4.11.6. FOUTMELDING
De meest voorkomende fouten in geval van een test van een differentieelschakelaar zijn:
■ Verkeerde aansluiting: de Start / Stop knop knippert rood. Corrigeer de aansluiting. Gebruik, indien nodig, het driepolige snoer
- liever 3 veiligheidssnoeren dan het driepolige snoer - Schuko-stopcontact.
■ Geen spanning op de klemmen: de Start / Stop knop knippert rood. Controleer de aansluiting en verifieer ook of de stroomon-
derbreker geactiveerd is.
■ De differentieelschakelaar is uitgevallen terwijl dit niet had gemoeten. De lekstromen zijn waarschijnlijk te groot. Maak eerst
alle ladingen los van het net waarop u de test uitvoert. Voer daarna een nieuwe test uit. Als het probleem blijft bestaan, moet
de differentieelschakelaar als defect worden beschouwd.
■ De differentieelschakelaar valt niet uit tijdens de test. Om de veiligheid van de gebruikers te garanderen, moet een differenti-
eelschakelaar echter ontkoppelen binnen een bepaalde tijd die afhangt van het type differentieelschakelaar.
Verifieer de bekabeling van de differentieelschakelaar.
Wissel N en PE om en voer de test opnieuw uit.
Zo niet, dan moet de differentieelschakelaar als defect worden beschouwd en vervangen worden.
48