkcommunicatie registreren(P. 392) De sleutel en certificaat voor TLS configureren(P.
Het apparaat beheren Een sleutel en certificaatondertekeningsverzoek (CSR) aanmaken 2LFC-079 Op het apparaat gegenereerde certificaten hebben geen CA-handtekening, een communicatiefout kan het gevolg zijn, afhankelijk van de apparaten waarmee het communiceert. Voordat de certificeringsinstantie het certificaat met CA- handtekening kan afgeven, moet u CSR-gegevens (Certificate Signing Request) verkrijgen die de beheerder van de UI op afstand kan genereren.
Pagina 397
Het apparaat beheren [Sleutelinstellingen] [Sleutelnaam] Gebruik alfanumerieke tekens voor de naam van de sleutel. Kies een naam die u eenvoudig kunt terugvinden in lijsten. [Handtekeningalgoritme] Selecteer het algoritme voor de handtekening in de vervolgkeuzelijst. [Sleutelalgoritme] Selecteer het sleutelgenereeralgoritme uit [RSA] of [ECDSA], en selecteer dan de sleutellengte in de vervolgkeuzelijst.
Het apparaat beheren Klik op [Opslaan in bestand]. ● Er wordt een dialoogvenster voor het opslaan van het bestand weergegeven. Kies waar u het bestand wilt opslaan en klik op [Opslaan]. ➠ Het CSR-bestand wordt opgeslagen op de computer. Hecht het opgeslagen bestand aan en leg de applicatie voor aan de certificeringsinstantie (CA).
Pagina 399
Het apparaat beheren De sleutel en certificaat voor TLS configureren(P. 382) Sleutel en certificaat voor netwerkcommunicatie genereren(P. 385) De sleutel en certificaat voor netwerkcommunicatie registreren(P. 392) IPSec-instellingen configureren(P. 394)
Het apparaat beheren De sleutel en certificaat voor netwerkcommunicatie registreren 2LFC-07A U kunt sleutel en certificaat verkrijgen, en het CA-certificaat van een certificeringsinstantie (CA) voor gebruik met het apparaat. Installeer en registreer de verkregen sleutel en certificaat en het certificaatbestand in dit apparaat met behulp van de externe UI.
Het apparaat beheren Klik op [Installeren]. Het bestand voor sleutel en certificaat, of het CA-certificaat verwijderen ● Klik op [Verwijderen] rechts van het bestand dat u wilt wissen klik op [OK]. Klik op [Bladeren], selecteer het bestand dat u wilt installeren en klik op [Start installatie].
Het apparaat beheren IPSec-instellingen configureren 2LFC-07C Internet Protocol Security (IPSec of IPsec) bestaat uit een verzameling protocollen voor het coderen van gegevens die worden getransporteerd over een netwerk, inclusief internet-netwerken. Terwijl TLS alleen de gegevens codeert die in een bepaald programma worden gebruikt, zoals een webbrowser of een e-mailprogramma, worden met IPSec complete IP-pakketten of de payloads daarvan gecodeerd, waardoor met IPSec een flexibelere beveiliging kan worden gerealiseerd.
Pagina 403
Het apparaat beheren ● Voor meer informatie over de basishandelingen die moeten worden verricht wanneer u het apparaat instelt via de externe UI, raadpleegt u Menuopties instellen via de UI op afstand(P. 431) . Start de externe UI en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten(P.
Pagina 404
Het apparaat beheren [Lokaal adres] Selecteer het keuzerondje voor het type IP-adres van het apparaat waarop u het beleid wilt toepassen. [Alle IP-adressen] Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten. [IPv4-adres] Selecteer deze optie om IPSec te gebruiken voor alle IP-pakketten die van of naar het IPv4-adres van het apparaat worden verstuurd.
Pagina 405
Het apparaat beheren Beschrijving Voorbeeld Een specifiek adres invoeren IPv4: 192.168.0.10 Gebruik een punt als scheidingsteken. IPv6: fe80::10 Gebruik een dubbele punt als scheidingsteken tussen alfanumerieke tekens. Een bereik van adressen opgeven Plaats een afbreekstreepje tussen de adressen. 192.168.0.10-192.168.0.20 [Subnetinstellingen] Als u het IPv4-adres handmatig invoert, kunt u een bereik opgeven door het subnetmasker te gebruiken.
Het apparaat beheren Geef aan hoe lang een sessie duurt voor IKE SA (ISAKMP SA). Geef de tijd op in minuten. [Authenticatie]/[Encryptie]/[DH-groep] Selecteer een algoritme in de vervolgkeuzelijst. Alle algoritmen worden gebruikt bij het uitwisselen van de sleutels. [Authenticatie] Selecteer het hash-algoritme. [Encryptie] Selecteer het coderingsalgoritme.
Pagina 407
Het apparaat beheren u wilt instellen. Als u beide selectievakjes inschakelt, wordt de IPSec SA-sessie beëindigd als aan één van de beide voorwaarden wordt voldaan. [Geef tijd op] Typ het aantal minuten voor de tijdsduur van een sessie. [Geef formaat op] Typ een grootte in MB om aan te geven hoeveel gegevens er in een sessie kunnen worden getransporteerd.
Het apparaat beheren Start de machine opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Het bedieningspaneel gebruiken ● U kunt ook IPSec-communicatie inschakelen of uitschakelen vanuit <Menu> in het scherm Start. <Gebruik IPSec>(P.
Het apparaat beheren IEEE 802.1X-verificatie-instellingen configureren 2LFC-07E De machine kan als een clientapparaat worden aangesloten op een 802.1X-netwerk. Een doorsnee 802.1X-netwerk bestaat uit een RADIUS-server (verificatieserver), een LAN-switch (authenticator) en clientapparaten met verificatiesoftware (supplicants). Als een apparaat probeert verbinding te maken met het 802.1X-netwerk, moeten de gebruikersgegevens worden geverifieerd om er zeker van te zijn dat de verbinding tot stand wordt gebracht door een bevoegde gebruiker.
Het apparaat beheren Start de externe UI en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten(P. 422) Klik op [Instellingen/registratie] op de portaalpagina. Scherm van externe UI(P. 423) Selecteer [Netwerkinstellingen] [IEEE 802.1X-instellingen]. Klik op [Bewerken]. Schakel het selectievakje [Gebruik IEEE 802.1X] in, en typ de aanmeldingsnaam in het vak [Inlognaam].
Het apparaat beheren Details bekijken van een certificaat ● U kunt de details van het certificaat controleren of het certificaat verifiëren door op de gewenste tekstkoppeling onder [Sleutelnaam] te klikken of op het pictogram van het certificaat. TTLS/PEAP instellen Schakel het selectievakje [Gebruik TTLS] of [Gebruik PEAP] in. Intern protocol voor TTLS ●...
Pagina 412
Het apparaat beheren Het bedieningspaneel gebruiken ● U kunt ook IEEE 802.1X authenticatie inschakelen of uitschakelen vanuit <Menu> in het scherm Start. <Gebruik IEEE 802.1X>(P. 476) KOPPELINGEN De sleutel en certificaat voor TLS configureren(P. 382)
Het apparaat beheren De functies van de machine beperken 2LFC-07F De kans bestaat dat sommige functies van de machine bijna nooit worden gebruikt of aanleiding geven voor misbruik. Uit veiligheidsoverwegingen kunt u de functionaliteit van de machine beperken door deze functies geheel of gedeeltelijk uit te schakelen.
Het apparaat beheren Extern beheer uitschakelen Als u de externe UI niet gebruikt, kunt u functies uitschakelen om onbevoegde externe bewerkingen via de externe UI te verhinderen. De UI op afstand uitschakelen(P. 418)
Het apparaat beheren Beperkingen instellen voor de toegang tot het adresboek- en verzendfuncties 2LFC-07H Bepaalde vormen van informatielekkage kunt u voorkomen door de beschikbare bestemmingen voor faxen en e-mails te beperken tot de bestemmingen in het adresboek of op LDAP-servers. Een andere manier is om een pincode in te stellen voor het adresboek, zodat onbevoegde gebruikers het adresboek niet kunnen aanpassen.
Het apparaat beheren Gebruik van het adresboek beperken 2LFC-07J U kunt instellen dat gebruikers een pincode moeten invoeren om nieuwe vermeldingen toe te voegen aan het adresboek of bestaande vermeldingen aan te passen. Als u een pincode instelt voor het adresboek, wordt de kans kleiner dat documenten worden verstuurd naar verkeerde ontvangers omdat het adresboek alleen nog kan worden gewijzigd door gebruikers die de pincode weten.
Pagina 417
Het apparaat beheren Bestemmingen opslaan(P. 178) Bestemmingen vanaf de UI op afstand registreren(P. 434) Basisinstellingen voor e-mail configureren(P. 87) Een gedeelde map instellen als een opslaglocatie(P. 95)
Het apparaat beheren Beperkingen instellen voor beschikbare bestemmingen 2LFC-07K Door het aantal bestemmingen dat kan worden opgegeven, te beperken tot de nummers die al in het adresboek of op LDAP-servers zijn opgeslagen, kunt u de kans op onbedoelde bestemmingen verkleinen en het lekken van informatie door gebruikers verhinderen.
Het apparaat beheren geselecteerde/ingevoerde code voor verkort kiezen worden weergegeven op het apparaat voordat de documenten naar die bestemming op het scherm kan worden verzonden. <Menu> <Functie-instellingen> <Verzenden> <Algemene instellingen> <Bevestigen bij TX- kiescode> <Aan> Bestemmingen controleren tijdens het verzenden van gegevens U kunt een instelling zodanig configureren dat het scherm voor het bevestigen van de bestemming verschijnt als verzending van een fax, e-mail, of I-Fax start.
Het apparaat beheren De verzendfuncties voor faxen beperken 2LFC-07L U kunt verschillende beperkingen instellen voor het verzenden van faxen, die kunnen verhinderen dat informatie naar derden lekt of dat documenten naar onbedoelde bestemmingen worden verzonden. Het ingevoerde faxnummer bevestigen(P. 412) Faxen vanaf een computer beperken(P.
Pagina 421
Het apparaat beheren Eerder gebruikte zendinstellingen oproepen (herhaal-instellingen)(P. 230) Faxen versturen vanaf uw computer(P. 243) Afdelings-ID-beheer instellen voor taken vanaf een computer(P. 359) Gebruik van het adresboek beperken(P. 408) Beperkingen instellen voor beschikbare bestemmingen(P. 410)
Het apparaat beheren Afdrukken vanaf een computer beperken 2LFC-07R U kunt informatielekken drastisch reduceren door het aantal vanaf een computer afdrukbare documenten te beperken tot de 'Beveiligd afdrukken' documenten ( Een document afdrukken dat is beveiligd met een pincode (beveiligd afdrukken)(P. 265) ). <Menu>...
Het apparaat beheren Beperkingen instellen voor USB-functies 2LFC-07S USB is een handige manier om randapparatuur aan te sluiten en gegevens op te slaan of te verplaatsen. Bij een onjuist beheer kan USB echter ook een bron van informatielekkage zijn. Wees voorzichtig wanneer u USB- geheugenapparaten gebruikt.
Pagina 424
Het apparaat beheren KOPPELINGEN Basisbewerkingen voor het scannen van originelen(P. 283) Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat (afdrukken via geheugenmedia)(P. 269)
Het apparaat beheren HTTP-communicatie uitschakelen 2LFC-07U HTTP wordt gebruikt voor communicatie via het netwerk, bijvoorbeeld wanneer u het apparaat bedient via de UI op afstand. Als u een USB-verbinding gebruikt of HTTP om een andere reden niet nodig hebt, kunt u het protocol uitschakelen om aanvallen van kwaadwillende gebruikers via de ongebruikte HTTP-poort te voorkomen.
Het apparaat beheren De UI op afstand uitschakelen 2LFC-07W De UI op afstand is handig omdat u dan instellingen voor de machine kunt opgeven via een webbrowser op een computer. U kunt de UI op afstand alleen gebruiken als de machine via het netwerk is verbonden met een computer. Als de machine via USB met een computer is verbonden, of als u de UI op afstand niet nodig hebt, kunt u de interface uitschakelen om het risico te verkleinen dat de machine door kwaadwillende gebruikers op afstand wordt bediend via het netwerk.
Het apparaat beheren De beveiliging van documenten verhogen 2LFC-07X Het apparaat heeft beveiligingsfuncties die moeten verhinderen dat gegevens uit documenten weglekken of dat er met de documenten wordt geknoeid. Apparaathandtekening De toestel-handtekening wordt toegevoegd aan gescande documenten met behulp van een sleutel-en- certificaatmechanisme om de ontvanger te laten zien dat het document op het apparaat is gemaakt.
Het apparaat beheren Een handtekeningsleutel voor het apparaat genereren 2LFC-07Y U kunt sleutel en certificaat genereren voor de toestel-handtekening, om te laten zien dat een document is gescand op het apparaat. Het certificaat wordt aangehecht wanneer een document wordt gescand en wordt geconverteerd tot een PDF-bestand.
Het apparaat beheren Het apparaat vanaf een computer beheren (externe UI) 2LFC-080 Als u een webbrowser gebruikt om het apparaat op afstand te bedienen, kunt u de documenten die wachten om te worden afgedrukt, of de status van het apparaat controleren. U kunt ook verschillende instellingen realiseren. U hoeft uw bureau dus niet te verlaten om systeembeheertaken uit te voeren.
Het apparaat beheren De UI op afstand starten 2LFC-081 Om het apparaat op afstand te bedienen, moet u het IP-adres van het apparaat in een webbrowser invoeren en de UI op afstand opstarten. Controleer vooraf het IP-adres dat op het apparaat is ingesteld ( Netwerkinstellingen weergeven(P.
Het apparaat beheren [Toegangspincode externe UI] Als [Toegangspincode externe UI] is ingesteld, voer dan de pincode in. Een pincode voor de UI op afstand instellen(P. 363) Wanneer Afdelings-id beheer is ingeschakeld Voer het juiste ID in bij [Afdelings-ID] en pincode bij [Pincode]. Afdeling-ID beheer configureren(P.
Pagina 432
Het apparaat beheren Pictogram Vernieuwen Hiermee vernieuwt u de weergegeven pagina. [Language] Hiermee selecteert u de taal voor de schermen van de externe UI. [Afmelden] Hiermee meldt u zich af bij de UI op afstand. UI staat trouwens voor User Interface, ofwel gebruikersinterface in het Nederlands.
Het apparaat beheren Status en logboeken controleren 2LFC-082 De huidige status van afdruktaken controleren(P. 425) De huidige status van ontvangen documenten controleren(P. 426) Taakgeschiedenis controleren(P. 426) Informatie bekijken van documenten waarvan het doorsturen is mislukt(P. 426) Foutgegevens controleren(P. 427) Verbruiksartikelen controleren(P. 427) Apparaatspecificaties controleren(P.
Het apparaat beheren ● Klik op [Opdrachtnummer] op de gepauzeerde documenten en de beveiligde documenten om gedetailleerde informatie weer te geven. U kunt de gebruikersnaam en de paginatelling van het afgedrukte document controleren. De huidige status van ontvangen documenten controleren Hiermee kunt u de logboeken van ontvangen fax- en I-Fax-documenten controleren.
Het apparaat beheren Log in op de externe UI ( De UI op afstand starten(P. 422) ) [Statusmonitor/ annuleren] [Fouten met doorzenden] ● Wanneer u zich hebt aangemeld in de systeembeheerdersmodus, kunt u op [Verwijderen] om documenten te verwijderen waarvan het doorsturen is mislukt. ●...
Het apparaat beheren Apparaatspecificaties controleren De maximale afdruksnelheid en de apparaatfuncties verschijnen. Log in op de externe UI ( De UI op afstand starten(P. 422) ) [Statusmonitor/annuleren] [Apparaatfuncties] Gegevens van systeembeheerder controleren U kunt informatie over het apparaat en de systeembeheerder weergeven. De hier weergegeven apparaatnaam en andere systeembeheerderinformatie corresponderen met de instelling in [Systeembeheerderinformatie] op de pagina [Gebruikersbeheer] of in [Instellingen Apparaatinformatie] op de pagina [Apparaatbeheer].
Het apparaat beheren Totaal aantal afdrukken controleren U kunt controleren hoeveel pagina's er in totaal zijn afgedrukt, gekopieerd en als fax zijn ontvangen. Log in op de externe UI ( De UI op afstand starten(P. 422) ) [Statusmonitor/annuleren] [Controleer tellerstand] Geschiedenis van tonercartridges bekijken U kunt de gebruikslogboeken van tonercartridges en andere logboeken controleren.
Het apparaat beheren De gebruiksstatus van het apparaat controleren Het maandelijkse afdruktotaal en het maandelijkse stroomverbruik worden weergegeven. U kunt het scherm Eco Information oproepen en de instellingen veranderen om papier te besparen en het stroomverbruik te verminderen. Log in op de externe UI ( De UI op afstand starten(P.
Het apparaat beheren Menuopties instellen via de UI op afstand 2LFC-083 U kunt verschillende instellingen van het apparaat wijzigen met de UI op afstand. De meeste instellingen kunnen ook via het bedieningspaneel van het apparaat worden gewijzigd, maar sommige instellingen kunt u alleen wijzigen via de UI op afstand.
Pagina 440
Het apparaat beheren Klik op [Bewerken]. Geef de vereiste instellingen op. Klik op [OK].
Pagina 441
Het apparaat beheren Start, naar noodzaak, het apparaat opnieuw op. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. ● Voor informatie of u het apparaat opnieuw moet opstarten, raadpleegt u het bericht op het bewerkingsscherm.
