Snelheidsregeling
uitschakelen
Remmen of koppelings- of
gashendel (gas tot voorbij de
ruststand terugnemen) bedie-
nen om de snelheidsregeling
uit te schakelen.
Controlelamp voor snelheidsre-
geling dooft.
Eerdere snelheid weer
aannemen
Toets 1 kort naar achteren
drukken om de opgeslagen
snelheid weer te hervatten.
Bij gas geven wordt de
snelheidsregeling niet uit-
geschakeld. Als de gashendel
wordt losgelaten loopt de snel-
heid slechts terug tot de opge-
slagen waarde, ook als eigen-
lijk een verdere verlaging van de
snelheid de bedoeling was.
Controlelamp voor snel-
heidsregeling brandt.
Snelheidsregeling
uitschakelen
Schakelaar 1 naar links schui-
ven.
Systeem uitgeschakeld.
Toets 2 is geblokkeerd.
Koppeling
Koppelingshendel
instellen
Het instellen van de kop-
pelingshendel tijdens het
rijden kan tot ongevallen leiden.
De koppelingshendel alleen
instellen als de motorfiets
stilstaat.
Stelschroef 1 in de gewenste
positie draaien.
4
63
z