Inhoudsopgave
Advertenties
Li
inductief gedeelte van de lijnimpedantie Zi.
Ls
inductief gedeelte van de lusimpedantie Zs.
N
klem N (nulleider).
φ
faseverschuiving van de stroom t.o.v. de spanning.
P
actief vermogen P = U . I . PF.
P1, P2
klemmen voor de spanningsmetingen bij continuïteit.
PE
aardleiding.
PF
vermogensfactor (cos φ in sinusvormig signaal).
Phigh
bovengrens van het actief vermogen.
Plow
ondergrens van het actief vermogen.
R
weerstand.
RCD
letterwoord dat een differentieelschakelaar aangeeft (Residual Current Device)
Rcomp
compensatieweerstand van de meetsnoeren.
Re
aardeweerstand.
Rhigh
bovendrempel bij weerstand (continuïteit, isolering).
Ri
resistief gedeelte van de lijnimpedantie Zi.
Rlow
ondergrens bij weerstand (continuïteit, isolering).
Rmax
minimumwaarde van de weerstand tijdens de meting.
RMS
Root Mean Square: effectieve waarde van het signaal dat verkregen is door de vierkantswortel te nemen van de
gemiddelde waarde van de blokgolf van het signaal.
Rs
resistief gedeelte van de lusimpedantie Zs.
S
differentieelschakelaar, selectief type.
S
schijnbaar vermogen S = U.I.
Shigh
bovengrens van het schijnbaar vermogen.
Slow
ondergrens van het schijnbaar vermogen.
THDi
totale harmonische vervorming in stroom.
THDu
totale harmonische vervorming in spanning.
Thigh
maximumwaarde van de ontladingstijd.
TN
type aardverbinding bepaald in de norm IEC 60364-6.
Tramp-down tijdsduur van de afname van de spanning tussen Unom en 0 bij een diëlektrische test.
Tramp-up
tijdsduur van de toename van de spanning tussen Ustart en Unom bij een diëlektrische test.
TT
type aardverbinding bepaald in de norm IEC 60364-6.
Ttest
tijdsduur tijdens welke de spanning Unom wordt toegepast. Deze kan variëren van 1 tot 180 seconden.
Ttrip
waarde van de uitvalstijd van de differentieelschakelaar.
U
spanning
U
spanning tussen de fasen 1 en 2 van een driefasennet.
12
U
spanning tussen de fasen 2 en 3 van een driefasennet.
23
U
spanning tussen de fasen 3 en 1 van een driefasennet.
31
Uc
contactspanning die verschijnt tussen de geleidende delen wanneer deze tegelijkertijd worden aangeraakt door een
persoon of een dier (IEC 61557).
Uf
foutspanning die verschijnt tijdens een foutvoorwaarde tussen de toegankelijke geleidende delen (en/of de uitwendige
geleidende delen) en de referentiemassa (IEC 61557).
Uf = Ik x Za of Uf = I
Uhigh
spanningsdrempel voor de ontladingstijd.
Uini
spanning op de klemmen van het apparaat voor de aanvang van de meting.
Ul
maximumwaarde van de contactspanning die permanent kan worden toegepast onder de aangegeven externe
invloedsvoorwaarden, 50 Vac of 120 Vdc zonder rimpel (IEC 61557).
Ul-n
spanning gemeten tussen de klemmen L en N.
Ul-pe
spanning gemeten tussen de klemmen L en PE.
Unom
nominale testspanning gegenereerd door het apparaat (isolering, diëlektrisch).
Un-pe
spanning gemeten tussen de klemmen N en PE.
Ustart
waarde van de spanning vanaf welke de toenemende lineaire spanningstoename begint bij een diëlektrische test.
V
Volt, spanningseenheid.
Vup
piek voedingsspanning.
x Re
∆N
122
Advertenties
Inhoudsopgave
