8.2.9. VERMOGEN OP HET DRIEPOLIG SNOER MET DE TANG G72 (ALS OPTIE)
De spanning wordt gemeten op de driepolige aansluiting en de stroom wordt gemeten door de ampèretang.
Bijzondere referentievoorwaarden:
Frequentie van de AC-spanning: 45 tot 55 Hz
Vorm van het signaal: sinusvormig
cos φ: 0,5 capacitief tot 0,8 inductief
Gelijkspanningscomponent: geen
Meting van spanning U
1-2
Meetgebied
Resolutie
Intrinsieke onzekerheid
Het apparaat toont de spanning tot 500 V. Daarboven toont het apparaat: > 500 V.
Eenfase-vermogensmeting, meting met het driepolige snoer en de stroomtang
Meetgebied
Resolutie
Intrinsieke onzekerheid
Boven 20,00 kW toont het apparaat: > 20,00 kW.
Driefasen-vermogensmeting in evenwicht, meting met het driepolige snoer en de stroomtang
Meetgebied
Resolutie
Intrinsieke onzekerheid
Boven 60,00 kW toont het apparaat: > 60,00 kW.
Eenfase-schijnbaar vermogensmeting, meting met het driepolige snoer en de stroomtang
Meetgebied
Resolutie
Intrinsieke onzekerheid
Boven 20,00 kVA toont het apparaat: > 20,00 kVA.
Driefasen-schijnbaar vermogensmeting in evenwicht, meting met het driepolige snoer en de stroomtang
Meetgebied
Resolutie
Intrinsieke onzekerheid
Boven 60,00 kVA toont het apparaat: > 60,00 kVA.
Stroommeting met de tang G72 (als optie)
Zie § 8.2.15
Meting van cos φ, vermogensfactor PF
Zie § 8.2.8
, U
, U
2-3
3-1
0,5 - 440,0 V
0,1 V
± (2 % R + 2 pt)
0,05 - 99,99 W
10 mW
0,05 - 99,99 W
10 mW
0,05 - 99,99 VA
10 mVA
0,05 - 99,99 VA
10 mVA
80,0 - 999,9 W
100 mW
± (2 % R + 2 pt)
80,0 - 999,9 W
100 mW
± (2 % R + 2 pt)
80,0 - 999,9 VA
100 mVA
± (2 % R + 2 pt)
80,0 - 999,9 VA
100 mVA
± (2 % R + 2 pt)
104
800 - 9.999 W
8,00 - 17,60 kW
1 W
800 - 9.999 W
8,00 - 52,80 kW
1 W
800 - 9999 VA
8,00 - 17,60 kVA
1 VA
800 - 9999 VA
8,00 - 52,80 kVA
1 VA
10 W
10 W
10 VA
10 VA