Het apparaat beheren Bestemmingen vanaf de UI op afstand registreren 2LFC-084 1660-083 U kunt de computer gebruiken om bestemmingen in het adresboek van het apparaat te registreren en informatie van geregistreerde bestemmingen te bewerken. Geef hier de gedeelde map of FTP-server als bestemming op. ●...
Het apparaat beheren Selecteer het type bestemming dat u wilt registreren en klik op [OK]. ● Om de gedeelde map of van de FTP-server als bestemming te registreren, selecteert u [Bestand]. Geef de bestemming op. De faxbestemming registreren [Naam] Voer de naam van de bestemming in. [Faxnummer] Voer het faxnummer van de bestemming in.
Pagina 444
Het apparaat beheren De e-mail of I-Fax als bestemming registreren [Naam] Voer hier de naam van de bestemming in. [E-mailadres]/[I-faxadres] Voer het e-mailadres van de bestemming in. De gedeelde map of de FTP-server als bestemming registreren [Naam] Voer de naam van de bestemming in. [Protocol] Selecteer het protocol voor de bestemming.
Pagina 445
Het apparaat beheren [Mappad] Voer de locatie in van de map waar de gegevens naartoe worden gezonden. ● Voor een gedeelde map Gebruik "\" als scheidingsteken. Geef het vervolgpad op voor het pad dat in [Hostnaam] is ingesteld. ● Voor een FTP-server Gebruik "/"...
Het apparaat beheren Beveiligingsprincipes 2LFC-085 Organisaties hebben meestal beveiligingsprincipes met definitie van basisinformatie-beveiligingsdoelen en normen, volgens welke informatie-apparatuur zoals computers en multifunctionele printers moeten werken. Eventuele voor uw bedrijf geldende beveiligingsprincipes moeten ook op dit apparaat worden toegepast. De beveiligingsprincipes bekijken(P. 438) Items van de beveiligingsprincipes(P.
Pagina 447
Het apparaat beheren [USB-beleid] Verhindert onbevoegde toegang en inbreuk op gegevens door een USB-verbinding te verbieden. [Gebruik als USB-apparaat verbieden] <Gebruik als USB-apparaat> is ingesteld op <Uit>. <Gebruik als USB- Het is niet mogelijk toegang tot een computer te apparaat>(P. 480) krijgen via USB.
Pagina 448
Het apparaat beheren Verhinder externe inbreuk door ongebruikte poorten te sluiten. [LPD-poort beperken In <LPD-instellingen> is <Gebruik LPD-afdrukken> ingesteld op <LPD- (poortnummer: 515)] <Uit>. LPD-afdrukken is niet mogelijk. instellingen>(P. 472) [RAW-poort beperken In <RAW-instellingen> is <Gebruik RAW-afdrukken> ingesteld op <RAW- (poortnummer: 9100)] <Uit>.
Pagina 449
[SNMP-poort beperken In <SNMP-instellingen>, zijn de <SNMPv1-instellingen> en <SNMP- (poortnummer: 161)] <SNMPv3-instellingen> ingesteld op <Uit>, en <Scan m. Canon instellingen>(P. 474) PRINT Business> is ingesteld op <Uit>. Het is niet mogelijk om <Scan m. Canon PRINT SNMP te gebruiken bij het ontvangen van apparaatinformatie Business>(P.
Pagina 450
Het apparaat beheren Gebruikers die verschillende malen achter elkaar mislukte inlogpogingen hebben ondernemen, moet u blokkeren door het inloggen te verhinderen. [Blokkering inschakelen] In <Blokkering>, <Blokkering inschakelen> is ingesteld op <Aan>. Geef de <Blokkering>(P. 564) waarden op voor <Blokkeringsdrempel> en <Blokkeringsperiode>. ◼...
De insteldata importeren en exporteren(P. 444) Uitsluitend Canon toestellen die compatibel zijn met de instellingen van het beveiligingsprincipe ● De instellingen van het beveiligingsprincipe kunnen uitsluitend worden geïmporteerd als het hiervoor bestemde wachtwoord op het exporterende apparaat overeenkomt met die van het importerende apparaat, of als er voor het importerende apparaat geen wachtwoord is ingesteld.
(*.abk). Selecteer het type informatiebestanden met instellingen van het apparaat om de data op te slaan als een reservekopie, of kopieer de adresboekdata naar het zelfde model apparaat. Selecteer het type Canon- adresboekbestanden om de adresboekgegevens naar het faxstuurprogramma of naar een ander apparaatmodel te kopiëren.
Selecteer de instellingen die u wilt exporteren en geef het encryptiewachtwoord op. [Adresboek (ABK)] Schakel het selectievakje in om de adresboekgegevens als Canon-adresboekbestanden (*.abk) te exporteren. Als het selectievakje [Adresboek (ABK)] is ingeschakeld, kunt u de instellingen van het apparaat niet tegelijk exporteren met de adresboekgegevens.
Pagina 454
[Bestandspad] Klik op [Bladeren] en selecteer het bestand. U kunt uitsluitend informatiebestanden met instellingen van het apparaat (*.dcm) en Canon-adresboekbestanden (*.abk) importeren. Als u het type Canon- adresboekbestanden selecteert, hoeft u geen andere items in te stellen. [Decryptiewachtwoord] Voer het wachtwoord in dat is ingesteld toen de instellingen werden geëxporteerd.
Pagina 455
Het apparaat beheren ➠ Als het selectievakje [Instellingen/registratie] is ingeschakeld in stap 4, start het apparaat automatisch opnieuw op.
Het apparaat beheren De Firmware updaten 2LFC-087 Voor het bijwerken van de firmware selecteert u de updatemethode die past bij de installatievereisten van het apparaat. Er zijn twee manieren om de firmware bij te werken. De eerste manier is door de meeste recente versie van de firmware via het apparaat van internet te downloaden en de update uit te voeren als uw apparaat niet de laatste versie heeft.
Zet het apparaat niet UIT wanneer het opnieuw starten plaatsvindt. Actualiseren vanaf een computer Als u de laatste firmwareversie hebt gedownload van de website van Canon, gebruik dan het hulpprogramma "User Support Tool" (Gebruikershulpmiddel) om de firmware vanaf een computer bij te werken. Voor informatie over het bijwerken van de firmware vanaf een computer raadpleegt u de "Handleiding User Support Tool...
Het apparaat beheren Initialiseer instellingen 2LFC-088 U kunt de volgende instellingen herstellen (initialiseren): Menu Initialiseren(P. 450) Sleutel en certificaat initialiseren(P. 450) Het adresboek initialiseren(P. 451) Alle gegevens/instellingen initialiseren(P. 451) Menu Initialiseren U kunt de instellingen van het apparaat herstellen ( Overzicht van menuopties(P.
Het apparaat beheren <Menu> <Beheerinstellingen> <Gegevensbeheer> <Sleutel en certificaat initialiseren> <Ja> Het adresboek initialiseren U kunt de instellingen van het adresboek terugzetten op de standaardwaarden. Alle gegevens in het adresboek worden hierbij verwijderd. <Menu> <Beheerinstellingen> <Gegevensbeheer> <Adresboek initialiseren> <Ja> Alle gegevens/instellingen initialiseren Dit maakt herstel van alle data en apparaatinstellingen, zoals logboeken, naar de standaard fabriekswaarden mogelijk.
Pagina 460
Overzicht van menuopties Overzicht van menuopties Overzicht van menuopties ........................453 ..............................454 <Voorkeuren> ..........................455 <Weergave-instellingen> ........................459 <Engelse toetsenbordindeling> ........................460 <Timer-/energie-instellingen> ..............................465 <Netwerk> ............................480 <Externe interface> ............................481 <Toegankelijkheid> ..........................482 <Aanpassing/onderhoud> ......................... 483 <Beeldkwaliteit aanpassen> ...............................
Overzicht van menuopties Overzicht van menuopties 2LFC-089 U kunt het apparaat aanpassen volgens de omgeving en vereisten, door de in dit hoofdstuk beschreven instellingen te configureren. Om de configuratie te starten, selecteert u <Menu> op het scherm Start ( Het scherm Start(P. 122) ). Dit gedeelte beschrijft wat ieder item in het instelmenu kan configureren.
Pagina 462
Overzicht van menuopties <Voorkeuren> 2LFC-08A Item Beschrijving <Weergave-instellingen>(P. 455) Dit gedeelte beschrijft de instellingen voor het bekijken van het scherm. <Engelse toetsenbordindeling>(P. 459) Dit gedeelte beschrijft de USB-toetsenbordinstellingen. <Timer-/energie-instellingen>(P. 460) Dit gedeelte beschrijft de timer- en energie-instellingen. <Netwerk>(P. 465) Dit gedeelte beschrijft de netwerkinstellingen. <Externe interface>(P.
Overzicht van menuopties <Weergave-instellingen> 2LFC-08C Alle instellingen voor het bekijken van het scherm verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <Standaardscherm na opstart/herstel>(P. 455) <Inst. voor knopweergave op startscherm>(P. 455) <Taal>(P. 456) <Taal externe UI>(P.
Pagina 464
Overzicht van menuopties <Selecteer knop om te tonen> <Favoriete kopieerinstellingen> <Favoriete faxinstellingen> <Favoriete scaninstellingen> <Weergavevolgorde instellen> <Taal> Kies deze optie om de taal te selecteren voor het bedieningspaneel, rapporten en lijsten. <Català> <Čeština> <Dansk> <Deutsch> <Eesti> <English> <Español> <Euskara> <Français> <Hrvatski>...
Pagina 465
Overzicht van menuopties <Taal externe UI> Hiermee selecteert u de taal voor de schermen van de UI op afstand. <English> <Japanese> <French> <Spanish> <German> <Italian> <Dutch> <Finnish> <Portuguese> <Norwegian> <Swedish> <Danish> <Czech> <Hungarian> <Russian> <Turkish> <Polish> <Chinese (Simplified)> <Chinese (Traditional)> <Korean>...
Pagina 466
Overzicht van menuopties <Inch> <Menu> <Voorkeuren> <Weergave-instellingen> <Invoer mm/inch schakelen> Selecteer <Millimeter> of <Inch> <Tijd vr cartr.voorber. tonen> Stel de display-timer in voor het bericht dat u meldt dat er nog maar weinig toner in de tonercartridges zit. <Automatisch> <Uit> <Aangepast>...
Pagina 467
Overzicht van menuopties <Engelse toetsenbordindeling> 2LFC-08E Geef de indeling op van een USB-toetsenbord als dat op het apparaat is aangesloten. De standaardinstelling wordt aangegeven met een dolksymbool ( ). <VS-indeling> <VK-indeling> <Menu> <Voorkeuren> <Engelse toetsenbordindeling> Selecteer <VS-indeling> of <VK- indeling>...
Pagina 468
Overzicht van menuopties <Timer-/energie-instellingen> 2LFC-08F Alle instellingen voor de tijdschakeling en energie verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <Huidige datum/tijd instellen>(P. 460) <Instellingen Datum en tijd>(P. 461) <Datumnotatie>(P. 461) <Tijdnotatie>(P. 462) <Automatische resettijd>(P.
Pagina 469
Overzicht van menuopties <Instellingen Datum en tijd> Geef de standaard datum en tijd op van de regio waar het apparaat is geïnstalleerd. <Tijdzone> Hiermee stelt u de tijdzone in. Als u de tijdzone wijzigt, worden de waarden bij <Huidige datum/tijd instellen> automatisch aangepast.
Pagina 470
Overzicht van menuopties <Tijdnotatie> Selecteer de 12- of 24-uurs tijdnotatie. <12 uur (AM/PM)> <24 uur> <Menu> <Voorkeuren> <Timer-/energie-instellingen> <Tijdnotatie> Selecteer de weergave-instelling <Automatische resettijd> Als er gedurende een bepaalde tijd geen toets wordt ingedrukt op het bedieningspaneel, wordt er een zogenaamde automatische reset uitgevoerd en wordt het standaardscherm weergegeven.
Overzicht van menuopties <Functie na automatische reset> Geef aan of na een automatische reset het standaardscherm moet worden weergegeven. Als <Standaardfunctie> is geselecteerd, wordt het hoofdscherm weergegeven van de functie die is geselecteerd bij <Standaardscherm na opstart/herstel> ( <Standaardscherm na opstart/herstel>(P. 455) ). Als <Geselecteerde functie> is geselecteerd, wordt op het display het hoofdscherm weergegeven van de functie die geselecteerd is.
Pagina 472
Overzicht van menuopties <Automatische sluimertijd> Als het apparaat gedurende een bepaalde periode niet is gebruikt of geen gegevens heeft verwerkt, wordt de slaapstand (sluimerstand) geactiveerd om energie te besparen. Geef de periode op waarna de automatische sluimertijd ingaat. De automatische sluimerstand wordt niet geactiveerd als het instellingenmenu wordt weergegeven. Gebruik de standaardinstellingen om zo veel mogelijk stroom te besparen.
Pagina 473
Overzicht van menuopties <Netwerk> 2LFC-08H Alle instellingen voor het netwerk verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <Selecteer bedraad/draadl. LAN>(P. 465) <Instellingen draadloos LAN>(P. 465) <Direct Connection Settings>(P. 467) <Eenvoudige verbinding via pc>(P. 468) <TCP/IP-instellingen>(P.
Pagina 474
Overzicht van menuopties <Selecteer toegangspunt> Draadloze LAN-routers die toegang hebben tot het apparaat, worden automatisch geladen en u kunt deze dus selecteren in de lijst. U moet handmatig een netwerksleutel invoeren, zoals een WEP-sleutel of een PSK. De verbinding instellen door een draadloze router te selecteren(P. 23) <Handmatig invoeren>...
Pagina 475
Overzicht van menuopties <Direct Connection Settings> Stel in of een directe verbinding moet worden gemaakt. Door deze functie in te schakelen, maakt u directe verbinding met het apparaat mogelijk, zelfs in een omgeving zonder toegangspunten of draadloze LAN-router. Direct verbinden (toegangspuntmodus)(P. 327) <Directe verbinding gebruiken>...
Pagina 476
Overzicht van menuopties <Eenvoudige verbinding via pc> Start de procedure voor Gemakkelijk verbinden via PC (cableless setup mode). U kunt Canon Laser NW Device Setup Utility gebruiken om netwerkinstellingen via een computer te configureren. <Menu> <Voorkeuren> <Netwerk> <Eenvoudige verbinding via pc>...
Pagina 477
Overzicht van menuopties <Uit> <Aan> <DNS dynamische update> <Uit> <Aan> <DNS-serveradres verkrijgen> <Uit> <Aan> <Domeinnaam verkrijgen> <Uit> <Aan> <WINS-serveradres verkrijgen> <Uit> <Aan> <SMTP-serveradres verkrijgen> <Uit> <Aan> <POP-serveradres verkrijgen> <Uit> <Aan> <PING-opdracht> Selecteer deze optie om te controleren of de machine via een netwerk is verbonden met een computer. netwerkverbinding testen(P.
Pagina 478
Overzicht van menuopties <DHCPv6-instellingen> Hiermee kunt u het stateful adres in- of uitschakelen dat wordt verkregen via DHCPv6. <Gebruik DHCPv6> <Uit> <Aan> <Controleer instellingen> <Stateful adres> <Prefixlengte> <Instellingen DHCP-opties> Selecteer, als DHCP is ingeschakeld, met deze instellingen of u het DNS-serveradres of de domeinnaam wilt ophalen met de optionele functies van DHCP.
Pagina 479
Overzicht van menuopties <DNS dynamische update> <Uit> <Aan> <DNS dynamisch update-interval> 0 tot en met 24 tot en met 48 (uur) <IPv6> <DNS dynamische update> <Uit> <Aan> <Registreer handmatig adres> <Uit> <Aan> <Registreer stateful adres> <Uit> <Aan> <Registreer stateless adres> <Uit>...
Pagina 480
Overzicht van menuopties <LPD-instellingen> LPD in- of uitschakelen. LPD is een afdrukprotocol dat op ieder hardwareplatform of in ieder besturingssysteem kan worden gebruikt. U kunt ook de tijdsperiode instellen die verloopt van ontvangst van gegevens totdat het afdrukken wordt geannuleerd, als ontvangst van afdrukgegevens wordt onderbroken. Afdrukprotocollen en WSD-functies configureren(P.
Pagina 481
Overzicht van menuopties <Uit> <Aan> <Gebruik HTTP> Hiermee kunt u HTTP in- of uitschakelen. HTTP is een protocol dat vereist is voor communicatie met een computer, bijvoorbeeld wanneer u de UI op afstand gaat gebruiken of gaat afdrukken met WSD of Google Cloudprinter.
Pagina 482
Overzicht van menuopties <SNMP> 1 t/m 161 t/m 65535 <MTU-grootte> Selecteer de maximumgrootte van pakketten die de machine kan verzenden of ontvangen. De maximale verzendeenheid wijzigen(P. 53) <1300> <1400> <1500> <SNMP-instellingen> Kies deze optie om de instellingen op te geven voor het bewaken en bedienen van de machine vanaf een computer met SNMP-compatibele software.
Pagina 483
Overzicht van menuopties <Menu> <Voorkeuren> <Netwerk> <SNMP-instellingen> Selecteer <Uit> of <Aan> in <Printerbeheerinfo verkrijgen van host> <Toepassen> <OK> Start het apparaat opnieuw op <MIB hostbr. formatt. als RFC2790> Geef op of de geavanceerde specificaties (RFC2790) van het protocol moeten worden bevestigd als de machinestatus moet worden bewaakt door SNMP-compatibele software.
Pagina 484
Overzicht van menuopties ● Als <Modus 2> is geselecteerd, kunt u in sommige gevallen een verbinding realiseren vanuit de apparaatbeheersoftware of stuurprogramma. <Wachttijd verb. bij opstarten> Kies deze optie om de wachttijd in te stellen waarna verbinding wordt gemaakt met het netwerk. Selecteer de tijd afhankelijk van de netwerkomgeving.
