4.8. CONTINUÏTEITSMETING
Een continuïteitsmeting moet zonder spanning worden uitgevoerd. Deze kan worden uitgevoerd met 2 of 4 draden. Deze dient
om de verbinding tussen het metalen frame van de machine of elk toegankelijk metalen deel en de aardleiding (PE) te verifiëren.
Om aan de norm IEC 61557 te voldoen, moeten de metingen uitgevoerd worden bij minimaal 200 mA.
Druk op het pictogram Individuele tests
en daarna op Continuïteit
.
4.8.1. BESCHRIJVING VAN HET MEETPRINCIPE
Voor de continuïteitsmetingen genereert het apparaat een wisselstroom op de frequentie van het spanningsnet tussen de klemmen
C1 en C2. Het meet vervolgens de spanning die tussen deze twee klemmen aanwezig is en trekt hier de waarde van R=V / I van af.
Bij een meting met 4 draden vindt de spanningsmeting plaats tussen de klemmen P1 en P2.
4.8.2. AANSLUITING
De continuïteitsmetingen moeten zonder spanning worden uitgevoerd.
Sluit de te testen machine aan op het apparaat. Hiervoor heeft u meerdere oplossingen.
4.8.2.1. Continuïteitsmeting met 2 draden
■ Kies de aansluiting Externe klemmen
■ Sluit een veiligheidssnoer aan tussen de klem C1 van het apparaat en de aardleiding van de machine.
■ Sluit het andere veiligheidssnoer aan tussen de klem C2 van het apparaat en het frame van de machine.
Figuur 21
21