Functies van instrumenten en bedieningselementen
1. Controlelampje cruise control "
2. Controlelampje cruise-controlinstelling
"SET"
1. Instelschakelaar cruise control
"RES+/SET–"
2. Aan-uitschakelaar cruise control "
Cruise control activeren en instellen
1. Druk op de aan-uitschakelaar voor de
cruise control "
Het
controlelampje
control "
" gaat aan.
1
1. Aan-uitschakelaar cruise control "
2. Controlelampje cruise control "
1 2
"
1
2
"
" links op het stuur.
voor
cruise
2
"
"
2. Druk op de "SET–"-zijde van de instel-
schakelaar voor cruise control om de
cruise control te activeren. De huidige
rijsnelheid wordt ingesteld als de
kruissnelheid.
voor de cruise-controlinstelling "SET"
gaat aan.
De ingestelde kruissnelheid aanpassen
Terwijl de cruise control in werking is, drukt
u op de "RES+"-zijde van de instelschake-
laar voor cruise control om de ingestelde
kruissnelheid te verhogen of op de "SET–"-
zijde om de ingestelde kruissnelheid te ver-
lagen.
OPMERKING
Wanneer u de instelschakelaar eenmaal in-
drukt, wordt de snelheid in stappen van on-
geveer 2.0 km/h (1.2 mi/h) verhoogd.
Wanneer u de "RES+"- of "SET–"-zijde van
de instelschakelaar voor cruise control in-
gedrukt houdt, wordt de snelheid continu
verhoogd of verlaagd totdat u de schake-
laar weer loslaat.
U kunt de rijsnelheid ook handmatig verho-
gen met de gasgreep. Nadat u gas hebt ge-
geven, kunt u een nieuwe kruissnelheid
instellen door te drukken op de "SET–"-zij-
de van de instelschakelaar. Als u geen
nieuwe kruissnelheid instelt en gas terug-
neemt, remt de machine af tot de eerder in-
gestelde kruissnelheid.
Cruise control uitschakelen
Voer een van de volgende handelingen uit
om de ingestelde kruissnelheid te annule-
ren. Het controlelampje "SET" gaat uit.
Draai de gasgreep voorbij de gesloten
stand in de deceleratierichting.
3-7
Het
controlelampje
3