Pagina 485
Overzicht van menuopties <Menu> <Voorkeuren> <Netwerk> <Gebruik IEEE 802.1X> Selecteer <Uit> of <Aan> <OK> Start het apparaat opnieuw op <Firewallinstellingen> Zonder goede beveiliging kunnen onbevoegden toegang krijgen tot computers en andere communicatieapparaten die op een netwerk zijn aangesloten. Om deze ongewenste toegang te voorkomen, kunt u instellingen opgeven voor het filteren van gegevenspakketten.
Pagina 486
Geef op of u plug-ins voor iW Management Console wilt gebruiken voor het beheren van de gegevens van het apparaat, zoals instellingen en bestemmingen in het Adresboek. Neem voor gedetailleerde informatie over iW Management Console contact op met de Canon-dealer bij u in de buurt. Instellingen configureren voor communicatie tussen het apparaat en plug-ins(P.
Pagina 487
Overzicht van menuopties <RMT-SW> Laat deze schakelaar ingesteld op <Uit>. Als een servicemonteur het apparaat regelmatig op afstand onderhoudt, wordt u misschien gevraagd de schakelaar op <Aan> te zetten. <Uit> <Aan> <Menu> <Voorkeuren> <Netwerk> <RMT-SW> Selecteer <Uit> of <Aan> <OK> Start het apparaat opnieuw op <Initialiseer Netwerkinstellingen>...
Pagina 488
Overzicht van menuopties <Externe interface> 2LFC-08J Alle instellingen voor de USB verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <USB-instellingen> Geef op of het gebruik van de USB-poort of een USB-geheugenapparaat moet worden in- of uitgeschakeld. <Gebruik als USB-apparaat>...
Pagina 489
Overzicht van menuopties <Toegankelijkheid> 2LFC-08K Alle instellingen voor toegang, zoals de schermkleuren omkeren en weergavetijd van meldingen, verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <Omwisselen schermkleuren>(P. 481) <Helderheid>(P. 481) <Duur berichtweergave>(P. 481) <Omwisselen schermkleuren>...
Pagina 490
Overzicht van menuopties <Aanpassing/onderhoud> 2LFC-08L Item Beschrijving <Beeldkwaliteit aanpassen>(P. 483) Dit gedeelte beschrijft hoe u de beeldkwaliteit voor het afdrukken instelt. <Onderhoud>(P. 491) Dit gedeelte beschrijft het gebruik van de reinigingsfuncties.
Overzicht van menuopties <Beeldkwaliteit aanpassen> 2LFC-08R Alle instellingen voor de beeldkwaliteit verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <Kopie-afbeelding aanpassen>(P. 483) <Printerdensiteit>(P. 483) <Tonerbesparing>(P. 483) <Zwarte tekst verwerkt voor kleur>(P. 484) <Afdrukpositie aanpassen>(P. 484) <Speciale verwerking>(P.
Pagina 492
Overzicht van menuopties <Zwarte tekst verwerkt voor kleur> Selecteer of de kleur zwart of zwartachtige tekst in kleurdocumenten moeten worden gereproduceerd als echt zwart, of als een kleur die min of meer kort bij de kleur van het origineel ligt. Voor iedere optie kunt u de mate van effect instellen.
Pagina 493
Overzicht van menuopties <Speciale verwerking> Als de afdrukresultaten op speciale papiersoorten niet naar wens zijn, kunt u de volgende instellingen proberen om de kwaliteit van de afdrukken te verbeteren. <Verwerking van speciaal papier> Als u afdrukt op de achterzijde van bedrukt papier, ruw papier of enveloppen, kunt u de afdrukresultaten mogelijk verbeteren door de volgende instellingen aan te passen.
Pagina 494
Overzicht van menuopties Als u <Modus voor ruwe enveloppen> instelt op <Aan> ● De instelling <Papierkrulcorrectie> wordt uitgeschakeld. ● De afdruksnelheid kan lager zijn. <Papierkreukelcorrectie> Afhankelijk van het papiertype kunnen de afdrukken kreukels gaan vertonen. In dat geval kunt u het probleem mogelijk verhelpen door dit item in te stellen op <Aan>.
Pagina 495
Overzicht van menuopties <Plakkend papr bij uitv. verm.> Bij dubbelzijdig afdrukken kunnen de vellen papier bij de uitvoer aan elkaar plakken. De instelling <Aan> verlaagt de afdruksnelheid, teneinde plakken tegen te gaan. <Uit> <Aan> <Menu> <Aanpassing/onderhoud> <Beeldkwaliteit aanpassen> <Speciale verwerking> <Plakkend papr bij uitv.
Pagina 496
Overzicht van menuopties ● Als <Modus lage vochtigheid> is opgegeven, kan de afdrukdichtheid lager of ongelijk zijn als het apparaat wordt gebruikt in een omgeving met hoge vochtigheidsgraad. <Hot offset corrigeren 1> Als u na het afdrukken op kleinformaat papier, op groot formaat papier afdrukt, kunnen in witte gedeelten zogenaamde nabeelden verschijnen.
Pagina 497
Overzicht van menuopties <Menu> <Aanpassing/onderhoud> <Beeldkwaliteit aanpassen> <Speciale verwerking> <Kreukel (vocht)/strepen verm.> <Aan> <Ja> ● Als u instelt op <Aan>, is de afdruksnelheid lager. <Stille modus> Als u niet vn afdrukgeluiden houdt, kiest u <Aan>. <Uit> <Aan> <Menu> <Aanpassing/onderhoud> <Beeldkwaliteit aanpassen> <Speciale verwerking>...
Pagina 498
Overzicht van menuopties <Vage afb. corrig. voor kopie> Er kunnen vlekken op kopieën verschijnen, afhankelijk van het papiertype of de omgevingscondities. In dit geval kan het instellen van dit item het probleem oplossen. Het verbeterende effect is het sterkst met <Modus 3> en het zwakst met <Modus 1>.
Pagina 499
Overzicht van menuopties <Onderhoud> 2LFC-08S De reinigingsfuncties worden opgesomd en toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <Fixeereenheid reinigen>(P. 491) <Invoer reinigen>(P. 491) <Condensvorming beperken>(P. 491) <Fixeereenheid reinigen> Reinig de fixeereenheid nadat een tonercartridge is vervangen of als afdrukken zwarte strepen bevatten. fixeereenheid reinigen(P.
Pagina 500
Overzicht van menuopties ● De instelling voor <Automatische uitschakeltijd> is niet beschikbaar als <Modus Vochtverwijder.> is ingesteld op <Aan>.
Pagina 501
Overzicht van menuopties <Functie-instellingen> 2LFC-08U Item Beschrijving <Algemeen>(P. 494) Dit gedeelte beschrijft de instellingen die voor alle functies gelden. <Kopiëren>(P. 499) Dit gedeelte beschrijft hoe u de kopieerinstellingen opgeeft. <Printer>(P. 501) Dit gedeelte beschrijft hoe u printerinstellingen opgeeft. <Verzenden>(P. 527) Dit gedeelte beschrijft hoe u instellingen opgeeft voor het verzenden van faxen en gescande originelen.
Pagina 502
Overzicht van menuopties <Algemeen> 2LFC-08W Alle items gerelateerd aan voor iedere functie algemene instellingen verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <Instellingen papierinvoer>(P. 494) <Scaninstellingen>(P. 496) <Bestand genereren>(P. 497) <Faxinstallatiegids>(P. 498) Sterretjes ( ●...
Pagina 503
Overzicht van menuopties <Lade 2> <Uit> <Aan> <Ontvangen/fax >/<Ontvangen> <Multifunctionele lade> <Uit> <Aan> <Lade 1> <Uit> <Aan> <Lade 2> <Uit> <Aan> <Overige> <Multifunctionele lade> <Uit> <Aan> <Lade 1> <Uit> <Aan> <Lade 2> <Uit> <Aan> <Invoermethode papier schakelen> Geef deze instelling op wanneer u een document gaat afdrukken op papier met logo's. Als u bij algemeen gebruik, op papier met logo's gaat afdrukken, moet u voor enkelzijdig of dubbelzijdig afdrukken het papier in de papierbron anders laden.
Pagina 504
Overzicht van menuopties <Menu> <Functie-instellingen> <Algemeen> <Instellingen papierinvoer> <Invoermethode papier schakelen> Selecteer de papierbron Selecteer <Snelheidsprioriteit> of <Prioriteit afdrukzijde> Papierbronnen Selecteer de papierbron waarvoor u de instelling wilt wijzigen. <Snelheidsprioriteit> Als u papier gebruikt waarop vooraf een logo is afgedrukt, moet u de afdrukzijde wijzigen als u enkelzijdig of dubbelzijdig afdrukt.
Pagina 505
Overzicht van menuopties <Menu> <Functie-instellingen> <Algemeen> <Scaninstellingen> <Automatisch online> Selecteer <Uit> of <Aan> <Automatisch offline> Als er geen scan wordt uitgevoerd binnen een specifieke periode nadat het onderstaande scherm is weergegeven (het apparaat is in de online-stand gezet om te kunnen scannen), wordt het apparaat automatisch in de offline-stand gezet.
Pagina 506
Overzicht van menuopties <Menu> <Functie-instellingen> <Algemeen> <Bestand genereren> <Beeldinstellingen uitvoerbestand> <Waarde YCbCr TX-gamma> Selecteer de gammawaarde ● Raadpleeg de handleiding van de monitor om de gammawaarde te bepalen. <OCR-instellingen (doorzoekbare tekst)> Geef, als u met OCR (Optical Character Recognition) van een tekst-origineel een "doorzoekbare PDF" wilt maken, op of het apparaat de tekstrichting van het origineel bepaalt en de richting van het origineel detecteert.
Pagina 507
Overzicht van menuopties <Kopiëren> 2LFC-08X Alle instellingen voor het kopiëren verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). Sterretjes ( ● Instellingen gemarkeerd met een asterix ( ) worden misschien niet weergegeven, afhankelijk van het model dat u gebruikt, opties, of andere instel-items.
Pagina 508
Overzicht van menuopties <2-zijdig->1-zijdig> <Type org./afw.> <N op 1> <Uit> <2 op 1> <4 op 1> <Lay-out> <Type origineel> <Tekst> <Tekst/Foto> <Tekst/Foto (Hoge kwaliteit)> <Foto> <Sorteren> <Uit> <Aan> <Rand wissen> <Uit> <Aan> <Scherpte> Zeven niveaus...
Overzicht van menuopties <Printer> 2LFC-08Y Alle instellingen voor de printer verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <Printerinstellingen>(P. 501) <PDL-selectie (Plug and Play)>(P. 525) Sterretjes ( ● Instellingen gemarkeerd met " " worden misschien niet weergegeven, afhankelijk van het model dat u gebruikt, opties, of andere instel-items.
Pagina 510
Overzicht van menuopties <Uit> <Aan> <Actie als formt niet overeenk> <Uitvoer forceren> <Fout weergeven> <Lade 2> <Prioriteit stuurprogr.inst.> <Uit> <Aan> <Actie als formt niet overeenk> <Uitvoer forceren> <Fout weergeven> <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <Prioriteit stuurprogr.instell. bij afdr.> Selecteer de papierbron Selecteer <Aan>...
Pagina 511
Overzicht van menuopties <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <Kopieën> Geef het aantal kopieën op <Toepassen> <2-zijdig afdrukken> Geef aan of u dubbelzijdig wilt afdrukken. <Uit> <Aan> <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <2-zijdig afdrukken> Selecteer <Uit> of <Aan> <Standaardpapier> Met dit item geeft u papierformaat en -type op. Geschikt papier(P.
Pagina 512
Overzicht van menuopties <Afdrukkwaliteit> U kunt instellingen in verband met de afdrukkwaliteit, veranderen. <Densiteit> Stel de tonerdichtheid in. 17 niveaus <Fijnaanpassing> <Hoog>/<Medium>/<Laag> 17 niveaus <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <Afdrukkwaliteit> <Densiteit> De dichtheid instellen <Toepassen> ● U kunt <Fijnaanpassing> gebruiken om de tonerdichtheid op drie dichtheidsniveaus in te stellen: hoge dichtheid, medium dichtheid, en lage dichtheid.
Pagina 513
Overzicht van menuopties <Menu> <Functie- instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <Afdrukkwaliteit> <Beeldverfijning> Selecteer <Uit> of <Aan> <Resolutie> Geef de afdrukresolutie op voor het verwerken van de afdrukgegevens. <1200 dpi> <600 dpi> <Menu> <Functie- instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <Afdrukkwaliteit> <Resolutie> Selecteer <1200 dpi> of <600 dpi> <Lay-out>...
Overzicht van menuopties <Rugmarge> Verschuif de afdrukpositie om de inbindmarge in te stellen die geldt voor de inbindrand zoals opgegeven via <Inbindlocatie>. De waarde '00,0' heeft geen effect op de inbindmarge. -50,0 tot en met 00,0 tot en met +50,0 (mm) <Menu>...
Pagina 515
Overzicht van menuopties <Korte zijde versch. (voorkant)>/<Lange zijde versch. (voorkant)> Verschuift de afdrukpositie op de papierzijde die omhoog gericht is. <Korte zijde versch. (achterk.)>/<Lange zijde versch. (achterk.)> Verschuift de afdrukpositie op de papierzijde die omlaag gericht is. Voer de instelwaarde in Geef voor <Korte zijde verschuiven (voorkant)>/<Korte zijde verschuiven (achterkant)>...
Pagina 516
Overzicht van menuopties <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <Time-out> Stel de tijdsperiode in <Toepassen> <Persoonlijkheid> Geef de modus op waarin het apparaat moet werken als het formaat van de documentgegevens onbekend is. <Automatisch> <PS> <PCL> <PDF> <XPS> <Afbeeldingsbeheer> <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen>...
Overzicht van menuopties <Illustraties> <Resolutie> <Kleurtoon> <Gradatie> <Hoge resolutie> <Afbeelding> <Resolutie> <Kleurtoon> <Gradatie> <Hoge resolutie> <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <UFR II> <Halftonen> <Resolutie/gradatie> Selecteer het type afbeelding Selecteer de reproductiemethode met halftonen Type afbeelding Selecteer het object waarvoor u de instelling wilt wijzigen. <Tekst> vertegenwoordigt letters en tekens, <Illustraties>...
Pagina 518
Overzicht van menuopties <Aan> <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <UFR II> <Papierbesparing> Selecteer <Uit> of <Aan> <PCL> Kies deze optie om instellingen op te geven voor PCL-afdrukken, zoals paginalay-out en afdrukkwaliteit. <Papierbesparing> Geef op of lege pagina's niet moeten worden uitgevoerd. <Uit>...
Pagina 519
Overzicht van menuopties <Menu> <Functie- instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PCL> <Lettergrootte> Selecteer het nummer van het lettertype <Toepassen> <Puntgrootte> Geef de tekengrootte op in punten. U kunt de grootte in stappen van 0,25 aanpassen. U kunt deze optie alleen opgeven als er een proportioneel lettertype is geselecteerd bij <Lettergrootte>. 4,00 t/m 12,00 t/m 999,75(punt) <Menu>...
Pagina 521
Overzicht van menuopties <Menu> <Functie- instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PCL> <Tekencode> Selecteer de tekencode <Gebruikerspapier> Kies deze optie om aan te geven of u een aangepast papierformaat wilt instellen. Selecteer <Aan> om de afmetingen van het papier op te geven bij <X-dimensie> en <Y-dimensie>. <Uit>...
Pagina 522
Overzicht van menuopties <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PCL> <Y- dimensie> Geef de afmeting op <Toepassen> <CR aan LF toevoegen> Met deze optie kunt u instellen of er een Enter-teken (CR) moet worden toegevoegd wanneer de machine een teken voor een nieuwe regel (LF) ontvangt. Als <Ja> is geselecteerd, wordt de afdrukpositie naar het begin van de volgende regel verplaatst wanneer de machine een LF-code ontvangt.
Pagina 523
Overzicht van menuopties <Tekst> <Resolutie> <Kleurtoon> <Gradatie> <Hoge resolutie> <Illustraties> <Resolutie> <Kleurtoon> <Gradatie> <Hoge resolutie> <Afbeelding> <Resolutie> <Kleurtoon> <Gradatie> <Hoge resolutie> <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PCL> <Halftonen> <Resolutie/gradatie> Selecteer het type afbeelding Selecteer de reproductiemethode met halftonen Type afbeelding Selecteer het object waarvoor u de instelling wilt wijzigen. <Tekst> vertegenwoordigt letters en tekens, <Illustraties>...
Pagina 524
Overzicht van menuopties Vergeleken met <Resolutie> produceert dit een fijnere afdruk, maar de kwaliteit is iets minder stabiel. Geschikt voor het afdrukken tekengegevens of CAD-gegevens met scherpe randen. <BarDIMM> Met deze instelling kunt u streepjescodes afdrukken die worden ondersteund door de Barcode Printing Kit. Als <Inschakelen>...
Pagina 525
Overzicht van menuopties <PS> Geef de instellingen op voor PS-afdrukken, zoals paginalay-out en afdrukkwaliteit. <Time-out opdracht> Deze instelling biedt u de mogelijkheid op te geven hoeveel tijd verstrijkt tot een taak wordt geannuleerd. Als een taak niet wordt voltooid binnen de ingestelde tijdslimiet, wordt de taak automatisch geannuleerd. t/m 3600 (sec.) <Menu>...
