Kies deze optie om de afdrukpositie in te stellen door voor de lange zijde aan de achterkant van het papier een
verschuivingspercentage op te geven. Een hogere waarde betekent dat de afdrukpositie naar beneden schuift. Een hogere waarde
betekent dat de afdrukpositie naar boven schuift.
-50,0 t/m ±0 t/m +50,0 (mm)
Als door deze instelling gegevens buiten het afdrukbare gebied komen te staan, wordt het gedeelte buiten het afdrukbare
gebied niet afgedrukt.
<Menu>
voor de verschuiving op
Automatisch fout overslaan
Met deze optie kunt u instellen dat fouten moeten worden genegeerd en dat het afdrukken gewoon door moet gaan als er een fout
optreedt met de afdrukgegevens. Als <Uit> is geselecteerd, kunt u fouten negeren via het bedieningspaneel.
Uit
Aan
Als u deze functie inschakelt, worden fouten in afdrukgegevens genegeerd en bestaat de kans dat het document niet goed
wordt afgedrukt.
U kunt fouten ook handmatig negeren.
<Kopieer-/afdrukopdracht>
<Menu>
*2
Time-out
Geef hier de periode op waarna de machine onvolledige afdrukgegevens uit het geheugen moet verwijderen. Onvolledige afdrukgegevens
worden verwijderd omdat deze fouten kunnen bevatten waardoor het volgende document niet kan worden afgedrukt.
5 t/m 15 t/m 300 (sec.)
Geef het apparaat voldoende tijd om alle afdrukgegevens van de computer te ontvangen, met name als er grote
hoeveelheden gegevens worden afgedrukt. Als u een te korte periode opgeeft, ontvangt het apparaat mogelijk niet alle
afdrukgegevens op tijd om af te drukken.
<Printerinstellingen>
<Lay-out>
<Toepassen>
*2
<Opdrachtstatus>
<Printerinstellingen>
<Automatisch fout overslaan>
<Lange zijde verschuiven (achterkant)>
Selecteer het document dat fouten bevat
Selecteer <Uit> of <Aan>
Geeft de waarde
<Fout overslaan>