■ Rhigh = maximumwaarde van de continuïteitsweerstand. U kunt ook MIN kiezen voor de minimumwaarde, MAX voor de maxi-
mumwaarde of OFF om geen bovengrens te geven. Als de meting hoger is dan Rhigh, zal deze ongeldig verklaard worden.
■ Rlow = minimumwaarde van de continuïteitsweerstand. U kunt ook MIN kiezen voor de minimumwaarde, MAX voor de maxi-
mumwaarde of OFF om geen ondergrens te geven. Als de meting lager is dan Rlow, zal deze ongeldig verklaard worden.
■ Iout = waarde van de meetstroom: 100 mA, 200 mA of 10 A, of 25 A (uitsluitend voor de CA 6163, maar niet op de TEST
SOCKET aansluiting van het apparaat). Bij hoge stroomwaarden kunnen zeer zwakke continuïteitsweerstanden gemeten worden.
De waarden Rhigh en Rlow hangen af van de waarde van de meetstroom.
Meetstroom Iout
Rhigh
Rlow
■ Meting met 2 draden of 4 draden (Wires)
U kunt deze keuze ook maken door op het symbool
■ ΔU TEST = uitsluitend beschikbaar voor de metingen met 4 draden met een stroomwaarde van 10 A. Dat is de maximum-
waarde van de spanning afhankelijk van de doorsnede van de kabel. U kunt deze activeren. U moet dan de doorsnede van
de kabel invullen.
Doorsnede
(mm²)
ΔU test (V)
■ Stopcriterium (Stop Criterion): de meting stopt ofwel handmatig ofwel aan het einde van de vastgestelde tijdsduur.
U kunt deze keuze ook maken door op het symbool
■
de meting zal zolang duren als u geprogrammeerd heeft.
■
de tijdsduur van de meting wordt handmatig ingesteld. U start deze en stopt hem door op de Start / Stop knop te
drukken.
■ Tijdsduur (Duration): tijdsduur van de meting in seconden voor een meting met een geprogrammeerde tijdsduur. U kunt ook
MIN kiezen voor de minimale tijd, MAX voor de maximale tijd of OFF voor een handmatige meting.
■ Rcomp dient om de waarde van de weerstand van de meetsnoeren te compenseren, uitsluitend voor een meting met 2 draden
of een meting op een testaansluiting. U kunt handmatig een waarde (tussen 0 en 5 Ω voor de stroomwaarden 100 of 200 mA
en tussen 0 en 0,3 Ω voor de stroomwaarden 10 en 25 A) invoeren of de weerstand van de snoeren meten en deze invoeren
in het apparaat om deze op alle metingen toe te passen.
100 mA
120.0 Ω
0.00 Ω
0,5
0,75
1
5,0
5,0
3,3
Figuur 26
200 mA
10 A
60.0 Ω
0.500 Ω
0.00 Ω
0.000 Ω
of
te drukken.
1,5
2,5
2,6
1,9
te drukken:
24
25 A (CA 6163)
0.400 Ω
0.000 Ω
4
≥ 6
1,4
1,0