Pagina 526
Overzicht van menuopties <Menu> <Functie- instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PS> <Halftonen> <Resolutie/ gradatie> Selecteer het type afbeelding Selecteer de reproductiemethode met halftonen Type afbeelding Selecteer het object waarvoor u de instelling wilt wijzigen. <Tekst> vertegenwoordigt letters en tekens, <Illustraties> vertegenwoordigt lijnen en figuren, en <Afbeelding> vertegenwoordigt foto´s en afbeeldingen. Instelwaarde <Resolutie>...
Pagina 527
Overzicht van menuopties <sRGB> Drukt in zwart/wit af met nadruk op kleurverschillen, zodat een vloeiende gradatie wordt verkregen. <NTSC> Drukt zodanig in zwart/wit af dat de afbeelding eruit ziet als een zwart/wit televisieafbeelding (van het NTSC- systeem). <Uniforme RGB> Drukt zodanig in zwart/wit af dat R, G, en B uniform worden geconverteerd naar hetzelfde grijsniveau met behulp van slechts helderheid als de referentie.
Pagina 528
Overzicht van menuopties <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PDF> <Vergr./verkl. volgns papierformaat> Selecteer <Uit> of <Aan> <Afdrukgebied vergroten> Geef op of u het afdrukbereik wilt vergroten tot het papierformaat. <Uit> <Aan> <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PDF> <Afdrukgebied vergroten> Selecteer <Uit> of <Aan> ●...
Pagina 529
Overzicht van menuopties <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <PDF> <Opmerkingen afdrukken> Selecteer <Uit> of <Automatisch> <Halftonen> U kunt de afdrukmethode selecteren voor het reproduceren van halftonen (het tussenliggende bereik tussen de lichtere en donkere gebieden van een afbeelding) voor optimale beeldkwaliteit. <Resolutie/gradatie>...
Pagina 530
Overzicht van menuopties Instelwaarde <Resolutie> Produceert een afdruk met vloeiende gradatie of vloeiende randen. Is geschikt voor het afdrukken van figuren of afbeeldingen die gradatiegebieden bevatten. <Gradatie> Produceert een scherpe afdruk met sterk contrast van licht en donker. Is geschikt voor het afdrukken van fotogegevens zoals gegevens van fotoafbeeldingen.
Pagina 531
Overzicht van menuopties <Resolutie> <Gradatie> <Hoge resolutie> <Illustraties> <Resolutie> <Gradatie> <Hoge resolutie> <Afbeelding> <Resolutie> <Gradatie> <Hoge resolutie> <Menu> <Functie- instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <XPS> <Halftonen> <Resolutie/ gradatie> Selecteer het type afbeelding Selecteer de reproductiemethode met halftonen Type afbeelding Selecteer het object waarvoor u de instelling wilt wijzigen. <Tekst> vertegenwoordigt letters en tekens, <Illustraties>...
Pagina 532
Overzicht van menuopties <Uniforme RGB> <Illustraties> <sRGB> <NTSC> <Uniforme RGB> <Afbeelding> <sRGB> <NTSC> <Uniforme RGB> <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <XPS> <Grijswaardeconversie> Selecteer het type afbeelding Selecteer het type grijswaardenconversie Type afbeelding Selecteer het object waarvoor u de instelling wilt wijzigen. <Tekst> vertegenwoordigt letters en tekens, <Illustraties>...
Pagina 533
Overzicht van menuopties <Menu> <Functie- instellingen> <Printer> <Printerinstellingen> <XPS> <Papierbesparing> Selecteer <Uit> of <Aan> <Gecomprimeerde beelduitvoer> Geef op welke bewerking moet plaatsvinden als de beeldkwaliteit is afgenomen vanwege te weinig geheugen bij het afdrukken. <Uitvoer> <Fout weergeven> <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <Printerinstellingen>...
Pagina 534
Overzicht van menuopties <UFR II> <UFR II (V4)> <PCL6> <PCL6 (V4)> <PS> <Menu> <Functie-instellingen> <Printer> <PDL-selectie (Plug and Play)> Selecteer <Netwerk> of <USB> Selecteer een paginabeschrijvingstaal <OK> Start het apparaat opnieuw op <FAX> Hiermee wordt het apparaat gedetecteerd en verbonden als een faxapparaat. <UFR II>...
Overzicht van menuopties <Verzenden> 2LFC-090 Alle instellingen voor het verzenden van faxen en gescande originelen verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <Algemene instellingen>(P. 527) <Verzend- en scaninstellingen>(P. 528) <Faxinstellingen>(P. 533) Sterretjes ( ●...
Pagina 536
Overzicht van menuopties <Bestemming bevest. vóór verz.> Geef op of het scherm om de bestemming te bevestigen moet worden weergegeven tijdens het verzenden van faxen, e-mails, of I-Faxen. Als <Alleen voor groepsverzending> is geselecteerd, verschijnt het bevestigingsscherm uitsluitend als meerdere bestemmingen zijn opgegeven. Bestemmingen controleren tijdens het verzenden van gegevens(P.
Pagina 537
Overzicht van menuopties <Bestandsindeling> <PDF> <PDF (Compact)> <PDF (Compact/OCR)> <PDF (OCR)> <PDF-details instellen> <PDF>/<PDF (Compact)>/<PDF (Compact/OCR)>/<PDF (OCR)> <Encryptie> <Geen> <Acrobat 7.0 of later/128-bits AES> <Acrobat 9.0 of equivalent/256-bits AES> <Acrobat 10.0 of equivalent/256-bits AES> <Digitale handtekeningen> <Geen> <Linksboven> <Splitsen in pagina's> <Uit>...
Pagina 538
Overzicht van menuopties <Onderwerp/bericht> <Onderwerp> <Bericht> <Antwoord aan> <Geen> <Opgeven uit adresboek> <Prioriteit> <Laag> <Standaard> <Hoog> <I-faxinstellingen> Geef de basisinstellingen op voor het gebruik van het apparaat als I-Faxapparaat. <Standaardinstellingen wijzigen (I-fax)> U kunt de standaard instellingen veranderen voor het verzenden van I-Faxen. De geselecteerde instellingen worden gebruikt als de standaardinstellingen voor het scannen van originelen.
Pagina 539
Overzicht van menuopties <Type kalender> <Scherpte> Zeven niveaus <Onderwerp/bericht> <Onderwerp> <Bericht> <Antwoord aan> <Geen> <Opgeven uit adresboek> <TX terminal-ID> Informatie zoals de datum en de tijd van verzending en het e-mailadres van het apparaat (informatie van de verzender) kunnen als kopregel aan verzonden documenten worden toegevoegd. Deze informatie vertelt de ontvanger wanneer de I-Fax is verzonden en wie de afzender is.
Pagina 540
Overzicht van menuopties <LETTER (Government)> <LEGAL (Government)> <LEGAL (India)> <FOOLSCAP (Australië)> <OFICIO (Brazilië)> <OFICIO (Mexico)> <Bestandsindeling> <PDF> <PDF (Compact)> <PDF (Compact/OCR)> <PDF (OCR)> <PDF-details instellen> <PDF>/<PDF (Compact)>/<PDF (Compact/OCR)>/<PDF (OCR)> <Encryptie> <Geen> <Acrobat 7.0 of later/128-bits AES> <Acrobat 9.0 of equivalent/256-bits AES> <Acrobat 10.0 of equivalent/256-bits AES>...
Pagina 541
Overzicht van menuopties Zeven niveaus <Bestandsgrootte> <Klein: Geheugenprioriteit> <Standaard> <Groot: Prioriteit beeldkwaliteit> <Faxinstellingen> Kies deze optie om de basisinstellingen op te geven voor de faxfunctie van de machine. <Standaardinstellingen wijzigen (Fax)> U kunt de standaard instellingen veranderen voor het verzenden van faxen. De geselecteerde instellingen worden gebruikt als de standaardinstellingen voor het scannen van originelen.
Pagina 542
Overzicht van menuopties <Aan> <Menu> <Functie-instellingen> <Verzenden> <Faxinstellingen> <ECM TX> <Aan> ● ECM moet zijn ingeschakeld op de machine en het andere faxapparaat omdat er foutcontroles worden uitgevoerd op zowel het versturende als ontvangende apparaat. ● Zelfs als ECM is ingeschakeld, kunnen er fouten optreden als gevolg van de toestand van de telefoonlijn.
Pagina 543
Overzicht van menuopties <Menu> <Functie-instellingen> <Verzenden> <Faxinstellingen> <Automat. nummerherhaling> Selecteer <Aan> in <Autom. nummerherhaling gebr.> Geef ieder instel- item op <Toepassen> <Aantal herhalingen> Geeft op hoe vaak het apparaat het nummer opnieuw moet kiezen. Voer een nummer in, en selecteer <Toepassen>.
Pagina 544
Overzicht van menuopties <TX-startsnelheid> Als het lang duurt voordat het verzenden van een fax start, bijvoorbeeld vanwege een slechte verbinding, kunt u de startsnelheid voor de communicatie stapsgewijs verlagen. <33600 bps> <14400 bps> <9600 bps> <7200 bps> <4800 bps> <2400 bps> <Menu>...
Pagina 545
Overzicht van menuopties <TX-document archiveren> Behalve de bestemming die wordt opgegeven wanneer de fax wordt verzonden, kunt u opgeven of gefaxte documenten ook worden verstuurd naar een vooraf ingesteld adres waar ze worden opgeslagen en gearchiveerd. Als u wilt annuleren, selecteer dan(P. 235) <TX-document archiveren>...
Pagina 546
Overzicht van menuopties <Beperk groepsverzending> Kies deze optie om groepsverzending al dan niet toe te staan. Dit is een functie waarmee u achter elkaar faxen naar verschillende bestemmingen kunt sturen. Groepsverzending beperken(P. 412) <Uit> <Aan> <TX terminal-ID> Kies deze optie om instellingen op te geven voor het toevoegen van gegevens van de afzender aan de koptekst van faxen, zoals het faxnummer en de naam van de machine.
Pagina 547
Overzicht van menuopties <Menu> <Functie-instellingen> <Verzenden> <Faxinstellingen> <Com.snelh. VoIP auto aanp.> Selecteer <Uit> of <Aan> ● Als u deze functie instelt op <Aan>, kan de communicatiesnelheid lager zijn.
Overzicht van menuopties <Ontvangen/doorzenden> 2LFC-091 Alle instellingen voor het ontvangen van faxen en e-mails verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <Algemene instellingen>(P. 540) <I-faxinstellingen>(P. 541) <Faxinstellingen>(P. 542) Sterretjes ( ● Instellingen gemarkeerd met " "...
Pagina 549
Overzicht van menuopties <Door. m afdr. bij lege cart.> Als u faxberichten ontvangt wanneer de toner bijna op is, bewaart het apparaat de berichten in het geheugen en drukt ze niet af. Als deze functie echter is ingeschakeld, gaat het apparaat verder met afdrukken. Dit geldt ook voor de ontvangst van internetfaxberichten (I-Fax).
Pagina 550
Overzicht van menuopties <Menu> <Functie-instellingen> <Ontvangen/doorzenden> <I-faxinstellingen> <RX- afdrukformaat> Selecteer het papierformaat <Faxinstellingen> Hiermee kunt u instellingen configureren voor het ontvangen en doorsturen van faxen. <Afdrukken op beide zijden> Kies deze optie om instellingen op te geven voor het dubbelzijdig afdrukken van ontvangen documenten. <Uit>...
Pagina 551
Overzicht van menuopties als de ontvangstmodus. Geef aan hoe vaak u een belsignaal wilt horen bij een binnenkomende fax. U kunt er ook voor kiezen geen belsignaal weer te geven. <Inkomend belsignaal gebruiken> <Uit> <Aan> <Aantal keer overgaan> 1 tot en met 2 tot en met 99 (maal) <Menu>...
Pagina 552
Overzicht van menuopties <Aan> <Duur belsignaal Auto RX> 1 tot en met 15 tot en met 99 (sec.) <Menu> <Functie-instellingen> <Ontvangen/doorzenden> <Faxinstellingen> <Omschakelen naar Auto RX> Selecteer <Aan> in <Schakelen naar Auto RX gebruiken> Voer het gewenste aantal seconden in in <Duur belsignaal Auto RX> <Toepassen>...
Pagina 553
Overzicht van menuopties <Menu> <Functie-instellingen> <Ontvangen/doorzenden> <Faxinstellingen> <Verklein RX- formaat gebruiken> Selecteer <Aan> in <Verklein RX-formaat gebruiken> Geef ieder instel-item <Toepassen> Selecteer <Verkleiningspercentage> <Automatisch> om het document te verkleinen met een percentage dat is gebaseerd op het formaat van het geladen papier.
Pagina 554
Overzicht van menuopties <Alleen bij fout> <Afbeeldingen in geheugen opslaan> Selecteer deze optie om in te stellen of faxen in het geheugen moeten worden opgeslagen als het doorsturen ervan is mislukt. U kunt de documenten dan later opnieuw verzenden of afdrukken. Documenten afdrukken, opnieuw verzenden of verwijderen waarvan het doorsturen is mislukt(P.
Pagina 555
Overzicht van menuopties <Bestanden opslaan/gebruiken> 2LFC-092 Alle instellingen voor het op een USB-geheugenapparaat opslaan van het gescande document, of het afdrukken van opgeslagen bestanden, verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <Algemene instellingen>(P. 547) <Instellingen geheugenmedia>(P.
Pagina 556
Overzicht van menuopties <Bestandsindeling> <PDF> <PDF (Compact)> <PDF (Compact/OCR)> <PDF (OCR)> <PDF-details instellen> <PDF>/<PDF (Compact)>/<PDF (Compact/OCR)>/<PDF (OCR)> <Encryptie> <Geen> <Acrobat 7.0 of later/128-bits AES> <Acrobat 9.0 of equivalent/256-bits AES> <Acrobat 10.0 of equivalent/256-bits AES> <Digitale handtekeningen> <Geen> <Linksboven> <Splitsen in pagina's> <Uit>...
Pagina 557
Overzicht van menuopties <Toegangsinstellingen opgesl. bestanden> U kunt de instellingen veranderen om bestanden die zijn opgeslagen op een USB-geheugenapparaat af te drukken, en de methode om ze weer te geven. <Standaardinstellingen wijzigen (Geheugenmedia afdruk)> U kunt de standaardinstellingen voor het afdrukken uit geheugenmedia veranderen. De hier geconfigureerde instellingen worden gebruikt als de standaardinstellingen voor het afdrukken uit geheugenmedia.
Pagina 558
Overzicht van menuopties <Foutdiffusie> < PDF-details instellen> <N op 1> <Uit> <2 op 1> <4 op 1> <6 op 1> <8 op 1> <9 op 1> <16 op 1> <Afdrukbereik> <Alle pagina's> <Opgegeven pagina's> <Vergroten/verkleinen vlgns papierformaat> <Uit> <Aan> <Afdrukgebied vergroten> <Uit>...
Pagina 559
Overzicht van menuopties <Menu> <Functie-instellingen> <Bestanden opslaan/gebruiken> <Algemene instellingen> <Toegangsinstellingen opgesl. bestanden> <Standaard weergave-instell.> Selecteer de weergavemethode <Voorbeeld> Geeft een voorbeeldafbeelding weer. <Details> Geeft bestandsnamen en datums weer in een lijst. <Standaardinstellingen bestandssortering> Geef aan of u de bestanden op een USB-geheugenapparaat oplopend of aflopend wilt sorteren op bestandsnaam of datum.
Pagina 560
Overzicht van menuopties <Korte bestandsnaam> Hiermee worden bestandsnamen weergegeven met maximaal acht tekens. Om een onderscheid te maken tussen bestanden met gelijksoortige namen, worden er nummers als " 1" of " 2" toegevoegd aan het einde van de bestandsnamen. <Lange bestandsnaam> Hiermee worden bestandsnamen weergegeven met maximaal 40 tekens.
Pagina 561
Overzicht van menuopties <Beveiligde afdruk> 2LFC-093 Geef op of Beveiligde afdruk is in- of uitgeschakeld ( Documenten beveiligd afdrukken(P. 266) ). Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <Beveiligde afdruk gebruiken> <Uit> <Aan> <Printeropdrachten beperken> <Uit> <Aan> <Wistijd beveiligde afdruk> 10 tot 30 tot 240 (min.)
Pagina 562
Overzicht van menuopties <Bestemming instellen> 2LFC-094 Alle instellingen voor het adresboek worden opgesomd en kort toegelicht. <Pincode adresboek> Kies deze optie om een pincode in te stellen die moet worden ingevoerd om nieuwe vermeldingen toe te voegen aan het adresboek of om bestaande vermeldingen te wijzigen. Gebruik van het adresboek beperken(P.
Pagina 563
Overzicht van menuopties <Beheerinstellingen> 2LFC-095 Item Beschrijving <Gebruikersbeheer>(P. 556) U kunt instellingen configureren om gebruikers van het apparaat te beheren. <Apparaatbeheer>(P. 557) U kunt informatie beheren over de hardware en bewerkingen, maar ook verschillende vereiste data voor het gebruik van de apparaatfuncties. <Licentie/overig>/<Instellingen externe UI/ U kunt de instellingen configureren voor de externe UI en beschikbare update firmware>(P.
Pagina 564
Overzicht van menuopties <Gebruikersbeheer> 2LFC-096 Alle instellingen voor het gebruikersbeheer van het apparaat verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <Instellingen Systeembeheerderinformatie>(P. 556) <Afdelings-ID beheer>(P. 556) <Instellingen Systeembeheerderinformatie> Geef de id of pincode uitsluitend in voor beheerders die toegangsmachtigingen hebben voor <Netwerk> en <Beheerinstellingen>.
