8.1
Buitenkant reinigen
▸ Verontreinigingen of resten van reinigingsmiddelen onmiddellijk verwijderen.
▸ De oppervlakken en het display met een zachte, met spoelwater bevochtigde doek
reinigen.
▸ Met een zachte doek afdrogen.
Bij het reinigen van het display kan de
scherming tegen onbedoelde bediening van bedieningselementen.
8.2
Kookruimte reinigen
Schade aan het toestel door foutieve behandeling!
Verbuig de temperatuursensor niet.
Het reinigingsprogramma kan met of zonder speciaal reinigingsmiddel worden uit-
gevoerd. Speciaal reinigingsmiddel is verkrijgbaar als speciaal toebehoren.
▸ Condensaat en bestanddelen van levensmiddelen moeten – na ieder garingsproces
met stoom – volledig worden verwijderd.
▸ Om condensaat en bestanddelen van levensmiddelen tijdens het garen op te vangen,
de roestvrijstalen plaat onder de geperforeerde gaarplaat of het rooster schuiven.
▸ Verontreinigingen indien mogelijk met een vochtige doek uit de nog handwarme oven-
ruimte verwijderen. Een zachte, met afwaswater bevochtigde doek gebruiken en na-
drogen met een zachte doek.
▸ Aangekoekte verontreinigingen kunnen gemakkelijker worden verwijderd met de toe-
passing «Stoomreiniging».
▸ Bij hardnekkige verontreinigingen, bijv. van kip, gebruikt u het reinigingsprogramma
«Intensieve reiniging» of reinigt u de afgekoelde gaarruimte met een vetoplossende
reinigingsspray of een niet-schurende reinigingscrème volgens de aanwijzingen van
de fabrikant.
De kookruimte verkrijgt met een toenemende gebruiksduur een gouden kleur. Dit
is een normale ontwikkeling bij roestvrij staal. Dit beïnvloedt noch de gaar- en ba-
keigenschappen, noch de kwaliteit van het toestel als zodanig.
Blauwige aanloopkleuren en condensaatresten kunnen voornamelijk met een licht
zuur reinigingsmiddel of citroenzuur worden verwijderd.
In de kookruimte kunnen met een toenemende gebruiksduur glanzende regen-
boogkleuren ontstaan of kan het oppervlak ietwat mat worden. Dit beïnvloedt noch
de gaar- en bakeigenschappen, noch de kwaliteit van het toestel als zodanig.
Deze kleurveranderingen zijn voornamelijk te verwijderen met een niet-schurende
crèmereiniger.
8.3
Intensieve reiniging
Vóór het starten moet het toestel zijn afgekoeld.
Het toebehoren, het servies of andere voorwerpen uit de ovenruimte verwijderen.
In de buurt van het toestel blijven: Tijdens de reiniging moet de ovenruimte wor-
den schoongeveegd.
«Displayvergrendeling» worden gebruikt ter be-
8 Verzorging en onderhoud
51