Functies van instrumenten en bedieningselementen
De hoogte van het bestuurders-
zadel verstellen
Het bestuurderszadel kan in twee verschil-
lende standen worden gezet, al naar gelang
de voorkeur van de bestuurder.
Bij aflevering staat het bestuurderszadel in
de hoge stand.
1
1. Lage stand
2. Hoge stand
Het bestuurderszadel in de lage stand
zetten
1. Verwijder het bestuurderszadel. (Zie
pagina 3-30.)
2. Verwijder de afsteller voor de zadel-
hoogte door deze uit te trekken.
1
1. Afsteller hoogte bestuurderszadel
3. Plaats de afsteller voor de zadelhoog-
te zo dat het referentiemerkteken is
uitgelijnd met het "L"-merkteken zoals
getoond.
DAU49475
2
1
1. Afsteller hoogte bestuurderszadel
2. Merkteken "L"
3. Referentiemerkteken
4. Steek het uitsteeksel aan de achterzij-
de van het bestuurderszadel in zadel-
bevestiging A zoals getoond.
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging A (voor lage stand)
Het bestuurderszadel in de hoge stand
zetten
1. Verwijder het bestuurderszadel. (Zie
pagina 3-30.)
2. Verwijder de afsteller voor de zadel-
hoogte door deze uit te trekken.
3-31
3
2
1
2
3