Pagina 565
( ). <Instellingen Apparaatinformatie>(P. 557) <Selecteer land/regio>(P. 557) <Weergave opdrachtlog>(P. 558) <Informatie over verbruiksartikelen weergeven (RUI/Toner Status)>(P. 558) <Scan m. Canon PRINT Business>(P. 559) <Melden om papierinst. te controleren>(P. 559) Sterretjes ( ● Instellingen die zijn gemarkeerd met "...
Pagina 566
Overzicht van menuopties <Duitsland (DE)> <Spanje (ES)> <Griekenland (GR)> <Zweden (SE)> <Hongarije (HU)> <Zwitserland (CH)> <Ierland (IE)> <Oekraïne (UA)> <Italië (IT)> <Groot-Brittannië (GB)> <Jordanië (JO)> <Overige> <Luxemburg (LU)> <Menu> <Beheerinstellingen> <Apparaatbeheer> <Selecteer land/regio> Selecteer een land of regio <Weergave opdrachtlog> Geef aan of u de logboeken met informatie over kopieer-, afdruk-, fax- en scantaken wilt weergeven op het display van de machine en in het communicatiebeheerrapport.
Pagina 567
Tonerstatus, tonercartridges kunnen worden gekocht, selecteer dan <Aan> en vervolgens <Uit>. <Scan m. Canon PRINT Business> Selecteer of u wilt toestaan dat van een mobiel apparaat wordt gescand met de Canon PRINT Business toepassing. <Uit> <Aan> <Menu>...
Pagina 568
Overzicht van menuopties <Licentie/overig>/<Instellingen externe UI/update firmware> 2LFC-098 Alle instellingen voor de software en het systeemopties voor het apparaat, maar ook over Licentie registreren verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <Licentie registreren>(P. 560) <Instellingen externe UI>(P.
Pagina 569
Overzicht van menuopties <Toegang beperken> Geef op dat een pincode moet worden ingevoerd voor toegang tot de externe UI. Stel een pincode in van maximaal 7 cijfers. Alle gebruikers gebruiken een gemeenschappelijke pincode. Een pincode voor de UI op afstand instellen(P. 363) <Uit >...
Overzicht van menuopties <Gegevensbeheer> 2LFC-099 De instellingen voor het benutten van de apparaatinstellingen en voor gegevensinitialisatie verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <Importeren/exporteren>(P. 562) <Prod. Ext'd Survey Prog. insch.>(P. 563) <Sleutel en certificaat initialiseren>(P. 563) <Adresboek initialiseren>(P.
Overzicht van menuopties Wanneer het importeren plaatsvindt ● Het apparaat start automatisch opnieuw op wanneer de importprocedure is beëindigd. <Prod. Ext'd Survey Prog. insch.> Hiermee kunt u Product Extended Survey Program in- of uitschakelen (een programma voor het verzamelen van gebruiksgegevens van de machine).
Pagina 572
Overzicht van menuopties <Beveiligingsinstellingen> 2LFC-09A Alle instellingen voor de authenticatiefunctie en versleuteling verschijnen in een lijst met korte toelichting. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ( ). <Instellingen authenticatie/wachtwoord>(P. 564) <Encryptie-instellingen>(P. 564) <Instellingen authenticatie/wachtwoord> U kunt de beveiliging van de authenticatiefunctie versterken. <Instellingen authenticatiefunctie>...
Pagina 573
Overzicht van menuopties <Aan> <Menu> <Beheerinstellingen> <Beveiligingsinstellingen> <Encryptie-instellingen> Selecteer <Aan> in <Gebr. zwakke encr. verbieden> Selecteer <Uit> of <Aan> in <Zwakke encr. sleutel/cert verb> <Toepassen> <OK> Start het apparaat opnieuw op...
Pagina 574
Onderhoud Onderhoud Onderhoud ................................. 567 ............................569 Standaardreiniging ..........................570 De buitenzijde reinigen ........................... 571 De glasplaat reinigen ........................572 The documentinvoer reinigen ..........................575 De fixeereenheid reinigen ..........................576 De tonercassette vervangen ................580 De resterende hoeveelheid verbruiksartikelen controleren ...........................
Onderhoud Onderhoud 2LFC-09C In dit hoofdstuk wordt het onderhoud van het apparaat beschreven, inclusief het reinigen van het apparaat en het instellen van de afdrukkwaliteit. ◼ Standaardreiniging Standaardreiniging(P. 569) ◼ Verbruiksartikelen vervangen De tonercassette vervangen(P. 576) De resterende hoeveelheid verbruiksartikelen controleren(P.
Onderhoud ◼ Het apparaat instellen en beheren De machine verplaatsen(P. 581) Beeldkwaliteit aanpassen(P. 583) Aantal afdrukken weergeven(P. 591) Rapporten en lijsten afdrukken(P. 593)
Onderhoud Standaardreiniging 2LFC-09E Maak de machine regelmatig schoon om te voorkomen dat de afdrukkwaliteit afneemt en om de machine veilig en prettig te kunnen gebruiken. Onderdelen die u moet reinigen Behuizing van het apparaat en de ventilatieopeningen De buitenzijde reinigen(P. 570) Invoer The documentinvoer reinigen(P.
Onderhoud De buitenzijde reinigen 2LFC-09F Wrijf de behuizing van het apparaat regelmatig schoon, vooral bij de ventilatieopeningen, om het apparaat in goede conditie te houden. Schakel de machine uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken.
Onderhoud De glasplaat reinigen 2LFC-09H Verwijder regelmatig stof van de glasplaat en de onderzijde van de invoer om vlekken op originelen of afdrukken te voorkomen. Schakel de machine uit en haal de stekker uit het stopcontact voordat u begint met schoonmaken.
Pagina 580
Onderhoud The documentinvoer reinigen 2LFC-09J Grafietpoeder of stof op de rollen in de invoer of op het scangebied van de documentinvoer kan vlekken geven op de afdrukken. Als dit zich voordoet, of als er veel papierstoringen zijn, maak dan de documentinvoer schoon. Als de problemen blijven bestaan nadat u de invoer hebt schoongemaakt, start dan het automatisch reinigen van de documentinvoer.
Pagina 581
Onderhoud ● Als de rollen en omgeving erg vuil zijn, maak ze dan schoon. Hiertoe maakt u een doek nat met water en wringt u hem goed uit, en veegt dan de vuile gebieden schoon. Wrijf de gebieden vervolgens droog met een zachte, droge doek.
Onderhoud Sluit de documentinvoer voorzichtig. Steek de stekker van het apparaat weer in het stopcontact en schakel het apparaat Automatische reiniging van de documentinvoer Automatische reiniging van de documentinvoer vereist papier in the documentinvoer. Plaats 10 vellen normaal papier van het formaat A4 of US Letter in the documentinvoer voordat u automatische reiniging start. Originelen plaatsen(P.
Onderhoud De fixeereenheid reinigen 2LFC-09K Er kan zich vuil verzamelen op de fixeermodule in het apparaat, met als gevolg zwarte strepen op de afdrukken. Voer de onderstaande procedure uit om de fixeermodule te reinigen. U kunt de fixeermodule niet reinigen als het apparaat documenten in de wachtrij heeft staan die nog moeten worden afgedrukt.
Onderhoud De tonercassette vervangen 2LFC-09L Het apparaat geeft een melding weer wanneer er nog maar weinig toner in de tonercartridge zit. Let op: de afdrukkwaliteit kan verslechteren, als u doorgaat met afdrukken zonder dit op te lossen. Op de display kunt u zien hoeveel toner er nog in de tonercartridges zit ( De resterende hoeveelheid verbruiksartikelen controleren(P.
Onderhoud Als afdrukken van slechte kwaliteit zijn Als uw afdrukken één van de onderstaande kenmerken gaan vertonen, raakt één van uw tonercartridges leeg. Vervang de bijna lege tonercartridge ook als er geen bericht wordt weergegeven. Procedure voor het vervangen van de tonercartridge(P. 577) Er verschijnen strepen / Vage afdruk Ongelijke dichtheid...
Pagina 586
Onderhoud Haal de nieuwe tonercartridge uit de beschermende verpakking. Schud de tonercartridge 5 of 6 keer (zie onderstaande afbeelding) om de toner binnenin de cartridge gelijkmatig te verdelen. Installeer de tonercartridge. ● Duw hem helemaal terug tot hij niet meer verder kan. Sluit de voorklep.
Pagina 587
Onderhoud KOPPELINGEN Verbruiksartikelen(P. 598)
Pagina 588
Onderhoud De resterende hoeveelheid verbruiksartikelen controleren 2LFC-09R Met onderstaande procedure kunt u controleren hoeveel toner er nog in de tonercartridges zit. Het is vooral belangrijk dat u controleert of u een nieuwe tonercartridge gereed moet hebben, voordat u met een grote afdruktaak begint. <Statusmonitor>...
Onderhoud De machine verplaatsen 2LFC-09S Het apparaat is zwaar. Volg altijd de onderstaande procedure als u het apparaat gaat verplaatsen, om lichamelijk letsel te voorkomen. Schakel het apparaat en de computer uit. ● Als u het apparaat uitschakelt, worden gegevens in de wachtrij verwijderd. Faxen die zijn ontvangen met de functie Geheugenontvangst, faxen die wachten op verzending en rapporten die na het verzenden en ontvangen van faxen automatisch worden afgedrukt, worden niet verwijderd.
Pagina 590
Onderhoud Sluit alle geopende kleppen en multifunctionele invoer, en breng het apparaat naar de nieuwe gebruikslocatie. ● Het apparaat is zwaar ( Hoofdeenheid(P. 682) ). Pas op dat u zich er niet aan vertilt. ● Ga aan de voorzijde van het apparaat staan, pak het vast bij de handgrepen en til het op. Als u de optionele cassette feeding module hebt geplaatst, laat u de cassette feeding module op de grond liggen en verplaatst u deze afzonderlijk nadat u het apparaat hebt verplaatst.
Onderhoud Beeldkwaliteit aanpassen 2LFC-09U Als de afdrukresultaten of gescande afbeeldingen te wensen overlaten, zoals een lage beeldkwaliteit, slechte reproduceerbaarheid of scheve afdrukken, probeer dan onderstaande correcties. ◼ Kopie-afbeelding aanpassen Als de dichtheid of helderheid van kopieën en drukwerk uit geheugenmedia duidelijk afwijken van de originelen, kunt u met behulp van deze functie ervoor zorgen dat de afdrukresultaten beter overeenkomen met de originelen.
Onderhoud De gradatie en dichtheid voor kopieeropdrachten aanpassen 2LFC-09W Gradatie verwijst naar de overgang van donker naar licht van de tinten van een kleur. Hoe meer tinten in de gradaties van kleuren die worden afgedrukt, des te natuurlijker de afdrukken. Als de reproduceerbaarheid van kleuren slecht is en de dichtheid en helderheid van afdrukken duidelijk afwijken van de originelen, kunt u een automatische aanpassing of correctie uitvoeren.
Pagina 593
Onderhoud Sluit de documentinvoer voorzichtig. Selecteer <Scannen starten>. ➠ De correctieafbeelding wordt gescand en de correctie begint. Als een bericht verschijnt dat aangeeft dat de aanpassing is voltooid, opent u de documentinvoer, en verwijdert u de correctieafbeelding. Sluit de documentinvoer voorzichtig. Als het bericht <Kan geen correctie uitvoeren.>...
Pagina 594
Onderhoud Waarden aanpassen voor reproduceerbaarheid van tekstkleur 2LFC-09X U kunt een instelling realiseren zodat zwarte of bijna-zwarte tekst wordt gereproduceerd in een kleur die kort bij het in kleur gescande origineel ligt. ● Deze functie is bruikbaar als scannen wordt verricht terwijl <Type origineel> een andere instelling heeft dan <Foto>.
Onderhoud De afdrukdichtheid aanpassen 2LFC-09Y Als de afdrukresultaten te donker of te licht zijn, kunt u de dichtheid aanpassen. Selecteer <Menu> in het scherm Start. Het scherm Start(P. 122) Selecteer <Aanpassing/onderhoud> <Beeldkwaliteit aanpassen>. Selecteer <Printerdensiteit>. Stel de dichtheid in. Selecteer <Toepassen>.
Onderhoud De afdrukpositie aanpassen 2LFC-0A0 Als het document excentrisch of buiten het afdrukbereik wordt afgedrukt, moet u de afdrukpositie aanpassen. U kunt de afdrukpositie voor iedere papierbron aanpassen: in het bereik -5,0 mm tot +5,0 mm in stappen van 0,1 mm. De aan te passen richting en afstand controleren Als u de afdrukpositie aanpast, geef dan de richting op met "+"...
Onderhoud Stel een aanpassingswaarde in. Selecteer <Toepassen>. De afdrukpositie aanpassen voor alle afdruktaken ● U kunt <Functie-instellingen> in het instellingenmenu van het bedieningspaneel gebruiken om de afdrukposities voor alle afdruktaken aan te passen, ongeacht de papierbron. U kunt de afdrukpositie in stappen van 0,5 mm instellen in het bereik -50,0 mm tot +50,0 mm.
Onderhoud Aantal afdrukken weergeven 2LFC-0A1 U kunt het totale aantal pagina's die door het apparaat zijn afgedrukt controleren Deze totalen omvatten faxen, rapporten en lijsten, plus kopieën en afdrukken van gegevens vanaf computers. MF429x / MF428x <Contr. tellerstand> Controleer het aantal afgedrukte pagina's <113: Totaal (Zwart-wit/klein)>...
Pagina 600
Onderhoud <501: Scan (Totaal 1)> Toont het totaalaantal gescande pagina's. <301: Afdruk (Totaal 1)> Toont het totaalaantal afgedrukte pagina's.
Onderhoud Rapporten en lijsten afdrukken 2LFC-0A2 U kunt rapporten en lijsten afdrukken om informatie te controleren zoals het totale afdrukvolume voor alle <Afdelings- ID> en apparaatinstellingen. De afdrukinstellingen voor rapporten en lijsten configureren(P. 593) Een rapport afdrukken van het totaale afdrukvolume per afdelings-ID(P. 593) Instelrapporten over de communicatieresultaten(P.
Pagina 602
Onderhoud ● Rapporten die zijn afgedrukt voor een e-mail / I-fax duiden op een verzendresultaat tussen het apparaat en de mailserver, niet tussen het apparaat en de bestemming. Communicatiebeheerrapport U kunt de fax- en e-maillogboeken van verzonden en ontvangen documenten controleren door een communicatiebeheerrapport af te drukken.
Pagina 603
Onderhoud <Inclusief TX-afbeelding> Wanneer u <Aan> selecteert, kunt u een deel van een verzonden document opnemen in het TX- resultaatrapport. TX-resultaatrapport e-mail/I-fax/bestand U kunt een TX-resultaatrapport voor e-mail / I-Fax / bestand afdrukken en de I-Fax- of e-maillogboeken controleren van verzonden documenten en van documenten die in een gedeelde map of een FTP-server zijn opgeslagen.
Onderhoud Lijst gebruikersgegevens/Gegevenslijst systeembeheer U kunt de lijst met instellingen ( Overzicht van menuopties(P. 453) ) en de inhoud die op het apparaat is opgeslagen, controleren door een lijst met gebruikersdata of een lijst met systeembeheerdersdats af te drukken. Beide lijsten vermelden de firmwareversie het formaat en type papier dat op het apparaat is geregistreerd, plus de afdrukinstellingen van het communicatiebeheerrapport, TX-resultaatrapport, en RX- resultaatrapport.
Pagina 605
Onderhoud Statusrapport verbruiksart. Met een rapport kunt u de status controleren van de verbruiksartikelen die in het apparaat zijn geïnstalleerd. <Menu> <Uitvoerrapport> <Lijst afdrukken> <Statusrapport verbruiksart.> Controleer of het papier dat is geladen overeenkomt met het formaat en het type op het scherm, en selecteer <Start>...
● Gemiddelde capaciteit 3,100 vel ● Gewicht Circa 0,7 kg Vervangende tonercartridges Voor een optimale printkwaliteit worden originele tonercassettes van Canon aanbevolen. Merkeigen Canon tonercartridge Gemiddelde capaciteit en gewicht van tonercartridge ● Gemiddelde capaciteit 3,100 vel Canon Cartridge 052 ●...
Pagina 607
Wees voorzichtig met namaaktonercartridges ● Wees erop bedacht dat er Canon-namaaktonercartridges in omloop zijn. Het gebruik van namaak- tonercartridges kan leiden tot een slechte afdrukkwaliteit of slechte machineprestaties. Canon is niet verantwoordelijk voor defecten, ongevallen of schade als gevolg van het gebruik van een namaak- tonercartridge.
Pagina 608
Problemen oplossen Problemen oplossen Problemen oplossen ............................. 601 .......................... 603 Veelvoorkomende problemen ....................... 604 Installatie-/instellingenproblemen ....................... 608 Problemen bij het kopiëren / afdrukken ....................611 Problemen bij het faxen of met de telefoon ........................613 Als u niet goed kunt afdrukken ........................
2LFC-0A4 1660-0AE Als er een probleem optreedt, raadpleegt u dit hoofdstuk om oplossingen te zoeken voordat u contact opneemt met Canon. ◼ Veelvoorkomende problemen Dit gedeelte beschrijft hoe u actie onderneemt als u vermoedt dat het apparaat niet goed werkt.
Pagina 610
Problemen oplossen ◼ Als een probleem niet kan worden opgelost Als een probleem blijft optreden, leest u Als een probleem niet kan worden opgelost(P. 667) voor contactgegevens.
Als er problemen ontstaan tijdens het gebruiken van de machine, controleer dan de tips in dit gedeelte voordat u contact met ons opneemt. Als u een probleem niet zelf kunt oplossen, neem dan contact op met uw Canon-dealer of met de Canon-helpdesk.
