Kerntemperatuur alleen meten
Als de kerntemperatuur alleen gemeten, het bedrijf na het bereiken van de doeltempera-
tuur echter niet automatisch uitgeschakeld dient te worden, als volgt te werk gaan:
▸ Gewenste toepassing selecteren (zie pagina 20).
▸ Kernthermometer erin steken.
▸ Op «Start» drukken om de toepassing te starten.
4.8
Opties
Overzicht
Elke toepassing biedt verschillende opties. Uw toestel beschikt over de volgende
«opties»:
Voorverwarmen (zie pagina 26)
Kerntemperatuur (zie pagina 24)
Bevochtigen (zie pagina 38)
Instellen voor later (zie pagina 26)
Automatische deuropening (zie pagina 27) (afhankelijk van het model)
Opties selecteren en starten
▸ Een toepassing in de gewenste toepassingsgroep op het display selecteren en indien
nodig met «OK» bevestigen (zie pagina 20).
– Op het display verschijnt de weergave van de startgereedheid.
▸
aantippen.
– Op het display verschijnt het menu met opties:
Voorverwarmen
Kerntemperatuur
Instellen voor later
▸ Gewenste optie aantippen.
▸ In het rechter bereik van het display de optie met de schakelaar inschakelen of het
waardebereik aantippen en de gewenste waarde met de CircleSlider instellen.
– Elke gedefinieerde optie wordt voorzien van een
▸ De instelling met «OK» bevestigen.
– Er kunnen ook meerdere instellingen met «OK» worden bevestigd.
– Op het display verschijnt de weergave van de startgereedheid.
▸ Op «Start» drukken om de toepassing te starten.
De optie «kerntemperatuur» kan direct in de weergave van de startgereedheid wor-
den ingesteld. Als de kernthermometer erin is gestoken.
57°C
De kernthermometer is nodig.
OK
Als u een kerntemperatuur
instelt, wordt het proces bij het
bereiken van de gewenste
kerntemperatuur beëindigd.
.
4 Bediening
Kerntemperatuur
25