LDAP-Server-authenticatie
Als er op uw systeem een LDAP-server is geïnstalleerd, kunt u ervoor zorgen dat LDAP-server-authenticatie wordt uitgevoerd wanneer de
zendfunctie wordt gebruikt. Zo voorkomt u onbevoegd gebruik door derden en het lekken van informatie. Wanneer de instellingen voor
autorisatie zijn ingeschakeld, wordt het scherm voor Geautoriseerd Verzenden weergegeven bij gebruik van de fax- of scanfunctie en kan
de uitvoering ervan alleen doorgaan als deze naar behoren is geautoriseerd door de LDAP-server. Configureer met de instellingen die hier
worden beschreven de LDAP-server-authenticatie. Zie voor meer informatie over het registreren van de server die moet worden gebruikt
voor de authenticatie,
LDAP-servers registreren .
1
Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan.
2
Klik op [Instellingen/registratie].
3
Klik op [Beveiligingsinstellingen]
4
Klik op [Bewerken].
5
Schakel het selectievakje [Authenticatiescherm weergeven wanneer verzending begint] in en selecteer of
een bevestigingsscherm moet worden weergegeven bij het afmelden.
[Authenticatie-instellingen voor verzendfunctie].
De UI op afstand starten
0W59-090