Problemen oplossen Installatie-/instellingenproblemen 2LFC-0A6 Zie ook Veelvoorkomende problemen(P. 603) . Probleem met de draadloos/bedraad LAN verbinding(P. 604) Probleem met de USB-verbinding(P. 607) Probleem met de printserver(P. 607) Probleem met de draadloos/bedraad LAN verbinding Het draadloos LAN en bekabeld LAN kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt.
Kijk of de SSID wordt vermeld op de draadloze router zelf of op de verpakking. ● Controleer de SSID of de netwerksleutel van de draadloze LAN-router met behulp van Canon MF/LBP Wireless Setup Assistant. De SSID en de netwerksleutel controleren(P. 29) De SSID van de draadloze router die moet worden aangesloten, wordt niet weergegeven in de lijst met toegangspunten.
Problemen oplossen Als het apparaat geen verbinding kan maken met het draadloos LAN Controleer de status van uw computer. ● Zijn de instellingen van de computer en de draadloze router voltooid? ● Zijn de kabels van de draadloze router (inclusief het netsnoer en de LAN-kabel) goed aangesloten? ●...
Problemen oplossen ● ELKE verbindingsweigering wordt geactiveerd. ● De WEP-sleutel die automatisch is gegenereerd (hexadecimaal) wordt geselecteerd. ● De stealth-modus wordt geactiveerd. Een functie waarbij de draadloze router de verbinding weigert als de SSID op het apparaat dat moet worden aangesloten, is ingesteld op "ELKE"...
Problemen oplossen Problemen bij het kopiëren / afdrukken 2LFC-0A7 Zie ook Veelvoorkomende problemen(P. 603) . Het kopieer-/afdrukresultaat is niet naar tevredenheid. Het papier is gekreukeld of gekruld. Als u niet goed kunt afdrukken(P. 613) U kunt niet afdrukken. ● Kunt u een Windows testpagina afdrukken? Als u een Windows testpagina kunt afdrukken, is er geen probleem met het apparaat of het printerstuurprogramma.
Pagina 617
Sluit aan op een andere USB-poort van de computer. ● Kunt u afdrukken vanaf een USB-poort naar een andere computer? Als u ook niet kunt afdrukken vanaf andere computers, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde Canon-dealer of met de Canon-helpdesk. Via printserver ●...
Pagina 618
Problemen oplossen Het afdrukken gaat langzaam. ● Schakel Beveiligd afdrukken uit als u deze functie niet gebruikt. De periode instellen waarna beveiligde documenten worden verwijderd(P. 268) Als het geheugen bijna vol is, wordt de machine trager, net zoals bij een computer. Er is dus geen sprake van een foutsituatie.
Problemen oplossen Problemen bij het faxen of met de telefoon 2LFC-0A8 Zie ook Veelvoorkomende problemen(P. 603) . Problemen bij het verzenden(P. 611) Problemen bij het ontvangen(P. 612) Problemen bij het verzenden Het lukt niet een fax te verzenden. ● Is de externe telefoonlijn bezet? Wacht tot de lijn vrij is. ●...
Problemen oplossen Problemen bij het ontvangen De resultaten van een ontvangen fax zijn niet naar tevredenheid. Het papier is gekreukeld of gekruld. Als u niet goed kunt afdrukken(P. 613) Er kan niet automatisch worden geschakeld tussen de telefoon en de fax. ●...
2LFC-0A9 Probeer de volgende oplossingen als het afdrukresultaat te wensen overlaat, of als het papier gekreukeld is of omkrult. Als u een probleem niet zelf kunt oplossen, neem dan contact op met uw Canon-dealer of met de Canon- helpdesk. ◼...
Problemen oplossen Er verschijnen zwarte Achterzijde van het papier is De afgedrukte streepjescode kan vlekken(P. 624) vlekkerig(P. 624) niet worden gelezen(P. 625) ◼ Problemen met het printpapier Het papier krult om of is gekreukeld(P. 626) Het papier kreukelt(P. 626) Het papier krult(P. 627) ◼...
Problemen oplossen Het afdrukresultaat is niet goed 2LFC-0AA Als het apparaat van binnen vies is, kan dit gevolgen hebben voor het afdrukresultaat. Reinig het apparaat zorgvuldig. Standaardreiniging(P. 569) Vlekken aan de onderzijde van afdrukken Gebruikt u geschikt papier? ● Controleer de ondersteunde papiertypes en druk af met geschikt papier. Geef ook de instellingen voor het formaat en type papier goed op.
Pagina 624
Problemen oplossen Verschijnen er vlekken als u het apparaat gebruikt in een omgeving met lage vochtigheid? ● Verander de instelling voor <Modus lage vochtigheid>. Het verbeterende effect is sterker met <Modus 2> dan met <Modus 1>. Probeer eerst met <Modus 1>. <Modus lage vochtigheid>(P.
Problemen oplossen ● Een sterker verbeterend effect instellen kan leiden tot lagere afdrukdichtheid. Lege gebieden bevatten zogenaamde nabeelden Gebruikt u geschikt papier? ● Controleer het papier dat u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier. Geschikt papier(P. 686) Papier laden(P. 139) Als u na het afdrukken op kleinformaat papier, op groot formaat papier afdrukt, verschijnen er dan zogenaamde nabeelden? ●...
Problemen oplossen Vlekken en spetters Gebruikt u geschikt papier? ● Controleer het papier dat u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier. Geschikt papier(P. 686) Papier laden(P. 139) Verschijnen er tonervlekken en spetters als u het apparaat gebruikt in een omgeving met lage vochtigheid? ●...
Pagina 627
Problemen oplossen Gebruikt u geschikt papier? ● Controleer het papier dat u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier. Geef ook de instellingen voor het formaat en type papier goed op. Geschikt papier(P. 686) Papier laden(P. 139) Het type en formaat papier opgeven(P. 156) Wordt het apparaat gebruikt in een omgeving waar de temperatuur snel en sterk verandert? ●...
Problemen oplossen Een deel van de pagina wordt niet afgedrukt Drukt u gegevens af zonder marges? ● Dit symptoom doet zich voor als een marge is ingesteld op Geen in het printerstuurprogramma. Marges van 5 mm of minder rond de rand van het papier of 10 mm of minder rond de rand van enveloppen vallen buiten het bedrukbare gebied van het apparaat.
Problemen oplossen Er verschijnen strepen / het afdrukken is ongelijk Gebruikt u geschikt papier? ● Controleer het papier dat u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier. Geschikt papier(P. 686) Papier laden(P. 139) Is de glasplaat verontreinigd? ● Reinig de glasplaat en de onderzijde van de documentinvoer. De glasplaat reinigen(P.
Problemen oplossen ● Als u instelt op <Aan>, is de afdruksnelheid lager. Is de tonercartridge bijna leeg? ● Controleer hoeveel toner er nog in de tonercartridges zit en vervang zo nodig de tonercartridges. ● Onafhankelijk van het weergegeven tonerniveau kan de tonercartridge het einde van zijn levensduur hebben bereikt, tengevolge van de omgevingscondities en de versleten materialen in de cartridge.
Problemen oplossen Er verschijnen witte vlekken Gebruikt u papier dat vocht heeft opgenomen? ● Gebruik nieuw papier dat helemaal droog is. Papier laden(P. 139) Gebruikt u geschikt papier? ● Controleer het papier dat u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier. Geschikt papier(P.
Problemen oplossen Gebruikt u het apparaat in een omgeving met hoge vochtigheid? ● Verander de instelling van <Modus hoge vochtigheid>. Instellen op <Aan> kan het probleem misschien oplossen. <Modus hoge vochtigheid>(P. 487) ● Als u instelt op <Aan>, kan de afdrukdichtheid variëren, afhankelijk van de luchtvochtigheid. Is de tonercartridge bijna leeg? ●...
Problemen oplossen Hebt u de fixeereenheid gereinigd? ● Reinig de fixeereenheid. De fixeereenheid reinigen(P. 575) Als u op kleinformaat, zwaar papier een halftonen-afbeelding afdrukt (bijvoorbeeld een foto), verschijnen er dan strepen op het papier? ● Verander de instelling voor <Fixatieverbeter. dik, klein papier>. Als u dit item instelt op <Aan>, zou dat het probleem kunnen oplossen.
Problemen oplossen Het papier krult om of is gekreukeld 2LFC-0AC Het papier kreukelt Is het papier goed geplaatst? ● Als de stapel papier hoger is dan de markering voor het maximale aantal vellen of schuin in de lade ligt, kunnen er kreukels of vouwen ontstaan. Papier laden(P.
Problemen oplossen Het papier krult Gebruikt u geschikt papier? ● Controleer het papier dat u kunt gebruiken en druk af met geschikt papier. Geef ook de instellingen voor het formaat en type papier goed op. Geschikt papier(P. 686) Papier laden(P. 139) Het type en formaat papier opgeven(P.
Problemen oplossen Papier is onjuist ingevoerd 2LFC-0AE Afdrukken zijn scheef Zijn de papiergeleiders afgesteld op de randen van het papier? ● Als de papiergeleiders te los of te strak zitten, zijn de afdrukken scheef. Papier laden(P. 139) Papier wordt niet ingevoerd of er worden twee of meer vellen tegelijk ingevoerd Is het papier goed geplaatst? ●...
Pagina 637
Problemen oplossen Er verschijnt een melding of een nummer dat begint met "#" (een foutcode) 2LFC-0AF Als er een schermbericht op het apparaat verschijnt, of een nummer (foutcode) voorafgegaan door "#", raadpleegt u de volgende gedeeltes voor een oplossing. Maatregelen bij ieder bericht(P. 630) Maatregelen bij iedere foutcode(P.
In de volgende lijst worden deze foutberichten toegelicht. Er wordt mogelijk een namaak- of niet-Canon-cartridge gebruikt. Hoeveelheid inkt in cartridge kan niet goed worden weergegeven. De tonercartridge die u gebruikt, is misschien niet een origineel Canon-product. ● Gebruik alleen originele Canon-tonercartridges ter vervanging van tonercartridges.
Pagina 639
Problemen oplossen De verbinding instellen met behulp van de WPS Drukknop-modus(P. 19) De verbinding instellen met behulp van de WPS pincodemodus(P. 21) Er is handmatig een SSID of netwerksleutel van een draadloze router ingevoerd, maar de invoer is onjuist. ● Controleer de SSID en de netwerksleutel en voer de juiste waarden nogmaals in.
Pagina 640
Plaats de tonercartridge opnieuw. Als door het opnieuw plaatsen van de tonercartridge de fout niet verdwijnt, werkt de tonercartridge misschien niet goed. Neem contact op met de winkel waar u de tonercartridge hebt aangeschaft of vraag advies aan een Canon Customer Help Center. Procedure voor het vervangen van de tonercartridge(P. 577) De tonercartridge die u gebruikt, is misschien niet een origineel Canon-product.
Pagina 641
Problemen oplossen Controleer de authenticatie-instellingen. De verificatiemethode die is ingesteld op het apparaat komt niet overeen met de verificatiemethode die is ingesteld op de RADIUS-server. ● Controleer dat op dit apparaat en op de RADIUS-server dezelfde authenticatiemethode is ingesteld, en stel de juiste authenticatiemethode in.
Pagina 642
Problemen oplossen Kan niet verbinden. Het maximumaantal apparaten dat verbinding kan maken met het toegangspunt is bereikt. Het apparaat heeft geprobeerd verbinding te maken met een draadloze LAN-router waarop het maximale aantal toestellen al was aangesloten. ● Verminder het aantal toestellen (clients) dat op de draadloze LAN-router is aangesloten. Zie voor informatie over het maximale aantal toestellen dat kan worden aangesloten, de instructiehandleiding van de draadloze LAN-router of neem contact op met de fabrikant.
Pagina 643
Problemen oplossen Stel het apparaat in met behulp van een andere verbindingsmethode. Verbinding maken met een draadloos LAN(P. 17) Kan geen verbindingen van draadloze apparaten detecteren. Binnen de vooraf vastgelegde tijdsduur kon geen mobiel apparaat worden waargenomen. ● Maak opnieuw verbinding en houd hierbij rekening met de tijdslimiet. Direct verbinden (toegangspuntmodus)(P.
Pagina 644
Problemen oplossen Kan open systeem-authenticatie niet uitvoeren. Controleer de WEP- instellingen. De verificatiemethode van de machine is ingesteld op <Open systeem>, maar die van een draadloze router op "Gedeelde sleutel". ● Maak opnieuw verbinding door de WEP-verificatiemethode handmatig te wijzigen in <Gedeelde sleutel>. De verbinding instellen door gedetailleerde instellingen op te geven(P.
Pagina 645
Problemen oplossen Eenvoudige verbinding via pc beëindigd wegens time-out. Het apparaat wordt opnieuw opgestart. Vanaf de start van de procedure voor Eenvoudige verbinding via pc (cableless setup mode) zijn 30 minuten verstreken, maar de pc kan nog steeds niet worden verbonden. ●...
Problemen oplossen Plaats papier. Er is geen papier geplaatst in de papierlade of in de multifunctionele lade. ● Hier plaatst u het papier. Papier laden(P. 139) Er is geen papier geladen waarop rapporten of lijsten kunnen worden afgedrukt. ● Laad het juiste papier voor het afdrukken van rapporten of lijsten, en realiseer instellingen voor papierformaat en papiersoort.
Pagina 647
Problemen oplossen Geen antwoord van de bestemming. Er kan een LAN-kabel zijn losgeraakt, of er kan iets mis zijn in een schakelaar. ● Controleer de status van de LAN-kabels en schakelaars. Geen respons van de host. Het apparaat is niet op de juiste manier verbonden met een netwerk. ●...
Pagina 648
Problemen oplossen ● Zorg ervoor dat u een vervangende tonercartridge gereed hebt. Als u dit bericht ziet voordat u een grote taak wilt gaan afdrukken, moet u eerst de tonercartridge vervangen. Verbruiksartikelen(P. 598) ● Als dit bericht verschijnt tijdens het kopiëren of afdrukken, kunt u doorgaan met het afdrukken van het origineel.
Pagina 649
Problemen oplossen Stel de benodigde gegevens voor authenticatie in. De IEEE 802.1X-verificatie is niet goed geconfigureerd. ● Configureer de IEEE 802.1X op de juiste manier vanaf de UI op afstand. IEEE 802.1X-verificatie-instellingen configureren(P. 401) Het opgeven en registreren van nieuwe bestemmingen is beperkt. Alleen bestemmingen die zijn opgeslagen in het adresboek kunnen worden geselecteerd voor het versturen van een fax of een e-mail.
Pagina 650
Problemen oplossen ● Geef een faxnummer van de bestemming op dat niet te veel cijfers bevat. <Adresboek bij handset op haak>(P. 537) Het geheugen is vol. Het verzenden of ontvangen van een fax is mislukt, of een origineel kan niet worden gescand vanwege onvoldoende geheugen.
Pagina 651
Problemen oplossen ● Controleer de netwerksleutel (de WPA-/WPA2-PSK- of WEP-sleutel) van de draadloze router en stel de sleutel opnieuw in op het apparaat. Raadpleeg voor meer informatie de handleidingen van uw netwerkapparatuur of neem contact op met de fabrikant. De SSID en de netwerksleutel controleren(P. 29) De verbinding instellen door een draadloze router te selecteren(P.
Problemen oplossen Maatregelen bij iedere foutcode 2LFC-0AJ Als er een storing optreedt, bijvoorbeeld als het afdrukken mislukt, of u een fax of gescand origineel niet kunt verzenden of ontvangen, wordt een corresponderende storingscode van drie cijfers weergegeven in een rapport of in het scherm met het takenlogboek.
Pagina 653
Problemen oplossen ● Vraag de ontvanger het papier bij te vullen. #018 Het verzenden van een fax is mislukt omdat de machine van de ontvanger niet heeft gereageerd vanwege een bezette lijn of andere oorzaken. ● Als het apparaat van de ontvanger is uitgeschakeld of als de lijn bezet is, kan een fax mogelijk niet worden verzonden.
Pagina 654
Problemen oplossen ● Probeer af te drukken vanaf het printerstuurprogramma. Misschien helpt dat. #099 Er is een bewerking verricht die ervoor zorgde dat de taak werd geannuleerd. ● Wanneer u een taak annuleert, wordt deze foutcode weergegeven. Er is echter geen sprake van een foutsituatie.
Pagina 655
Problemen oplossen ● Meld u in de systeembeheerdersmodus aan bij de UI op afstand en verwijder de beperkingen voor taken met onbekende id's. Taken blokkeren indien afdelings-id onbekend(P. 361) #703 Het wegschrijven van gegevens is mislukt omdat de geheugenruimte die is gereserveerd voor afbeeldingen vol was op het moment dat er een e-mailbericht/I-Fax werd verzonden of gegevens werden opgeslagen in een gedeelde map.
Pagina 656
Problemen oplossen #753 Gescande gegevens konden niet als e-mail worden verzonden, niet als I-Fax worden verzonden/ ontvangen, of opgeslagen in een gedeelde map, omdat de LAN-kabel is losgekoppeld. ● Controleer of de LAN-kabel goed is aangesloten. Verbinding maken met een bedraad LAN(P. 16) #755 Het verzenden als e-mail of I-Fax of opslaan in een gedeelde map van gescande gegevens is mislukt omdat TCP/IP niet goed werkt.
Pagina 657
Problemen oplossen ● Controleer of de bestemming goed is ingesteld. Tijdens het opslaan van een gescand origineel in de gedeelde map is er een fout opgetreden in de map. ● Controleer of de gedeelde map goed werkt, evenals de computer waarop de gedeelde map is opgeslagen. Er is een onjuiste mapnaam of wachtwoord opgegeven bij het opslaan in een gedeelde map.
