Plus de voorgaande parameters:
Ifactor = vermenigvuldigingsfactor van I
de waarde van I
en van het type differentieelschakelaar (zie bovenstaande tabel).
∆N
4.11.3.3. Aardlekschakelaar met lineaire spanningstoename
De parameters bevinden zich in de blauwe rechthoek. Druk hierop om ze te wijzigen.
4.11.4. EEN DIFFERENTIEELTEST UITVOEREN
Het apparaat verifieert de waarde van de spanningen alvorens een meting te starten. Als de spanningswaarden niet correct zijn,
knippert de Start / Stop knop rood en kunt u de test niet starten. Corrigeer het probleem, zodat de Start / Stop knop weer groen
wordt.
Druk op de Start / Stop knop. Gedurende de tijdsduur van de test is hij rood en daarna dooft hij.
START
STOP
Bij een test van de aardlekschakelaar met lineaire spanningstoename kunt u de stroomwaarde zien toenemen.
4.11.5. HET RESULTAAT AFLEZEN
4.11.5.1. Voorbeeld voor een test van een aardlekschakelaar zonder uitval, voor een stroomonderbreker 300 mA, type
AC, signaal
: 0,5, 1, 2, 4, 5 of 10. De mogelijke waarden hangen af van de vorm van het signaal,
∆N
Figuur 59
START
STOP
Figuur 60
46
Spanning aanwezig op de klemmen.
Frequentie van deze spanning.
Vorm van het signaal.
START
STOP
Geldige meting Uf < 25 V.
Spanning (geen uitval).