Stroommeting
Meetgebied
Resolutie
Intrinsieke onzekerheid
Continuïteitsmeting bij 100 mAac
Meetgebied
Resolutie
Intrinsieke onzekerheid
Nulspanning
Teststroom
Continuïteitsmeting bij 200 mAac
Meetgebied
Resolutie
Intrinsieke onzekerheid
Nulspanning
Teststroom
Continuïteitsmeting bij 10 Aac
Meetgebied
Resolutie
Intrinsieke onzekerheid
Nulspanning
Teststroom
Continuïteitsmeting bij 25 Aac (CA 6163)
Meetgebied
Resolutie
Intrinsieke onzekerheid
Nulspanning
Teststroom
8.2.3. METING VAN DE ISOLATIEWEERSTAND
Bijzondere referentievoorwaarden:
Capaciteit in parallel: < 1 nF
Ingangsweerstand: 8 MΩ
Max. toelaatbare uitwendige wisselspanning tijdens het meten: < 1 V
Relatieve vochtigheid op de aansluiting TEST SOCKET: ≤ 50 %RV
Meting van spanning U, Uini
Meetgebied
Resolutie
Intrinsieke onzekerheid
Boven 1250 V toont het apparaat: > 1250 V.
0,01 - 0,99 A
10 mA
± (3 % R + 3 pt)
0,05 - 19,99 Ω
10 mΩ
± (2 % R + 2 pt)
> 4 Vac
≥ 100 mA voor R < 100 Ω
0,05 - 2,00 Ω
10 mΩ
± (2 % R + 2 pt)
0,005 - 0,500 Ω
1 mΩ
± (2 % R + 2 pt)
> 4 Vac
≥ 10 A voor R < 1 Ω
0,005 - 0,400 Ω
1 mΩ
± (2 % R + 2 pt)
> 4 Vac
≥ 25 A voor R < 0,4 Ω
0,5 - 399,9 V
0,1 V
± (1 % R + 2 pt)
0,8 - 40,00 A
100 mA
18,0 - 120,0 Ω
100 mΩ
± (3 % R + 3 pt)
2,01 - 19,99 Ω
10 mΩ
± (2 % R + 2 pt)
> 4 Vac
≥ 200 mA voor R < 45 Ω
380 - 1.200 V
1 V
± (1 % R + 2 pt)
97
18,0 - 60,0 Ω
100 mΩ
± (3 % R + 3 pt)