ste kettingtandwiel met behulp
9
van schroevendraaier omhoog
en omlaag drukken en het ver-
118
schil a meten.
Kettingspeling
30...40 mm (Motorfiets on-
belast en op de zijstan-
daard.)
Als de gemeten waarde buiten
de toegestane tolerantie ligt:
z
Kettingspanning afstellen
(
118).
Kettingspanning afstellen
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Steekasmoer 1 losdraaien.
Borgmoeren 3 links en rechts
losdraaien.
Met stelbouten 2 links en
rechts de kettingspanning
afstellen.
Kettingspanning controleren
(
117).
Erop letten dat links en
rechts dezelfde waarde op de
schaal 4 wordt ingesteld.
Contramoeren 3 links en rechts
met het betreffende aantrek-
koppel vastzetten.
Borgmoer van de ket-
tingspanbout
19 Nm
Steekasmoer 1 met het betref-
fende aantrekkoppel vastzetten.
Steekas achter in achter-
brug
Borgmiddel: Mechanische
boutborging
100 Nm
Kettingslijtage
controleren
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.