Koppeling
8
Werking koppeling
controleren
122
Koppelingshendel bedienen.
Er moet een duidelijk drukpunt
voelbaar zijn.
Er is geen duidelijk drukpunt
merkbaar:
De koppeling bij een specialist
laten controleren, bij voorkeur
een BMW Motorrad Partner.
z
Velgen en banden
Velgen controleren
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Velgen visueel op defecten
controleren.
Het koelvloeistfsysteem door
een specialist laten controleren,
best door een BMW Motorrad
partner.
Bandenprofieldiepte
controleren
Het rijgedrag van uw mo-
torfiets kan zich reeds vóór
het bereiken van de wettelijke
voorgeschreven minimum profiel-
diepte negatief wijzigen.
De banden daarom reeds vóór
het bereiken van de minimum
profieldiepte laten vervangen.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Bandenprofieldiepte in de
hoofdprofielgroeven met
slijtage-indicatoren meten.
Op elke band zijn slijtage-
markeringen in de hoofd-
profielgroeven geïntegreerd. In-
dien de slijtagemarkeringen zicht-
baar zijn, is de band volledig ver-
sleten. De posities van de slijta-
gemarkeringen zijn op de zijkant
van de band aangegeven, bijv.
door de letters TI, TWI of door
een pijl.
Als de minimale profieldiepte is
bereikt:
Betreffende band(en) vervan-
gen.
Spaken controleren
met kruisspaakwielen
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Met een schroevendraaier of
een vergelijkbaar voorwerp over
de spaken strijken en hierbij op
het geluid letten.
Indien een ongelijkmatig geluid is
te horen:
Spaken door een specialist la-
ten controleren, bij voorkeur
door een BMW Motorrad Part-
ner.
SU