Functies van instrumenten en bedieningselementen
Als u de machine inschakelt, wordt de trac-
tieregeling ingeschakeld en ingesteld op
"TCS 1". De tractieregeling heeft de vol-
gende modi.
"TCS 1": Standaardmodus
"TCS 2": Sportieve modus
In deze modus grijpt de tractieregeling min-
der snel in, waardoor het achterwiel vrijer
kan slippen dan in "TCS 1".
"TCS OFF": De tractieregeling is uitge-
schakeld. Bij sommige rijomstandigheden
3
kan het systeem ook automatisch worden
uitgeschakeld.
OPMERKING
Als de motorfiets vast is komen te zitten in
modder, zand of een ander zacht opper-
vlak, kies dan de modus "TCS OFF" om het
vrijmaken van het achterwiel te vergemak-
kelijken.
LET OP
Gebruik uitsluitend de voorgeschreven
banden. (Zie pagina 6-19.) Bij gebruik
van banden met een andere maat zal de
tractieregeling de wielrotatie niet nauw-
keurig kunnen regelen.
Tractieregeling instellen
WAARSCHUWING
Zorg dat de machine stilstaat voordat u
wijzigingen aanbrengt in de instellingen
van de tractieregeling. Het aanbrengen
van wijzigingen tijdens het rijden kan u
afleiden en vergroot het risico op een
ongeval.
De modus van de tractieregeling kan alleen
worden gewijzigd wanneer de machine stil-
staat.
Druk op de "TCS"-knop om te wisse-
len tussen de modi "1" en "2".
Houd de knop twee seconden inge-
drukt om "TCS OFF" te selecteren en
de tractieregeling uit te schakelen.
Druk opnieuw op de knop om terug te
keren naar de eerder geselecteerde
modus.
Terugstellen
De tractieregeling wordt uitgeschakeld bij
de volgende omstandigheden:
overmatig doorslaan van het achter-
wiel
het voor- of achterwiel komt van de
grond tijdens het rijden
een van de wielen wordt rondgedraaid
terwijl de sleutel op "ON" staat (zoals
bij het uitvoeren van onderhoud)
Als de tractieregeling is uitgeschakeld,
brandt zowel het controlelampje tractiere-
geling als het waarschuwingslampje motor-
storing.
DCA16801
Probeer als dit gebeurt het systeem als
volgt terug te stellen.
1. Stop de machine en draai de sleutel
naar "OFF".
2. Wacht enkele seconden en draai dan
de sleutel terug naar "ON".
3. Het
moet nu uitgaan en het systeem moet
worden ingeschakeld.
DWA15441
OPMERKING
Als het controlelampje tractieregeling na
het terugstellen blijft branden, kunt u nog
steeds met de machine rijden. Laat de ma-
chine echter zo snel mogelijk controleren
door een Yamaha dealer.
4. Laat een Yamaha dealer de machine
nakijken en het waarschuwingslampje
motorstoring uitschakelen.
3-26
controlelampje
tractieregeling