Functies van instrumenten en bedieningselementen
Overloopslang brandstoftank
1. Overloopslang brandstoftank
OPMERKING
Zie pagina 6-11 voor informatie over de be-
luchtingsslang.
Alvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer de aansluiting van de over-
loopslang van de brandstoftank.
Controleer de overloopslang van de
brandstoftank op scheuren of bescha-
diging en vervang deze indien nodig.
Controleer of het uiteinde van de over-
loopslang van de brandstoftank niet
verstopt is en reinig indien nodig.
Zorg dat de overloopslang van de
brandstoftank buiten het stroomlijn-
paneel is geplaatst.
DAU79161
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaatkataly-
sator.
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
1
Parkeer de machine op een plek
Controleer of het uitlaatsysteem is
Laat de motor niet langer dan enke-
LET OP
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij
gebruik van loodhoudende benzine zal
onherstelbare schade worden toege-
bracht aan de uitlaatkatalysator.
3-29
WAARSCHUWING
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanraking kunnen komen.
afgekoeld alvorens onderhouds-
werkzaamheden uit te voeren.
le minuten stationair draaien. Lang
stationair draaien kan leiden tot
oververhitting.
DAU13434
DWA10863
3
DCA10702