4.15. METING VAN VERMOGEN EN LEKSTROOM (CA 6163)
Met deze meting kunnen het door de machine verbruikte vermogen, de lekstroom in de PE en de contactstroom gemeten worden.
Een lekstroom wijst op een defecte isolatie. Dit kan het gevolg zijn van de veroudering van de materialen of van een schok.
Zodra de waarde hiervan enkele mA bereikt, wordt deze gevaarlijk voor de gebruiker, die bij een defect op de PE een elektrische
schok zou kunnen krijgen.
De contactstroom wordt op ieder toegankelijk geleidend gedeelte van de machine gemeten. Deze wijst tevens op een defecte
isolatie. Dit kan het gevolg zijn van de veroudering van de materialen of van een schok. Zodra de waarde hiervan enkele mA
bereikt, wordt deze gevaarlijk voor de gebruiker.
Om de contactstroom te meten, wordt er een meetcircuit geplaatst tussen de klem CONTINUITY TOUCH CURRENT en de PE.
Dit meetcircuit wordt bepaald door de norm IEC 60990 en hangt af van de gekozen drempelwaarde: niet-gewogen, perceptie-
drempel of loslaatdrempel.
Met deze functie kan men meten:
■ de differentiële lekstroom Idiff,
■ het schijnbaar vermogen S,
■ het actief vermogen P,
■ de contactstroom Itouch,
■ de door de machine verbruikte stroom I,
■ de vermogensfactor PF,
■ de frequentie f,
■ de totale harmonische vervorming in stroom THDi,
■ de totale harmonische vervorming in spanning THDu.
Druk op het pictogram van Individuele tests
4.15.1. AANSLUITING
■ Sluit de netaansluiting van de machine aan op de aansluiting TEST SOCKET van het apparaat.
■ Sluit een veiligheidssnoer aan tussen de klem CONTINUITY TOUCH CURRENT van het apparaat en een toegankelijk gelei-
dend gedeelte van de machine.
Voer een meting uit op ieder toegankelijk geleidend gedeelte: het frame, de schroeven, de scharnieren, de sloten, enz.
en daarna op Vermogen en lekstroom
Figuur 84
63
.