INgebrUIkNaMe
Storingen verhelpen
12.2 Storingsindicaties op het display
Storingen die in de installatie of in de warmtepomp optreden,
worden aangegeven op het display. Voor de foutopsporing en
analyse van de verwarmingsinstallatie en de warmtepomp kunt
u onder Diagnose alle belangrijke procesgegevens en busdeelne-
mers opvragen en een relaistest uitvoeren.
f Analyseer voor de storingopsporing alle beschikbare para-
f
meters voordat u de schakelkast van de warmtepomp opent.
Bij alle optredende storingen (niet bij verwarmingsgas) schakelt
de warmtepomp uit. De rode LED op de IWS knippert gedurende
ca. 12 minuten, de stilstandtijd wordt ingesteld en de betreffende
fout wordt in de meldingenlijst geregistreerd.
Als de storingstijd van de IWS en de stilstandtijd verstreken zijn,
start de warmtepomp opnieuw. Ook bij de vorige reset van de
warmtepomp en wanneer het knipperen van de rode LED op de
IWS dooft, start de warmtepomp pas opnieuw nadat de stilstand-
tijd verstreken is.
Bij alle WP-types worden de storingsingangen van de IWS gene-
geerd. In de normale werking staat altijd 230 V op de storings-
ingangen.
Na het uitschakelen van de warmtepomp (regeluitschakeling) en
na het verstrijken van een periode van 10 seconden moet het
230 V-signaal aanwezig zijn. Zo niet, dan knippert de rode LED
van de IWS en verschijnt de fout Groepsstoring.
Info
Deze fout wordt in de meldingenlijst geregistreerd. De
installatie wordt uitgeschakeld. 10 min nadat de storing
is verholpen, wordt de weergave op het display gedoofd.
Als er binnen 2 bedrijfsuren 5 warmtepompspecifieke of
hardwarefouten optreden, wordt de installatie perma-
nent uitgeschakeld. Alleen wanneer de fout verholpen
en de IWS gereset werd, kan de warmtepomp opnieuw
worden gestart.
www.stiebel-eltron.com
12.3 Warmtepompspecifieke storing of
hardwarestoring
Zie ook hoofdstuk "Meldingen".
12.3.1 Warmtepomp werk niet
De warmtepomp staat in stand-bywerking.
f Schakel de installatie naar programmawerking.
f
De spertijd is actief; de spertijd wordt aangegeven.
f Wacht totdat de spertijd verstreken is. De warmtepomp start
f
automatisch opnieuw.
Er is geen warmteaanvraag.
f Controleer de gevraagde en actuele waarden onder de
f
menuoptie "Info".
Er is eventueel sprake van een verkeerde beveiliging.
f Zie het hoofdstuk "Technische gegevens/gegevenstabel".
f
Info
De warmtepomp kan pas weer gestart worden, wanneer
de fout verholpen is en een reset van de warmtepomp
uitgevoerd werd (parameter Reset warmtepomp).
Andere parameters die voor de installatieanalyse beschikbaar zijn:
- DIRECTSTART: Alleen onze klantenservice heeft toestemming
om de directe start uit te voeren. Bij de directstart wordt een
controle van de warmtepompcompressor uitgevoerd.
- RELAISTEST: Test van alle relais in de warmtepompmanager.
12.3.2 Het display van de WPM reageert niet op invoeren
- Schakel de warmtepomp spanningsvrij.
- Start het systeem opnieuw.
- Wanneer een ISG geïnstalleerd is, moet de WPM volledig
gestart zijn, voordat u de stroomvoorziening van de ISG weer
herstelt.
WPM |
45