Functies van instrumenten en bedieningselementen
OPMERKING
De selectieschakelaar "
nuschakelaar "MENU" bevinden zich links
op het stuur. Met deze schakelaars kunt u
de instellingen van de multifunctionele me-
ter regelen of wijzigen.
3
1. Menuschakelaar "MENU"
2. Selectieschakelaar "
OPMERKING
Vergeet niet de sleutel naar "ON" te draaien
voordat
u
selectieschakelaar "
kelaar "MENU", toets "RESET" en toets
"TCS".
Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.
Zie voor het wisselen tussen kilometers en
mijlen "De eenheden selecteren" op pagina
3-16.
/
" en de me-
1
2
/
"
drukt
op
de
/
",
menuscha-
Toerenteller
1. Toerenteller
2. Hogetoerenzone
De toerenteller toont het motortoerental.
LET OP
Laat de motor niet draaien in de hoge-
toerenzone van de toerenteller.
Hogetoerenzone: 7750 tpm en hoger
Brandstofniveaumeter
1. Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen van "F" (vol) naar "E"
(leeg) naarmate het brandstofniveau verder
daalt. Als het laatste segment begint te
knipperen, dient u zo snel mogelijk te tan-
ken.
3-10
1
2
DCA23050
1