8 Verzorging en onderhoud
8.8
Halogeenlamp vervangen
WAARSCHUWING voor een elektrische schok!
De stroomvoorziening onderbreken alvorens de halogeenlamp te vervangen.
Verbrandingsgevaar door hete oppervlakken!
De halogeenlamp en het toestel laten afkoelen alvorens de halogeenlamp te ver-
vangen.
De halogeenlamp niet met blote handen aanraken. Hiervoor een dunne, droge en
vetvrije doek gebruiken.
Als het lampglas en de afdichtingen niet correct worden gemonteerd, kan dit lei-
den tot een slechte werking of beschadiging van het toestel. Defecte onderdelen,
vooral broze afdichtingen, moeten worden vervangen door originele onderdelen. In
geval van twijfel, de service vragen.
Plafondverlichting
▸ Lampglas 1 voorzichtig linksom losdraaien en
samen met de afdichtingen en de metalen ring
verwijderen.
▸ De defecte halogeenlamp eruit trekken.
▸ Voorzichtig een nieuwe halogeenlamp inzetten,
type halogeen G9/25 W/230 V.
▸ Het lampglas samen met de afdichtingen en de
metalen ring rechtsom draaiend bevestigen.
– Erop letten dat de afdichtingen niet gaan
plooien.
▸ De stroomtoevoer weer inschakelen.
Verlichting zijkant
▸ Het linker draagrooster verwijderen.
▸ De vier schroeven 2 in de houder met een
schroevendraaier losdraaien.
▸ Schroevendraaier 3 in het midden van de rand
plaatsen en de houder met afdichting voorzich-
tig van de ovenruimte verwijderen.
▸ De defecte halogeenlamp eruit trekken.
▸ Voorzichtig een nieuwe halogeenlamp inzetten,
type halogeen G9/25 W/230 V.
▸ Houder op de ovenruimte vastdraaien.
– Als het lampglas, afdichting en houder bij de
demontage los zijn gaan zitten: Lampglas in
het midden van de houder plaatsen, daarna
de afdichting in de houder plaatsen en de
schroeven door houder en afdichting steken.
▸ De stroomvoorziening weer inschakelen.
56
2
3
1