DTC-zelfdiagnose
5
met BMW Motorrad Race ABS
SU
en DTC
62
De juiste werking van de BMW
Motorrad DTC wordt door de
zelfdiagnose gecontroleerd. De
zelfdiagnose vindt automatisch
plaats na het inschakelen van het
contact. Om de DTC-zelfdiagno-
z
se te kunnen afsluiten moet de
motor draaien en de motorfiets
minstens 5 km/h rijden.
Fase 1:
Controle van de systeemcom-
ponenten bij stilstand.
DTC-waarschuwingslamp
knippert langzaam.
Fase 2:
Tijdens het rijden controle van
de systeemcomponenten waar-
aan een diagnose kan worden
uitgevoerd.
DTC-waarschuwingslamp
knippert langzaam.
DTC-zelfdiagnose afgesloten.
Het DTC-symbool wordt niet
meer weergegeven.
Indien na het afsluiten van de
DTC-zelfdiagnose een DTC-sto-
ring wordt weergegeven:
Verder rijden mogelijk. Houd er
rekening mee dat geen DTC-
functie ter beschikking staat.
Storingen zo snel mogelijk door
een specialist laten verhelpen,
bij voorkeur een BMW Motor-
rad dealer.
Inrijden
De eerste 1000 km
Tijdens de inrijperiode veelvul-
dig met wisselende belasting
en toerentallen rijden, langdurig
rijden met constante toerental-
len vermijden.
Kies indien mogelijk bochti-
ge en licht geaccidenteerde
wegen, bij voorkeur geen auto-
snelwegen.
Inrijtoerentallen in acht nemen.
Het overschrijden van
de inrijtoerentallen
wordt voorkomen door de
motorregeling. Deze bewaking
wordt bij de eerste inspectie
door de BMW Motorrad dealer
uitgeschakeld.
Inrijtoerental
<7000 min
-1
(Kilometerstand
0...300 km)
<9000 min
-1
(Kilometerstand
300...1000 km)
geen vollast (Kilometerstand
0...1000 km)
Na 500 - 1200 km de eerste
inspectie laten uitvoeren.