4.9. METING VAN DE ISOLATIEWEERSTAND
Een isolatie moet zonder spanning gemeten worden. Deze meting dient om de isolatieweerstand tussen de geleiders en de toegan-
kelijke metalen delen te verifiëren (geaard of geïsoleerd). Deze test toont storingen als gevolg van veroudering van de materialen.
Deze meting, die meestal wordt uitgevoerd tussen de kortgesloten actieve geleiders en de aarde, bestaat uit het toepassen van
een gelijkspanning en het meten van de hieruit resulterende stroom, zo de waarde van de isolatieweerstand te bepalen.
Druk op het pictogram Individuele tests
4.9.1. BESCHRIJVING VAN HET MEETPRINCIPE
Het apparaat genereert een Dc-testspanning tussen de klemmen INSULATION. De waarde van deze spanning hangt af van de
te meten weerstand: deze is Unom of hoger wanneer R ≥ Unom / 1 mA, zo niet, dan is deze lager. Het apparaat meet de tussen
deze twee klemmen aanwezige spanning en stroom en trekt hier de waarde van R=V / I van af.
De rode klem is het referentiepunt van de spanning.
4.9.2. AANSLUITING
De isolatiemetingen moeten zonder spanning worden uitgevoerd.
Sluit de te testen machine aan op het apparaat. Hiervoor heeft u meerdere oplossingen.
4.9.2.1. Isolatiemeting op de externe klemmen
■ Kies de aansluiting Externe klemmen
■ Sluit een veiligheidssnoer aan tussen de zwarte klem INSULATION van het apparaat en de klem N en alle met elkaar verbon-
den fasen van de machine.
■ Sluit een ander veiligheidssnoer aan tussen de rode klem INSULATION van het apparaat en het frame van de machine.
en daarna op Isolatie
V
I = 1 mA
U
N
R
= U
/ 1 mA
N
N
Figuur 31
.
Figuur 32
28
.
R