INgebrUIkNaMe
Menu: INSTeLLINgeN
Menu
Voorbeeld:
Instelling
regeling
0
Retourtemperatuurregeling
30
50
80
100
Aanvoertemperatuurregeling 100
MAX RETOURTEMPERATUUR
In menuoptie MAX RETOURTEMPERATUUR kunt u de tempe-
ratuurwaarde definiëren, bij welke de warmtepomp in de ver-
warmingsmodus uitschakelt. De veiligheidsuitschakeling van de
warmtepomp is gebaseerd op de retourtemperatuur. Tijdens
warmwaterwerking wordt de retourtemperatuur niet opgevraagd.
De stilstandtijd is in de parameter STILSTANDTIJD (in het menu
INGEBRUIKNAME/COMPRESSOR) gedefinieerd.
Het bereiken van deze waarde heeft geen op het display zichtbare
foutmelding tot gevolg.
MAX AANVOERTEMPERATUUR
In menuoptie MAX AANVOERTEMPERATUUR kunt u de tempe-
ratuurwaarde definiëren, bij welke de warmtepomp in de ver-
warmingsmodus uitschakelt. De veiligheidsuitschakeling van de
warmtepomp is gebaseerd op de aanvoertemperatuur.
De stilstandtijd is in de parameter STILSTANDTIJD (in het menu
INGEBRUIKNAME/COMPRESSOR) gedefinieerd.
Het bereiken van deze waarde heeft geen op het display zichtbare
foutmelding tot gevolg.
VASTE-WAARDEWERKING
In menuoptie VASTE-WAARDEWERKING kunt u de temperatuur
definiëren tot welke de aanvoertemperatuur van verwarmingscir-
cuit 1 constant wordt geregeld. De buitentemperatuur, de ingestel-
de programmatijden en de zomerwerking hebben geen invloed.
De vaste-waardewerking heeft uitsluitend betrekking op het re-
gelgedrag van verwarmingscircuit 1.
Gebruik bijvoorbeeld bij installaties die een constante aanvoer-
temperatuur vereisen, bijv. luchtverwarmingsinstallaties.
VERWARMINGSCIRCUIT OPTIM
Bij aangesloten Uponor DEM-WP-module wordt de stooklijn dy-
namisch optimaal aangepast aan de warmtebehoefte van de in-
dividuele ruimtes. De vooringestelde stooklijn wordt tot 50 % van
zijn originele waarde gewijzigd.
De parameter VERWARMINGSCIRCUIT OPTIM wordt alleen weer-
gegeven wanneer de parameter Bufferwerking op UIT ingesteld
is en bovendien geen mengklepsensor en geen afstandsbediening
FE7 aangesloten is.
De parameter VERWARMINGSCIRCUIT OPTIM kan op de waarde
AAN of UIT worden gezet. De standaardwaarde is UIT. Alleen wan-
neer een Uponor DEM-WP-module wordt aangesloten, mag deze
parameter op AAN gezet worden.
Deze functie heeft uitsluitend effect in de bedrijfsmodi COMFORT-
WERKING, ECO-BEDRIJF en PROGRAMMAWERKING.
22
| WPM
aanvoer [%] retour [%]
0
100
30
70
50
50
80
20
0
VORSTBESCHERMING
In menuoptie VORSTBESCHERMING kunt u de buitentemperatuur
definiëren, bij welke de vorstbeschermingsfunctie inschakelt.
De vorstbeschermingsfunctie verhindert het bevriezen van buislei-
dingen, geopende verwarmingscircuits en verwarmingselementen
evenals de warmtepomp.
Wanneer de vorstbeschermingstemperatuur wordt onderschre-
den, worden de verwarmingscircuitpompen ingeschakeld.
Wanneer de vorstbeschermingstemperatuur wordt overschreden,
worden de circulatiepompen uitgeschakeld.
Materiële schade
!
Volledig gesloten verwarmingscircuits en verwarmings-
elementen kunnen met de vorstbeschermingsfunctie niet
tegen ijsvorming, beschadigingen en gevolgschade wor-
den beschermd.
f Zorg dat alle verwarmingscircuits licht geopend zijn
f
en stel de thermostatische kranen minimaal op de
vorstbeschermstand in.
AFSTANDSBEDIENING FE7
Deze menuoptie wordt alleen weergegeven wanneer de afstands-
bediening aangesloten is.
Met de afstandsbediening kunt u de gevraagde kamertemperatuur
voor het verwarmingscircuit 1 met ± 5 °C wijzigen.
De kamersensor meet de actuele kamertemperatuur. De tem-
peratuur wordt in de warmtepompmanager weergegeven. De
gemeten actuele kamertemperatuur beïnvloedt de regeling van
verwarmingscircuit 1.
De afstandsbediening kan alleen worden gebruikt in de PRO-
GRAMMAWERKING.
RUIMTE-INVLOED
In deze menuoptie stelt u in hoe groot de invloed van de buiten-
temperatuur of de huidige kamertemperatuur op de regeling is.
Bij een buitentemperatuurgeleide regeling wordt de kamer af-
hankelijk van de buitentemperatuur en de ingestelde stooklijn
verwarmd.
Bij een kamertemperatuurgeleide regeling wordt de kamer con-
stant verwarmd op de temperatuur die op de afstandsbediening
is ingesteld.
Instelling
buitentempera-
0
25
50
100
Verwarmingscircuit-pompsturing met afstandsbediening
f Stel de RUIMTE-INVLOED in op een waarde groter dan 0.
f
Wanneer de actuele kamertemperatuur groter is dan de gevraagde
kamertemperatuur plus 1 K, wordt de verwarmingscircuitpomp
uitgeschakeld.
kamertemperatuur-
tuurgeleid
geleid
100
75
50
0
www.stiebel-eltron.com
0
25
50
100