De motor draait in de nood-
3
loopfunctie. Het rijgedrag
kan abnormaal worden.
34
Rijstijl aanpassen. Sterke ac-
celeratie en inhaalmanoeuvres
vermijden.
Mogelijke oorzaak:
De motorregeleenheid heeft een
storing vastgesteld die ernstige
gevolgfouten kan veroorzaken.
Anders draait de motor in de
noodloopfunctie.
Het is mogelijk om verder te
z
rijden, maar dit is niet aan te
raden.
Hoge belastingen en toerental-
len zo mogelijk vermijden.
Storingen zo snel mogelijk door
een specialist laten verhelpen,
bij voorkeur een BMW Motor-
rad partner.
Motoroliepeil te laag
Het oliekansymbool wordt
weergegeven.
OILLVL CHECK
wordt weer-
gegeven.
Mogelijke oorzaak:
De elektronische oliepeilsensor
heeft een te laag oliepeil ge-
constateerd. Bij de volgende
tankstop:
Motoroliepeil controleren
(
115).
Bij een te laag oliepeil:
Motorolie bijvullen (
Bij correct oliepeil:
Neem contact op met een
specialist, bij voorkeur een
BMW Motorrad Partner.
Koelvloeistoftemperatuur
te hoog.
Het algemene waarschu-
wingslampje brandt rood.
Het temperatuursymbool
wordt weergegeven.
Rijden met een oververhitte
motor kan schade aan de
motor veroorzaken.
Beslist de hieronder vermelde
punten in acht nemen.
Mogelijke oorzaak:
Koelvloeistoftemperatuur te hoog.
Zo mogelijk de motor in deel-
last laten draaien om hem af te
koelen.
Als de koelvloeistoftemperatuur
116).
vaker te hoog is, de storing zo
snel mogelijk laten verhelpen
door een specialist, bij voorkeur
een BMW Motorrad Partner.
Ontoereikende
acculaadspanning
Het algemene waarschu-
wingslampje brandt rood.