Pagina 658
Problemen oplossen #810 Tijdens het verzenden van een e-mail of verzending / ontvangst van een I-Fax, heeft de POP3-server een fout geretourneerd. ● Controleer of de POP3-server goed is ingesteld. ● Controleer of de mailserver en het netwerk goed functioneren. Neem voor meer informatie contact op met de netwerkbeheerder.
Pagina 659
Problemen oplossen #821 De ontvangen gegevens zijn niet geschikt (er is een TIFF-analysefout opgetreden). ● Neem contact op met de wederpartij en vraag ze de instellingen te controleren en de gegevens opnieuw te verzenden. #822 Een bestand op een USB-geheugenapparaat kan niet worden afgedrukt omdat de indeling van het bestand niet wordt ondersteund.
Pagina 660
Problemen oplossen #841 Tijdens het verzenden van een e-mailbericht / I-Fax is een coderingsalgoritme voor de mailserver niet gevonden. ● Schakel het keuzevakje [Gebruik TLS voor SMTP]/[Gebruik TLS voor POP] uit. Communicatie-instellingen voor E-mail/I-Fax configureren(P. 90) ● Voeg het algemene coderingsalgoritme toe aan de instellingen van de mailserver. Tijdens de communicatie met de SMTP-server trad een verificatiefout op met het TLS-servercertificaat.
Pagina 661
Problemen oplossen #853 Een document kan niet worden afgedrukt omdat de hoeveelheid gegevens groter is dan de verwerkingslimiet van de machine. ● Het is mogelijk dat het apparaat geen documenten met een groot aantal pagina's kan afdrukken. Druk minder pagina's tegelijk af of druk pas af als er geen taken meer in de wachtrij staan of als er geen documenten worden afgedrukt.
Pagina 662
Problemen oplossen #863 Er is een fout opgetreden tijdens het afdrukken vanaf een computer. ● Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan. Probeer opnieuw af te drukken nadat de machine opnieuw is opgestart. #995 Een document dat wacht op verzending of ontvangst, is geannuleerd.
Problemen oplossen Papierstoringen verhelpen 2LFC-0AK Als er een papierstoring optreedt, verschijnt <Papier vastgelopen.> op het scherm. Selecteer <Volgende> om eenvoudige oplossingen weer te geven. Als u de procedures op het scherm niet goed begrijpt, raadpleegt u de volgende gedeeltes om storingen te verhelpen. Documentinvoer Papierstoringen in de aanvoer(P.
Trek het vastgelopen papier niet hardhandig uit het apparaat ● Hierdoor kunnen inwendige onderdelen beschadigd raken. Als u het papier niet kunt verwijderen, neemt u contact op met uw Canon dealer of met de Canon helpdesk. Als een probleem niet kan worden opgelost(P. 667)
Problemen oplossen Papierstoringen in de aanvoer 2LFC-0AL Als er originelen in de documentinvoer zijn geplaatst, verwijdert u deze eerst. Volg dan onderstaande procedure. Trek het vastgelopen papier niet hardhandig uit het apparaat. Als het vastgelopen papier niet gemakkelijk kan worden verwijderd, gaat u verder met de volgende stap.
Pagina 666
Problemen oplossen Trek het origineel voorzichtig uit de invoer. Sluit de documentinvoer voorzichtig. Plaats het origineel weer.
Problemen oplossen Papierstoringen in de hoofdeenheid 2LFC-0AR Verwijder het vastgelopen papier volgens de procedure die geldt voor de locatie waar een papierstoring optreedt. Binnenkant Vastgelopen papier in het apparaat of in de achterzijde(P. 659) Duplex transportgeleider Papierstoringen bij de transportgeleider voor duplex afdrukken(P.
Pagina 668
Problemen oplossen Houd de groene knop aan de voorzijde ingedrukt en til de transportgeleider op. ● Haal uw handen pas van de transportgeleider nadat deze weer in de uitgangspositie staat in stap 5. Trek het papier voorzichtig uit het apparaat. Zet de transportgeleider behoedzaam terug.
Pagina 669
Problemen oplossen Trek het papier voorzichtig uit het apparaat. ● Verwijder het vastgelopen papier zo vlak mogelijk om te voorkomen dat niet-gefixeerde toner eraf valt. Zet de transportgeleider behoedzaam terug. Open de achterklep. Trek het papier voorzichtig uit het apparaat.
Problemen oplossen Sluit de achterklep. Installeer de tonercartridge. ● Druk de cartridge beslist zo ver aan tot hij niet verder kan. Sluit de voorklep. Als het bericht aanwezig blijft ● Op andere locaties kan papier zijn vastgelopen. Controleer de andere locaties, en verwijder eventueel vastgelopen papier.
Pagina 671
Problemen oplossen Trek het papier voorzichtig uit het apparaat. Zet de transportgeleider voor duplex afdrukken terug in zijn stand. ● Sluit de geleider helemaal tot hij vastklikt. Plaats de papierlade. Open en sluit de voorklep. ● Als de klep aan de voorzijde wordt geopend en gesloten, verdwijnt het bericht over de papierstoring. Open de klep aan de voorzijde.
Pagina 672
Problemen oplossen ● Op andere locaties kan papier zijn vastgelopen. Controleer de andere locaties, en verwijder eventueel vastgelopen papier. Als het bericht aanwezig blijft, controleer dan of de klep aan de voorzijde goed is gesloten.
Problemen oplossen Papierstoringen in de papierlade 2LFC-0AS Verwijder het vastgelopen papier volgens de procedure die geldt voor de locatie waar een papierstoring optreedt. Multifunctionele lade Papierstoringen in de multifunctionele lade(P. 665) Papierlade Papierstoringen in de papierlade(P. 665) Papierstoringen in de multifunctionele lade Als er zich papier in de lade bevindt, verwijder het dan eerst.
Pagina 674
Problemen oplossen Trek de papierlade uit. ● Houd de papierlade met twee handen vast en trek deze voorzichtig uit het apparaat. Als u dat niet doet, kan de lade beschadigd raken wanneer u deze laat vallen omdat de lade te snel naar buiten schuift. Trek het papier voorzichtig uit het apparaat.
Als u door het raadplegen van de informatie in dit hoofdstuk een probleem nog steeds niet kunt oplossen, neemt u contact op met de dichtstbijzijnde Canon-dealer of met de Canon-helpdesk. Het is niet toegestaan het apparaat te demonteren of te repareren ●...
Pagina 676
Bijlage Bijlage Bijlage ................................... 669 ............................671 Software van derden ............................... 672 Handige functies ........................673 Milieubesparing levert geld op ............................675 Efficiënter werken ............................677 Digitaal is beter .......................... 679 Ongekende mogelijkheden ............................ 681 Technische specificaties .............................. 682 Hoofdeenheid ............................
Bijlage Bijlage 2LFC-0AW Dit hoofdstuk bevat de technische specificaties van dit apparaat, instructies voor het gebruik van de Gebruikershandleiding, disclaimers, auteursrechtinformatie en andere belangrijke informatie voor klanten. ◼ Apparaatspecificaties Raadpleeg het (de) volgende gedeelte(s) als u de specificaties van de hoofdeenheid en optionele apparatuur, netwerkomgeving, afdrukfunctie, enzovoort wilt controleren.
Pagina 678
Bijlage Software van derden(P. 671) Handige functies(P. 672) Basisbewerkingen in Windows(P. 714) Kennisgeving(P. 723)
Bijlage Handige functies 2LFC-0AY Dit gedeelte beschrijft tips om de apparaatfuncties per categorie te versterken. U kunt gebruik maken van de functies aan de hand van uw beoogd gebruik en werkomgeving. Milieubesparing levert geld op(P. 673) Efficiënter werken(P. 675) Digitaal is beter(P. 677) Ongekende mogelijkheden(P.
Bijlage Milieubesparing levert geld op 2LFC-0C0 Er zijn veel manieren om papier, toner, stroom en kosten te besparen. Dubbelzijdig afdrukken Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken U kunt dubbelzijdig afdrukken gebruiken voor kopieën, Als u pas echt papier wilt besparen, drukt u meerdere afdruktaken verzonden uit uw computer, en zelfs pagina's af op één kant van een vel.
Pagina 682
Bijlage Als u energie en geld wilt besparen, is een Denkt u dat voor faxen papier nodig is? Die oude afdrukken zogenaamde slaapstand een onmisbare functie. De op papier die u altijd maakt, behoren tot het verleden. stroomtoevoer naar de machine wordt dan Verzend documenten per fax, zoals u ze hebt gemaakt op de uitgeschakeld als er gedurende bepaalde tijd geen computer.
Bijlage Efficiënter werken 2LFC-0C1 Hier zijn een paar eenvoudige bewerkingen die gecompliceerde taken efficiënter maken. Adresboek Vaak gebruikte instellingen onder een knop Als u faxnummers en e-mailadressen invoert in het adresboek, U maakt altijd dubbelzijdige kopieën. U scant altijd hoeft u niet steeds alle cijfers van het nummer of letters van in hetzelfde formaat en slaat de scans altijd op het adres in te voeren als u iets wilt gaan versturen.
Pagina 684
Bijlage Afbeeldingen rechtstreeks vanaf een USB- Beheer op afstand met de UI op afstand geheugenapparaat afdrukken Steek een USB-geheugenapparaat in het apparaat en u Met de UI op afstand kunt u een heleboel dingen kunt afbeeldingen en documenten direct afdrukken, beheren vanaf uw computer, dus zonder dat u naar de zonder computer.
Bijlage Digitaal is beter 2LFC-0C2 Digitaliseren van een document houdt in het bewerken met een computer en het beperken van kosten en tijd door e- mail te gebruiken. Scannen en mailen Scannen en delen U kunt gescande orginelen per e-mail versturen Stel dat u een papieren exemplaar hebt van een rapport dat zonder dat u uw computer hoeft aan te zetten.
Pagina 686
Bijlage Waarom zou je een hele pagina van een krant scannen als Tekst zoeken in een PDF is mogelijk met een je eigenlijk alleen maar geïnteresseerd bent in een kop en "doorzoekbare PDF". Wanneer u een origineel scant de bijbehorende foto? Gebruik ScanGear MF. Hiermee kunt met zowel tekst als afbeeldingen, worden de u in een voorbeeld aangeven wat u wilt scannen, waarna tekstgedeelten in tekstgegevens geconverteerd door...
Canon PRINT Business goed van pas. Zelfs op plaatsen U kunt deze toepassingen realiseren met één druk op waar geen draadloos LAN-router is, kunt u draadloos en de knop op het scherm Start.
Bijlage Eenvoudig afdrukken met Google Cloudprinter Afdrukken beveiligen Maak vanaf uw laptop of smartphone verbinding Als u een afdrukopdracht verstuurt vanaf uw computer, wordt met Google Cloudprinter, verstuur uw gegevens de opdracht normaal gesproken direct afgedrukt. In het geval en haal de afdrukken op bij het apparaat. Met dit van vertrouwelijke documenten is dit misschien niet altijd apparaat, Google Cloudprinter en uw mobiele handig.
Bijlage Technische specificaties 2LFC-0C4 Specificaties van het apparaat kunnen zonder vooraankondiging worden gewijzigd bij verbeteringen van het apparaat of toekomstige vrijgave. ◼ Apparaatspecificaties Hoofdeenheid(P. 682) Documentinvoer(P. 685) Geschikt papier(P. 686) ◼ Specificaties van optioneel verkrijgbare apparatuur Cassette Feeding Module-AH(P. 689) Copy Card Reader-F(P.
Bijlage Hoofdeenheid 2LFC-0C5 ● Voor informatie over papierformaat en -type raadpleegt u ' Geschikt papier(P. 686) '. Type Bureaublad Met kleurondersteuning Zwart-wit Resolutie voor het lezen 600 x 600 dpi Resolutie voor het schrijven 600 x 600 dpi Aantal tinten Acceptabele originelen Maximaal 215,9 mm x 297 mm Maximumdikte van het origineel: 20 mm...
Pagina 691
Bijlage 4,0 seconden of minder Tijd voor eerste kopie Ongeveer 6,4 seconden (A4) 38,0 vellen/minuut Kopieersnelheid (A4) Vergroting 25 tot 400% (in stappen van 1%) Papierlade Papiertoevoersysteem/-capaciteit 250 vel (80 g/m²) / 250 vel (64 g/m²) x 1 Multifunctionele invoer 100 vel (80 g/m²)/100 vel (64 g/m²) x 1 Uitvoerlade Papieruitvoersysteem/-capaciteit...
Pagina 692
Bijlage Omgevingsomstandigheden Temperatuur: 10 °C tot 30 °C Relatieve luchtvochtigheid: 20 tot 80% (geen condensvorming) Kan variëren al naar gelang de omgeving waar het apparaat wordt gebruikt. De afdruk- en kopieersnelheden zijn gemeten door middel van een interne test waarbij enkelzijdige kopieën/ afdrukken zijn gemaakt op papier in A4-formaat, met een kopieer-/afdrukverhouding van 100% ten opzichte van het originele document.
Bijlage Documentinvoer 2LFC-0C6 Toevoermechanisme origineel Automatische dubbelzijdige documenttoevoer Origineel formaat *1 / type Formaat originelen ● Max : 215,9 mm x 355,6 mm ● Min : 105 mm x 128 mm Gewicht originelen 50 g/m² tot 105 g/m² Ladecapaciteit origineel 50 vel (80 g/m²) (A4) Scansnelheid origineel...
Bijlage Geschikt papier 2LFC-0C7 De volgende tabel toont de papiertypes die bij dit apparaat kunnen worden gebruikt. ◼ Ondersteunde papierformaten : Beschikbaar : Niet beschikbaar Papierformaten Multifunctionele invoer Automatisch dubbelzijdig afdrukken Papierlade *3*4*5 *3*6 *3*4 Legal (LGL) *3*4*5 Letter (LTR) Statement (STMT) Executive (EXEC) *3*4...
Bijlage Papierformaten Multifunctionele invoer Automatisch dubbelzijdig afdrukken Papierlade Envelope No.10 (COM10) Envelop Monarch Envelop C5 Envelop DL Aangepast papierformaat Inclusief de optionele Cassette Feeding Module-AH. Automatisch dubbelzijdig afdrukken is beschikbaar zonder dat u papier hoeft te vervangen. Hiermee kunt u ontvangen faxdocumenten afdrukken. Hiermee kunt u ontvangen I-Faxdocumenten afdrukken.
Pagina 696
Bijlage Papiersoort Multifunctionele invoer Automatisch dubbelzijdig Papierlade afdrukken 60 g/m² *3*5 Dun 1 Dun 2 52 g/m² tot 59 g/m² Bond 1 60 g/m² tot 74 g/m² Bond 2 75 g/m² tot 104 g/m² Bond 3 105 g/m² tot 120 g/m² Etiketten Envelop Envelop H...
Bijlage Cassette Feeding Module-AH 2LFC-0C8 Papierformaten ● Max: 215,9 mm x 355,6 mm ● Min: 105 mm x 148 mm Papiergewicht 52 g/m² tot 120 g/m² 550 vel (80 g/m²) / 640 vel (64 g/m²) x 1 Capaciteit papierladen Afmetingen 399 mm x 373 mm x 156 mm (B x L x H) Gewicht...
Bijlage Copy Card Reader-F 2LFC-0C9 Beschikbare kaarten Magnetisch Kaartleesmethode Magnetische uitlezing Leesrichting magnetische kaart Naar boven Opslaan/Weer afspelen Opnieuw lezen Afmetingen 88 mm x 96 mm x 40 mm (zonder het bevestigingspakket en de kabel) (B x L x H) Gewicht Circa 200 g (zonder het bevestigingspakket en de kabel)
Afhankelijk van uw locatie of telefoonverbinding is gegevenscommunicatie wellicht onmogelijk. Neem in dat geval contact op met uw Canon-dealer of met de Canon-helpdesk. Pels staat voor picture elements (pixels). Met de automatische terugvalfunctie. Waarde verkregen met een origineel Canon-testvel in A4-formaat en standaard ECM-transmissie (JBIG).
Bijlage Beheerfuncties 2LFC-0CF ◼ Authenticatiefuncties ● Het apparaat communiceert met LDAP-servers via LDAPv3. ● UTF-8 is de ondersteunde tekencodering die wordt gebruikt bij het uitwisselen van tekstgegevens tussen het apparaat en een LDAP-server. ◼ Firewallinstellingen ● U kunt maximaal 16 IP-adressen (of bereiken van IP-adressen) opgeven voor zowel IPv4 als IPv6. ●...
Bijlage ● IPSec ondersteunt communicatie naar een unicast-adres (of een bepaald apparaat). ● Het apparaat kan niet tegelijkertijd IPSec en DHCPv6 gebruiken. ◼ Registratie van sleutels en certificaten ● Als u een sleutel of een CA-certificaat installeert vanaf een computer, zorg er dan voor dat het onderdeel voldoet aan deze vereisten: ●...
Pagina 706
Bijlage ● Zelfs wanneer <Zwakke encr. sleutel/cert verb> is ingesteld op <Aan>, Kan het hashalgoritme SHA-1, dat wordt gebruikt om een basiscertificaat te ondertekenen, worden gebruikt.
Bijlage Besturingssystemen 2LFC-0CH Systeemomgeving voor WSD scan ● Windows 8.1 ● Windows 10 Windows Systeemvereisten voor de externe UI ● Windows 7 / 8.1 / 10: Internet Explorer 11 of hoger ● Windows 10: rand macOS ● Mac OS X 10.5 of hoger ●...
Pagina 708
Bijlage ● Windows Server 2012 met Active Directory ● Windows Server 2012 R2 met Active Directory ● eDirectory V8.8 SP7 of hoger ● Lotus Domino R8.5 of hoger Systeemvereisten voor de Instel-tool ● Windows 7 / 8.1 / 10: Internet Explorer 11 of hoger Zendfunctie ●...
