Een document afdrukken
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een document op uw computer afdrukt via het printerstuurprogramma.
Ga pas afdrukken nadat u het formaat en het type papier hebt opgegeven dat is geladen in de papierbron.
Papier plaatsen
Het type en formaat papier opgeven
Controleer dat het papierformaat en de papiersoort die zijn geselecteerd in het printerstuurprogramma, overeenkomen met het
formaat en de soort die zijn geplaatst.
Door <Prioriteit stuurprogramma-instellingen bij afdrukken> in te stellen op <Aan> kunt u de instellingen voor papierformaat
en papiersoort van het printerstuurprogramma prioriteit geven, ongeacht welk papier er is geplaatst. Maar instellingen van het
stuurprogramma die niet overeenkomen met het formaat van het geplaatste papier, kunnen tonervlekken in het apparaat
geven en de afdrukresultaten nadelig beïnvloeden.
1
Open een document in een programma en geef het afdrukvenster weer.
De manier waarop u het afdrukvenster weergeeft, kan per programma verschillen. Raadpleeg voor meer informatie de Help van
het programma dat u gebruikt.
2
Selecteer het printerstuurprogramma voor dit apparaat en klik op [Voorkeursinstellingen] of
[Eigenschappen].
Het scherm dat wordt weergegeven, verschilt afhankelijk van het programma dat u gebruikt.
3
Geef het papierformaat op.
[Paginaformaat]
Selecteer het formaat van het document dat in de toepassing is gemaakt.
Prioriteit stuurprogramma-instellingen bij afdrukken
0W59-044