■ Sluit het rode snoer aan op de fase van de installatie.
■ Sluit het blauwe snoer aan op de nulleider van de installatie.
■ Sluit het groene snoer aan op de PE van de installatie.
Als L en N omgekeerd worden, geeft het apparaat dit aan
worden
, is de meting niet mogelijk. Als N en PE omgekeerd worden, kan het apparaat dit niet detecteren.
4.13.2.3. Met het driepolige snoer - 3 veiligheidssnoeren op een driefasennet
■ Sluit de driepolige aansluiting aan op de klemmen L, N, PE van het apparaat.
■ Sluit het rode snoer aan op een van de fasen van de installatie.
■ Sluit het blauwe snoer aan op een andere fase van de installatie.
■ Het groene snoer is niet aangesloten.
4.13.3. CONFIGURATIE VAN DE METING
Het volgende beeldscherm wordt weergegeven:
De parameters bevinden zich in de blauwe rechthoek. Druk hierop om ze te wijzigen.
maar is de meting wel mogelijk. Als L en PE omgekeerd
Figuur 72
Figuur 73
55
Spanning aanwezig op de klemmen.