Bijlage Opties 2LFC-0CK Als u opties op het apparaat installeert, kunt u meer functies gebruiken. ◼ Weten welke types opties beschikbaar zijn Als optie verkrijgbare apparatuur(P. 703) Systeemopties(P. 705) ◼ Doelgericht zoeken naar optioneel verkrijgbare apparatuur Een papierlade toevoegen Cassette Feeding Module-AH(P. 703) Faxen handmatig versturen, bellen of gebeld worden TELEPHONE 6 KIT(P.
U kunt de functionaliteit van het apparaat volledig benutten door als optie verkrijgbare hieronder beschreven apparatuur toe te passen. Als optie verkrijgbare apparatuur kunt u aanschaffen bij de leverancier waar u het apparaat hebt aangeschaft of bij de Canon-dealer ter plaatse. Cassette Feeding Module-AH(P. 703) TELEPHONE 6 KIT(P.
Pagina 712
Bijlage Controlekaart U kunt de controlekaart gebruiken die hieronder wordt getoond. Houd de voorzijde van de kaart ondersteboven en steek hem in de richting in die op de kaart is aangegeven.
◼ Een licentiesleutel verkrijgen U kunt een licentiesleutel verkrijgen met behulp van een webbrowser. Ga naar het Licentiebeheersysteem (http:// www.canon.com/lms/license) en volg de procedure. Als onderdeel van de procedure moet u de volgende nummers invoeren. Licentietoegangsnummer Controleer het licentietoegangsnummer dat op het License Access Number Certificate (Certificaat Licentietoegangsnummer) dat u in de verpakking van de optie vindt.
Pagina 714
Bijlage ● Als het aanmeldingsscherm verschijnt, voert u de juiste combinatie van ID en pincode in. Aanmelden bij het apparaat(P. 133) Selecteer <Licentie/overig> <Licentie registreren>. Bevestig het bericht dat wordt weergegeven en selecteer <OK>. Voer de licentiesleutel in met de numerieke toetsen en selecteer <Toepassen>. ➠...
Bijlage Handleidingen en hun inhoud 2LFC-0CS Het apparaat wordt geleverd met de volgende handleidingen. Raadpleeg deze handleidingen als u iets niet weet. Aan de slag Lees deze handleiding eerst. Er worden enkele basisprocedures beschreven, van het verwijderen van het verpakkingsmateriaal tot het installeren van het apparaat.
Bijlage Gebruikershandleiding gebruiken 2LFC-0CU De Gebruikershandleiding is een handleiding die u via uw computer of mobiel toestel kunt raadplegen. In de handleiding vindt u beschrijvingen van alle apparaatfuncties. U kunt een zoekopdracht ingeven op basis van het beoogde apparaatgebruik of een trefwoord invoeren om snel de pagina te vinden die u zoekt. Het gedeelte beschrijft de schermindeling van de Gebruikershandleiding en hoe u de handleiding moet lezen.
Bijlage Schermindeling van Gebruikershandleiding 2LFC-0CW De Gebruikershandleiding is opgesplitst in verschillende schermen en de inhoud van elk scherm varieert. Bovenste pagina Verschijnt wanneer u Gebruikershandleiding start. Klik op om ook alle gedeelten onder de hoofdstukken weer te geven. Klik op om terug te keren naar de vorige weergave.
Pagina 718
Bijlage Klik hierop om belangrijke informatie weer te geven waarmee u bekend moet zijn voordat u het apparaat gaat gebruiken. Onderwerppagina Deze pagina bevat informatie over het configureren en gebruiken van het apparaat. Navigatie Zie welk hoofdstukonderwerp u momenteel bekijkt. Klik hierop om naar de overeenkomstige pagina te gaan.
Pagina 719
Bijlage Klik op om de verborgen gedetailleerde beschrijvingen weer te geven. Klik op om de gedetailleerde beschrijvingen te sluiten. Klik hierop om naar het begin van de pagina te gaan. Zoeken Klik op om het zoekvenster weer te geven. Dit bevat een tekstvak om een zoekopdracht met trefwoorden uit te voeren en naar de gewenste pagina te zoeken.
Pagina 720
Bijlage Geeft de zoekresultaten weer van de pagina's die de opgegeven trefwoorden bevatten. Zoek in de resultaten naar de gewenste pagina en klik op de onderwerptitel van de pagina. ● De ingevoerde trefwoorden worden vetgedrukt weergegeven in de zoekresultaten.
Illustraties in deze handleiding Tenzij anders vermeld, zijn de illustraties in de Gebruikershandleiding gebaseerd op het model MF429x. In de afbeeldingen van de tonercassette wordt de Canon Cartridge Canon Cartridge 052 weergegeven.
Bijlage Basisbewerkingen in Windows 2LFC-0E0 De printermap weergeven(P. 714) [Netwerk zoeken] inschakelen(P. 714) Printers weergeven die worden gedeeld op de printserver(P. 715) Het scherm [Installatie van softwareprogramma's/handleidingen] weergeven(P. 716) Een testpagina afdrukken in Windows(P. 716) De bitarchitectuur controleren(P. 717) De computernaam controleren(P. 718) De printerpoort controleren(P.
Pagina 723
Bijlage [Starten] selecteer [Configuratiescherm] [Netwerkstatus en -taken weergeven] [Geavanceerde instellingen voor delen wijzigen] selecteer [Netwerkdetectie inschakelen] onder [Netwerkdetectie]. Windows 8/Server 2012 Klik met de rechter muisknop op de linker onderhoek van het scherm selecteer [Configuratiescherm] [Netwerkstatus en -taken weergeven] [Geavanceerde instellingen voor delen wijzigen] selecteer [Netwerkdetectie inschakelen] onder [Netwerk detecteren].
Bijlage ◼ Het scherm [Installatie van softwareprogramma's/handleidingen] weergeven Als uw computer het scherm [Installatie van softwareprogramma's/handleidingen] niet weergeeft nadat u de CD- ROM/DVD-ROM hebt geplaatst, volg dan onderstaande procedure. De stationsnaam van CD-ROM/DVD-ROM wordt in deze handleiding aangeduid met "D:". De naam van CD-ROM/DVD-ROM kan verschillen afhankelijk van de computer die u gebruikt.
Pagina 725
Bijlage Klik op [Testpagina afdrukken] in het tabblad [Algemeen]. ➠ De testpagina wordt afgedrukt. ◼ De bitarchitectuur controleren Weet u niet zeker of op uw computer de 32-bits of 64-bits versie van Windows wordt uitgevoerd, volg dan onderstaande procedure. Open het onderdeel [Configuratiescherm]. Windows Vista/7/Server 2008 [Starten] selecteer [Configuratiescherm]...
Bijlage Windows Vista/7/8/Server 2008 R2/Server 2012 Klik op [Systeem en onderhoud] of [Systeem en beveiliging] [Systeem]. Windows 10 / Server 2016 Klik op [ [Instellingen] [Systeem] selecteer [Info]. Windows Server 2008 Dubbelklik op [Systeem]. Controleer de bitarchitectuur. Voor 32-bits versies [32 bitsbesturingssysteem] wordt weergegeven.
Bijlage Windows Server 2008 Dubbelklik op [Systeem]. Controleer de naam van de computer. ◼ De printerpoort controleren Open de printermap. De printermap weergeven(P. 714) Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het printerstuurprogramma voor dit apparaat en klik op [Eigenschappen van printer] of [Eigenschappen].
Als u een netwerkverbinding gebruikt en het IP-adres van het apparaat hebt veranderd ● Als [Beschrijving] voor de geselecteerde poort op [Canon MFNP Port] staat en het apparaat en de computer bevinden zich op hetzelfde subnet, wordt de verbinding gehandhaafd. U hoeft geen nieuwe poort toe te voegen.
Bijlage Controleer dat het selectievakje [Ondersteuning in twee richtingen inschakelen] op het tabblad [Poorten] is ingeschakeld. ◼ De SSID waarop de computer is aangesloten, bekijken In het geval de computer is aangesloten op een draadloos LAN netwerk, klikt u op , of in de systeemlade om de SSID van de aangesloten draadloos LAN router weer te geven.
Pagina 730
Bijlage ● Als u een document afdrukt of faxen verzendt volgens deze methode, is er slechts een beperkt aantal functies beschikbaar. ● Als het bericht [Er is iets met de printer. Ga naar het bureaublad om dit op te lossen.] wordt weergegeven, gaat u naar het bureaublad en verricht u de vereiste handelingen.
Bijlage Kennisgeving 2LFC-0E1 Als u last hebt van het geluid van het apparaat ● Afhankelijk van het gebruik, de omgeving en de bedrijfsstand, wordt u geadviseerd, als u last hebt het geluid van het apparaat, het apparaat op een plaats buiten uw kantoor te installeren. ◼...
The duplex function has been auto enabled during the set up and driver installation and Canon strongly recommends that you do not disable this function. You should continue to use the duplex function to reduce the environmental impact of your work with this product at all times.
Pagina 733
Bijlage IOS is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Cisco in de V.S. en andere landen en wordt gebruikt onder licentie. Google Cloudprinter, Google Chrome en Android zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Google Inc. This product contains the Universal Font Scaling Technology or UFST® under license from Monotype Imaging, Inc. UFST®...
Pagina 735
SIL OPEN FONT LICENSE This Font Software is licensed under the SIL Open Font License, Version 1.1. This license is copied below, and is also available with a FAQ at: http://scripts.sil.org/OFL ----------------------------------------------------------- SIL OPEN FONT LICENSE Version 1.1 - 26 February 2007 ----------------------------------------------------------- PREAMBLE The goals of the Open Font License (OFL) are to stimulate worldwide...
Pagina 736
SIL OPEN FONT LICENSE 1) Neither the Font Software nor any of its individual components, in Original or Modified Versions, may be sold by itself. 2) Original or Modified Versions of the Font Software may be bundled, redistributed and/or sold with any software, provided that each copy contains the above copyright notice and this license.
Pagina 737
Diensten van derden Als u via het PRODUCT diensten van derden gebruikt, moeten deze diensten aan onderstaande voorwaarden voldoen. Als u via de SOFTWARE toegang neemt tot inhoud van derden of deze ontvangt (bijvoorbeeld tekst, afbeeldingen, video's, audio's, of software), is het (tenzij nadrukkelijk toegestaan door de eigenaar van de inhoud of door van toepassing zijnde wetgeving) verboden om (a) deze inhoud te 'scrapen', er databases van te vormen of er anderszins permanent kopieën van te genereren, of gecachete kopieën langer bewaren dan is toegestaan door de cachekop;...
Pagina 738
Software onderhevig aan overige licentievoorwaarden Raadpleeg de softwaretabel en de bijbehorende licentietermen hieronder voor meer informatie en bijbehorende licentievoorwaarden. Softwaretabel Softwarenamen Algemene voorwaarden van de licentie: Zie pagina Adobe PostScript 3 Adobe PDF Scan Library expat HarfBuzz 2012-07-30 libjingle LuaSocket Net-SNMP OpenSSL - 2 -...
Pagina 739
Adobe PostScript 3 Copyright 2007-2008 Adobe Systems Incorporated and its licensors. All rights reserved. Portions include software under the following terms: ______________________________________________________________________________________ This product contains either BSAFE and/or TIPEM software by RSA Security Inc. ______________________________________________________________________________________ Portions of Pool.c_Copyright 1987 - NeXT, Inc., and portions of Graphics.c_Copyright 1988 NeXT, Inc. as an unpublished work.
Pagina 740
PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
Pagina 741
This code is derived from software contributed to Berkeley by James A. Woods, derived from original work by Spencer Thomas and Joseph Orost. Redistribution and use in source and binary forms are permitted provided that the above copyright notice and this paragraph are duplicated in all such forms and that any documentation, advertising materials, and other materials related to such distribution and use acknowledge that the software was developed by the University of California, Berkeley.
Pagina 742
Portions of this product are based on Modifications created from the Original Code known as the "Sablotron XSLT Processor". The Sablotron XSLT Processor is subject to the Mozilla Public License Version 1.1 (the "License"). You may obtain a copy of the License at http://www.mozilla.org/MPL/ Software distributed under the License is distributed on an "AS IS"...
Pagina 743
products derived from this software without specific prior written permission. THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE REGENTS AND CONTRIBUTORS "AS IS" AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE REGENTS OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES;...
Pagina 744
EXPRESS OR IMPLIED, INCLUDING BUT NOT LIMITED TO THE WARRANTIES OF MERCHANTABILITY, FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE AND NONINFRINGEMENT OF THIRD PARTY RIGHTS. IN NO EVENT SHALL THE COPYRIGHT HOLDER OR HOLDERS INCLUDED IN THIS NOTICE BE LIABLE FOR ANY CLAIM, OR ANY SPECIAL INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES, OR ANY DAMAGES WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER IN AN ACTION OF CONTRACT, NEGLIGENCE OR OTHER TORTIOUS ACTION, ARISING OUT OF OR IN CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THE DATA FILES OR SOFTWARE.
Pagina 745
OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE REGENTS OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES;...
Pagina 746
Adobe PDF Scan Library Portions use software under the following terms: ______________________________________________________________________________________ This product contains either BSAFE and/or TIPEM software by RSA Security Inc. ______________________________________________________________________________________ This product includes software developed by the Apache Software Foundation (http://www.apache.org/). Copyright (c) 1998-2000 The Apache Software Foundation. All rights reserved. Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met: 1.
Pagina 747
This software consists of voluntary contributions made by many individuals on behalf of the Apache Software Foundation and was originally based on software copyright (c) 1999, International Business Machines, Inc., http://www.ibm.com. For more information on the Apache Software Foundation, please see <http://www.apache.org/>.
Pagina 748
The Loki Library Portions Copyright (c) 2001 by Andrei Alexandrescu . This code accompanies the book: Alexandrescu, Andrei. "Modern C++ Design: Generic Programming and Design Patterns Applied". Portions Copyright (c) 2001. Addison-Wesley. Permission to use, copy, modify, distribute and sell this software for any purpose is hereby granted without fee, provided that the above copyright notice appear in all copies and that both that copyright notice and this permission notice appear in supporting documentation.
Pagina 749
expat Copyright (c) 1998, 1999, 2000 Thai Open Source Software Center Ltd and Clark Cooper Copyright (c) 2001, 2002, 2003, 2004, 2005, 2006 Expat maintainers. Permission is hereby granted, free of charge, to any person obtaining a copy of this software and associated documentation files (the "Software"), to deal in the Software without restriction, including without limitation the rights to use, copy, modify, merge, publish, distribute, sublicense, and/or sell copies of the Software, and to permit persons to whom the Software is furnished to do so, subject to the following conditions:...
Pagina 750
HarfBuzz 2012-07-30 Copyright (C) 2006 Behdad Esfahbod Copyright (C) 1998-2004 David Turner and Werner Lemberg Copyright (C) 2008 Nokia Corporation and/or its subsidiary(-ies) Copyright (C) 2004,2007 Red Hat, Inc. Permission is hereby granted, without written agreement and without license or royalty fees, to use, copy, modify, and distribute this software and its documentation for any purpose, provided that the above copyright notice and the following two paragraphs appear in all copies of this software.
Pagina 751
libjingle Copyright 2004--2007, Google Inc. Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met: 1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer.
Pagina 754
"RSA Data Security, Inc. MD4 Message-Digest Algorithm" - 18 -...
Pagina 755
Net-SNMP Various copyrights apply to this package, listed in various separate parts below. Please make sure that you read all the parts. ---- Part 1: CMU/UCD copyright notice: (BSD like) ----- Copyright 1989, 1991, 1992 by Carnegie Mellon University Derivative Work - 1996, 1998-2000 Copyright 1996, 1998-2000 The Regents of the University of California All Rights Reserved Permission to use, copy, modify and distribute this software and its...
Pagina 756
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met: * Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer. * Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
Pagina 757
* Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution. * The name of Cambridge Broadband Ltd. may not be used to endorse or promote products derived from this software without specific prior written permission.
Pagina 758
this list of conditions and the following disclaimer. * Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution. * Neither the name of the Sun Microsystems, Inc. nor the names of its contributors may be used to endorse or promote products derived from this software without specific prior written permission.
Pagina 759
* Neither the name of Sparta, Inc nor the names of its contributors may be used to endorse or promote products derived from this software without specific prior written permission. THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE COPYRIGHT HOLDERS AND CONTRIBUTORS ``AS IS'' AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED.
Pagina 760
IS'' AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE COPYRIGHT HOLDERS OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES;...
Pagina 761
BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE. ---- Part 8: Apple Inc.
Pagina 762
Copyright (c) 2009, ScienceLogic, LLC All rights reserved. Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the following conditions are met: * Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following disclaimer.
Pagina 763
OpenSSL OpenSSL License --------------- /* ==================================================================== * Copyright (c) 1998-2011 The OpenSSL Project. All rights reserved. * Redistribution and use in source and binary forms, with or without * modification, are permitted provided that the following conditions * are met: * 1.
Pagina 764
* THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE OpenSSL PROJECT ``AS IS'' AND ANY * EXPRESSED OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE * IMPLIED WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR * PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE OpenSSL PROJECT OR * ITS CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, * SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT * NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES;...
Pagina 765
* Copyright remains Eric Young's, and as such any Copyright notices in * the code are not to be removed. * If this package is used in a product, Eric Young should be given attribution * as the author of the parts of the library used. * This can be in the form of a textual message at program startup or * in documentation (online or textual) provided with the package.
Pagina 766
* derivative of this code cannot be changed. i.e. this code cannot simply be * copied and put under another distribution licence * [including the GNU Public Licence.] - 30 -...