Op elke band bevinden zich
slijtagemarkeringen die in
het hoofdprofiel zijn geïntegreerd.
Indien de slijtagemarkeringen
zichtbaar zijn, is de band volle-
dig versleten. De posities van de
slijtagemarkeringen zijn op de zij-
kant van de band aangegeven,
bijv. door de letters TI, TWI of
door een pijl.
Als de minimale profieldiepte is
bereikt:
Betreffende band(en) vervan-
gen.
Velgen
Velgen controleren
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Velgen visueel op defecten
controleren.
Beschadigde velgen contro-
leren en zo nodig laten ver-
nieuwen, bij voorkeur door een
BMW Motorrad dealer.
Ketting
Ketting smeren
Door vuil, stof en onvol-
doende smering wordt de
levensduur van de aandrijfketting
sterk verkort.
Aandrijfketting regelmatig reini-
gen en smeren.
De aandrijfketting ten minste
elke 800 km smeren. Na het
rijden door de regen of door
stof en vuil de ketting eerder
smeren.
Contact uitschakelen en neu-
traalstand inschakelen.
De aandrijfketting met een ge-
schikt reinigingsmiddel reinigen,
afdrogen en kettingsmeermid-
del aanbrengen.
In verband met een lange le-
vensduur van de ketting advi-
seert BMW Motorrad het ge-
bruik van BMW Motorrad ket-
tingsmeermiddel.
Overtollig smeermiddel afve-
gen.
Kettingspanning
controleren
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Achterwiel draaien tot het punt
met de geringste kettingdoor-
hang bereikt is.
De ketting in het midden tus-
sen het voorste en het achter-
9
117
z