Remblokken
Nieuwe remblokken moeten wor-
den ingereden, voordat deze hun
optimale remvertraging bereiken.
De iets geringere remwerking kan
worden gecompenseerd door de
remhendel/het rempedaal krachti-
ger te bedienen.
Nieuwe remblokken kun-
nen de remweg aanzienlijk
verlengen.
Vroeg remmen.
Banden
Nieuwe banden hebben een glad
oppervlak. Zij moeten dan ook
met een beheerste rijstijl door
het inrijden met wisselende over-
hellingshoeken worden ingere-
den. Pas na het inrijden is de
volledige grip van het loopvlak
bereikt.
Nieuwe banden hebben
nog niet de volle grip, bij
extreme scheefstanden bestaat
gevaar voor ongevallen.
Extreme scheefstanden
vermijden.
Schakelen
Schakelsignaal
Met de schakelflits 1 wordt de
berijder op twee toerentalgrenzen
gewezen:
Wegrijtoerental
Bij stilstand geeft de schakelflits
het ideale wegrijtoerental bij een
racestart aan.
Schakelflits uit: Toerental te
laag
Schakelflits brandt: Ideaal weg-
rijtoerental
Schakelflits knippert: Toerental
te hoog
Schakeltoerental
Tijdens het rijden geeft de scha-
kelflits het toerental aan, waarbij
in de volgende hogere versnelling
moet worden geschakeld.
Schakelflits brandt: Het scha-
keltoerental wordt bereikt
Schakelflits dooft: Schakeltoe-
rental bereikt
De toerentalgrenzen en het
brandgedrag van de schakelflits
kan worden aangepast in het
SETUP-menu.
5
63
z